Kan je als architect nog je boterham verdienen? Die ongemakkelijke vraag houdt het beroep al langer bezig, maar een gedreven groep jonge architecten zette eind vorig jaar het debat op scherp. Hun brandbrief ‘Voor een betere architectuursector’ klaagde de ongunstige arbeidsvoorwaarden en lage lonen van starters in de sector aan. De oproep vond brede steun in het werkveld, haalde de nationale media en weerklonk tot in het federaal parlement. Ook de Orde van Architecten bleef niet doof voor de verzuchtingen van de jonge architecten. Breed en grondig overleg leidt nu tot een driedelig actieplan en een nieuw perspectief voor de sector.
In de oproep ‘Voor een betere architectuursector’, die in november vorig jaar werd gelanceerd door Belgian Architects United (BAU) en Dear Architects, hekelden de jonge architecten en architectuurwerkers onder meer de lage erelonen en de slechte voorwaarden rond architectuurwedstrijden en overheidsopdrachten.
Architectuur van Vlaamse bodem scoort goed in internationale wedstrijden en wordt in heel Europa geprezen. Maar de keerzijde van de medaille bestaat uit (te) lage erelonen, onderbetaalde opdrachten en loodzware verantwoordelijkheden. De overheid van zijn kant legt wel veel regels op, maar schiet tekort als partner. Problemen en tekortkomingen die ook al uitvoerig naar boven kwamen tijdens de debatreeks ‘De Vlaamse Raad 5x in dialoog’ die de Orde van Architecten vorig jaar organiseerde naar aanleiding van haar 60-jarig bestaan.
Ook de Orde van Architecten zelf werd niet gespaard. De te lage minimum uurvergoedingen van de zelfstandige stagiair-architecten werden op de korrel genomen. Maar dat signaal werd opgepikt. De Orde bracht alle betrokken partijen waaronder alle beroepsorganisaties en BAU samen in een klankbordgroep. Tegenstanders werden medestanders. Conflict werd consensus. Samen wordt een actieplan opgemaakt dat in de volgende maanden wordt uitgerold en dat alle leden in de sector nieuwe kansen biedt.
De eerste pijler bestaat uit meten en weten. De Orde van Architecten gaat met een uitgebreide studie de ereloonproblematiek in kaart brengen, zowel bij zelfstandige architecten als bij architectuurmedewerkers. Twee vragen staan centraal: verdienen architecten minder dan andere vrije beroepers en waarom keren zoveel jonge architecten het beroep de rug toe? De studie wordt binnenkort in de markt gezet, en de eerste resultaten worden rond de jaarwisseling verwacht. Ze vormen de basis voor verdere beleidsvoorstellen.
De tweede pijler wil de toegang tot het beroep versterken. De afgelopen jaren werd een draagvlak gecreëerd om de stage te moderniseren. Het is nu tijd om concrete stappen vooruit te zetten. Zowel inhoudelijk, administratief en qua arbeidsvoorwaarden. Een aantal quick wins kunnen tegen het einde van dit jaar ingevoerd worden. Andere maatregelen hebben een wetswijziging nodig. De beroeps- en onderwijswerelden worden hier partners, gezien deze acties ook bij- en nascholing zullen inhouden.
De derde pijler is de Orde die aan zichzelf werkt door te verjongen en te hervormen. De Orde gaat aan de slag om structuren efficiënter en effectiever te maken. De helft van het architectenkorps is jonger dan 40, maar deze groep is ondervertegenwoordigd. Ook dat wordt aangepakt. Om jonge architecten een stem te geven zullen er in elke provinciale raad verkiezingen worden georganiseerd onder de stagiairs die nog minstens zes maanden stage moeten doorlopen en onder architecten jonger dan 30 jaar. Nog voor het bouwverlof lanceert de Orde een oproep om zich kandidaat te stellen.
De vertegenwoordigers van de architectuursector hebben niet alleen hun krachten gebundeld om het architectenberoep nieuwe kansen te geven. Ook het verkiezingsjaar 2024 biedt voor de architecten een opportuniteit om zich uit te spreken over de beleidsprioriteiten van de volgende regeringen op vlak van architectuur en ruimtelijk beleid. Twee memoranda – een federaal en een Vlaams - bundelen suggesties en oplossingen voor een beter sturende overheid en meer efficiëntie binnen de bouwpraktijk. Want de oplossing van veel maatschappelijke vraagstukken begint bij goede architectuur.