Het voormalige Militair Hospitaal in de Peterseliestraat in Brugge wordt binnenkort herbestemd tot een totaalproject voor sociale huisvesting, beperkte lokale handel en een openbaar park. Het bestaande gebouw ondergaat een renovatie en er wordt een nieuwbouw aan de site toegevoegd. Het ontwerp is van de hand van Architecten Groep III i.s.m. LMS Vermeersch voor de renovatie.
De nieuwbouw wordt als een langgerekt u-vormig volume ingeplant ten opzicht van het bestaande Militaire Hospitaal. Om toegang/doorzicht te bieden naar de achterliggende groene strook en naar het Belfort wordt het volume in twee delen opgesplitst. Beide delen blijven verbonden door middel van een ondergrondse parking en een doorlopende passerelle op de eerste verdieping.
Naar vormgeving toe wordt gekozen om de volumes visueel te verdelen in geschakelde rijwoningen met zadeldaken met topgevels, eigen aan de Brugse context. Op deze manier zal het grotere bouwvolume kleinschaliger lijken en beter passen in de Brugse binnenstad.
Voor de nieuwbouw worden de passerelles die toegang geven tot de wooneenheden visueel gemaskeerd door het toevoegen van een transparante en speelse secundaire gevel. De horizontaliteit van de passerelle wordt op deze manier gebroken en de passerelle zelf wordt een meer bruikbare buitenruimte voor de bewoners.
Geothermie
Er werd onderzocht om maximaal in te zetten op hernieuwbare energie. Gezien in de Brugse binnenstad zonnepanelen e.a. zichtbaar vanaf het openbaar domein niet toegelaten zijn, is er gekozen om te werken met geothermie. Zo worden de wooneenheden in het nieuwbouwvolume verwarmd door middel van een collectieve installatie ondersteund door een geothermische warmtepomp.
Evenwichtsoefening
Het project is gelegen in het centrum van Brugge en is onderworpen aan een ruimtelijke uitvoeringsplan. Hierdoor zijn er diverse factoren waarmee rekening gehouden moet worden. “Het is een evenwichtsoefening tussen erfgoed, nieuwbouw en stedelijk groen”, klinkt het bij Architecten Groep III.
“De architectuur beoogt een kleinschaligheid te bekomen binnen een dens programma, met steeds oog voor groene zones en respect voor de bestaande context. De specifieke inplanting en footprint van de nieuwbouw op het terrein zorgt voor differentiatie in de buitenruimtes zonder het terrein volledig op te splitsen.”