De Weense architect Hans Hollein is niet meer. Projecten als het Museum für Moderne Kunst in Frankfurt of het Haas Haus in Wenen maakten van de 80-jarige ontwerper een bekend persoon. Hij brak echter door met een ontwerp voor een 15 m² grote kaarsenwinkel. Nadien was hij een graag geziene gast bij verschillende internationale projecten. In 1985 kreeg hij de Pritzker Prize voor architectuur.
De Londense architect Zaha Hadid was een grote fan van Hollein: "Ik geraakte voor het eerst bekend met zijn werk toen ik als vierdejaarsstudent in 1976 Wenen bezocht. Ik bewonderde zijn conceptuele originaliteit, net zoals zijn uitstekende tekeningen en ontwerpen. Zijn Crack-ontwerp inspireerde me."
Ontwerper in hart en nieren
Hollein stond bekend als een innovator. Hij experimenteerde volop met moderne ideeën en ontwerpen. De Ween geldt als een voorvechter van het postmodernistische design in Europa. Hoewel hij na zijn doorbraak midden in de jaren 60 meestal voor grotere projecten gevraagd werd, bleef hij geïnteresseerd in kleine opdrachten. De deels in Amerika opgeleide architect had immers een passie voor het ontwerpen. Die zette zich voort in producten zoals juwelen, lampen, tafelgerei, meubilair en tentoonstellingen.
"Ik heb architectuur altijd beschouwd als een kunst," zei Hollein. "Voor mij is architectuur niet enkel de oplossing voor een probleem, maar ook het maken van een statement." Zelf combineerde hij de rollen van artiest en architect: "Als kunstenaar ben ik enkel verantwoordelijk voor mijzelf, maar als architect ben ik verantwoordelijk voor de behoeftes van mens en maatschappij."
Momenteel loopt er een tentoonstelling over het werk van Hollein in het Abteiberg Museum, dat van zijn hand is.