Afgelopen zomer heeft duidelijk gemaakt dat Europa, en ook ons land, niet ontsnappen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Om onze klimaatdoelstellingen te halen, is er onder andere nood aan grootschalige productie van hernieuwbare energie, met de grootschalige opslag van die energie als gouden graal. Het enorme potentieel van de Europese Noordzee op dit gebied wordt vandaag onderbenut en daar wil ORG Permanent Modernity verandering in brengen. De afdeling ORG Systems heeft zopas een ambitieus onderzoeksproject afgerond rond het co-creëren van multifunctionele mariene landschapsinfrastructuren in de Noordzee, in samenwerking met DEME nv, Jan De Nul Group en Econopolis. “Momenteel wordt amper een derde van de opgestarte projecten gerealiseerd omdat ze onvoldoende landschappelijk zijn ingebed én noodzakelijk draagvlak missen. Met Design for Public Value at Sea willen we de realisatiegraad van deze noodzakelijke landschapsinfrastructuren aanzienlijk verhogen en zo bijdragen aan de strijd tegen klimaatverandering”, aldus Timothy Vanagt van ORG.
Het potentieel van de Noordzee voor de productie van hernieuwbare energie is nauwelijks te onderschatten. Op de Noordzee vinden we immers de beste windcondities én de meeste zonne-uren voor de productie van hernieuwbare energie. Bovendien is er ruimte voor het realiseren van een grootschalige opslag van hernieuwbare energie, ruimte die op het vasteland niet meer beschikbaar is. “Door de beschikbaarheid van (zee)water en hernieuwbare energie kunnen we er ook water ontzilten om zelfs de sprong te maken naar een groene waterstofeconomie. De Noordzee biedt ook de condities voor het grootschalig en lokaal telen van duurzame voeding. Met deze en andere troeven kan de Noordzee een verhoopte schakel vormen in onze transitie richting een veerkrachtige samenleving: het volstaat haar vruchten te oogsten”, klinkt het stellig in het onderzoeksrapport van Design for Public Value at Sea (D4PV@Sea) dat ORG uitwerkte in samenwerking met DEME nv, Jan De Nul Group, Econopolis en met IMDC, Common Ground en Tractebel in onderaanneming.
Mariene Multifunctionele Landschapsinfrastructuren
“Vandaag zien we op de Noordzee echter vooral single solutions for single problems zoals windmolenparken die hernieuwbare energie produceren. En dit terwijl de beschikbare ruimte in de Noordzee beperkt is en er tal van stakeholders actief zijn; een integrale benadering dringt zich op. Daarom hebben we een nieuw type infrastructuur in het leven geroepen: mariene multifunctionele landschapsinfrastructuren, kortweg MMLI’s. Denk aan de grootschalige opslag van hernieuwbare energie in combinatie met aquacultuur, ecologie, toerisme en recreatie,… We merken dat dergelijke grootschalige projecten goed technisch en financieel onderbouwd zijn, maar al te vaak niet gerealiseerd worden door een gebrekkige landschappelijke inpassing”, vertelt Timothy Vanagt. “We hebben daarom een heel concrete methodologie ontwikkeld om de slaagkansen van deze grootschalige landschapsinfrastructuren te vergroten, net door de landschappelijke inbedding te integreren in de methodologie.”
Co-creatie
Bijzonder aan MMLI’s is dat ze doorgaans door private partners worden geïnitieerd. In de praktijk blijkt dat naast de landschappelijke inpassing ook het draagvlak een belangrijk obstakel vormt. Zowat alle elf miljoen Belgen hebben immers een connectie met onze kustlijn en willen – terecht – hun zegje doen over mogelijke ingrepen die zich dichter bij de kustlijn afspelen. “Je kan dergelijke projecten niet langer topdown realiseren”, stelt Timothy Vanagt. “Bedrijven moeten rekening houden met alle stakeholders. Daarom wordt, naast het technische, financiële en landschappelijke, ook co-creatie opgenomen in het hart van de methodiek.”
Toolbox
Die methodologie is zeer concreet uitgewerkt in een toolbox met acht te ondernemen stappen én is bovendien getest op een casestudy in de Noordzee: de grootschalige opslag van hernieuwbare energie. “De Noordzee heeft immers infrastructuren nodig voor de opslag van de overproductie van de windmolenparken, zodat we er ook op windarme dagen van gebruik kunnen maken.” De D4PV@Sea-methodiek legt haarfijn uit hoe je te werk moet gaan, van de randvoorwaarden en het ambitiekader, tot hoe de landschappelijke onderlegger te bouwen, welke functies toegevoegd kunnen worden, de economische modellen en een inspiratie-atlas. “Gezien dergelijke landschapsinfrastructuren voor vijftig tot vijfenzeventig jaar gebouwd worden, brengen we bovendien ook de toekomstige kansen in rekening”, legt Timothy Vanagt uit. “De technologie evolueert immers razendsnel, we weten bijvoorbeeld niet precies hoe snel de zeespiegel zal stijgen en ook draagvlak voor bepaalde functies kan wijzigen. Het is dus zaak om een flexibel geheel te creëren dat eenvoudig kan mee-evolueren met nieuwe ontwikkelingen. Met een tool die we ‘de genealogie’ noemen, geven we toekomstige generaties dan ook een stem.”
Zowat alle mogelijke functies van een dergelijke MMLI zijn samengevat in Factsheets die in totaal zo’n 400 pagina’s beslaan. “Landschap, energie (opslag, productie, transport), ecologie, aquacultuur, toerisme/recreatie, transport/mobiliteit, ontzilting, data, wetenschap en kustverdediging, al deze functies worden opgelijst met al hun (ruimtelijke) randvoorwaarden en mogelijkheden. Ook de impact op het milieu wordt in rekening gebracht. Zo maken we op een heel bevattelijke manier inzichtelijk wat er op welke locatie interessant is en wat niet, zodanig dat experts en niet-kenners met elkaar in dialoog kunnen gaan. We maakten ook impressies en geven referenties mee van gelijkaardige infrastructuren in de buurt zodat wie wil deze kan bezoeken”, zegt Timothy Vanagt. “Deze functies kunnen vervolgens als bouwstenen op de MMLI geplaatst worden.”
De studie houdt ook rekening met de synergiën tussen de verschillende functies en met wat er nog gaande is op de Noordzee en bij de ons omringende landen. Er is namelijk nood aan een systemische aanpak. “Voor data-infrastructuur bijvoorbeeld kijkt men meer en meer naar de zee. Servers hebben nood aan koeling, in dit geval met behulp van zeewater. Eens ze de servers gekoeld hebben, zou het verwarmde zeewater vervolgens kunnen gebruikt worden als input voor ontzilting, interessant voor de productie van groen waterstofgas.”
MMLI’s worden geïnitieerd door privébedrijven, dus vanzelfsprekend is ook de kosten-batenanalyse van belang. Econopolis ontwikkelde daartoe een economisch model, waarin alle mogelijke functionaliteiten zijn vertaald in economische parameters. “Wat zijn de kosten? Wat is haalbaar? Wat is de te verwachten opbrengst? Wat zijn de afschrijftermijnen, ... Werkelijk alles zit in het model vervat”, aldus Timothy Vanagt. “Bovendien hebben onze partners een ecosysteemdiensten-tool ontwikkeld die meteen alle ecosysteemwinsten en eventuele verliezen van elk voorstel in kaart brengt.”
Om alles nog verder te concretiseren, testte het consortium de toolbox uit op een casestudy, waarvoor een onderzoekszone werd gekozen op basis van het marien ruimtelijk plan van de Noordzee, dat een overzicht biedt van alle activiteiten op de Noordzee. Binnen de onderzoekszone werden op basis van de D4PV@Sea-methodiek vijf MMLI’s voor de grootschalige opslag van hernieuwbare uitgewerkt als openingszet voor (eventuele) co-creatie: variërend van de opslag van groen waterstofgas beschermd door een artificeel rif of een zandbank tot de opslag van groen waterstofgas in de kern van een eiland, het gebruik van zeewaterbatterijen in een open atol en ‘pumped storage hydropower’ in een gesloten atol.
Blue Innovation Awards 2021
Deze ambitieuze studie is allesbehalve bedoeld om in de kast te blijven liggen. “Met behulp van onze toolbox willen we de realisatiegraad van MMLI’s niet alleen hier, maar ook wereldwijd aanzienlijk verhogen”, benadrukt Timothy Vanagt. D4PV@Sea is recent door De Blauwe Cluster genomineerd voor de Blue Innovation Awards 2021. De prijsuitreiking zal plaatsvinden op 25/10 in Dubai tijdens GSTIC-2021, een prestigieus internationaal congres rond duurzame technologie waar tal van internationale ministers, bedrijfsleiders en vertegenwoordigers van de Verenigde Naties present tekenen.