Een oud stadspand uit 1893 werd in 2013 aangekocht door een woongroep van drie gezinnen. Met veel oog voor de authenticiteit werd het pand gerenoveerd tot een collectief woon- en werkproject. Het resultaat is een prachtige renovatie met drie stadsloften, een kapperszaak en enkele gemeenschappelijke ruimtes. Een puik staaltje ruimtelijk rendement in het hart van Antwerpen. “Het Falconplein heeft de voorbije jaren de negatieve connotatie die het had van zich afgeworpen”, klinkt het bij de bewoners.
Bezieler van het hele project is Bart Verheyen, architect bij Stramien. Bart woonde samen met zijn vrouw Lieve en hun zoon in Berchem, maar die woning was te ruim en het gezin ging op zoek naar een alternatief. “We zagen dit pand voor het eerst in 2012. Ik wist dat het al heel lang leegstond, maar het stond toen pas te koop”, vertelt Bart Verheyen. “En het was in zeer, zeer slechte staat. De bomen groeiden door het dak, de houten structuur was grotendeels rot, schimmel zat overal, er waren geen trappen en de verdiepingen waren niet veilig om te betreden. Bovendien hadden krakers het gebouw ingepalmd. Ook na de aankoop hebben we nog krakers uit het gebouw moeten laten zetten.”
Falconplein nummer 31 werd in 1893 opgetrokken als magazijn en winkel voor koffiehandel Coosemans. Na een hevige brand in de aanpalende koffiebranderij kwam het pand leeg te staan in de jaren 80. Bart Verheyen: “De koffiebranderij bevond zich tegen de achtergevel en die was na afloop dan ook zwartgeblakerd. De achtergevel, een gesloten blinde muur, werd helemaal afgebroken. Dat liet ons toe om per verdieping een terras te maken. Zo wordt ook de achtergevel een pleingevel omdat het uitzicht biedt op het binnengebied Falconhoven dat momenteel in volle ontwikkeling is. Het masterplan voor die projectontwikkeling dateert uit 2008. Daar waren we dan ook van op de hoogte bij de aankoop van dit gebouw.”
De vraag: kleiner wonen in het centrum
De slechte staat van het pand weerhield Bart en Lieve niet om hun tanden in het project te zetten. Bart Verheyen: “Als architect heb je vrij snel door of de structuur nog te redden is of niet. En hier scheelde het niet veel. Als dit pand vijf jaar langer had leeggestaan, dan moest het gesloopt worden. We wisten ook vrij spoedig dat we op de bovenste verdieping nog mochten uitbreiden in de hoogte. Het bovenste appartement, waar wij wonen, is dan ook een duplex. Bovendien merkten we dat heel wat ontwikkelingen zich op gang trokken in de buurt, die voor het grote publiek geen al te beste connotatie had. Ook die heropleving was voor ons een drijfveer om er volledig voor te gaan.”
Maar dat konden Bart en Lieve niet alleen. “Zowel financieel als ruimtelijk was dit project te veel voor ons”, klinkt het. “We wilden kleiner wonen, maar hier zou het juist drie keer zo groot zijn. Dat klopte niet. En zo zijn we bij onze goeie vrienden Dominique en Joris terechtgekomen. Lieve en ik hebben samen met Dominique architectuur gestudeerd en we kennen elkaar dan ook al erg lang. Dominique en haar man waren meteen te vinden voor het project. En ook Veronique en Dirk, eveneens vrienden van ons, sloten zich bij ons aan.”
Dominique Van de Zande, architectuurgids in Antwerpen, bevestigt: “Joris en ik waren meteen gewonnen voor het avontuur. We wisten op voorhand dat dergelijk project enkel slaagt als de partijen op dezelfde lijn zitten. Maar daar hadden we enorm veel vertrouwen in. We kennen elkaar al heel lang en cohousing ontstaat vaak vanuit een vriendengroep. Grote obstakels zijn we gedurende de hele rit dan ook niet tegenkomen. Niet op het vlak van samenwerken en niet tijdens de verbouwing zelf.”
De oplossing: duidelijke structuur met kapperszaak
De structuur die het gerenoveerde gebouw moest krijgen, was al snel duidelijk. Niveaus 1, 2 en 3 werden wooneenheden en het gelijkvloers werd als winkelpand te huur aangeboden. Dominique Van de Zande: “Voor het handelspand hadden we twee voorwaarden: het mocht geen storende factor zijn voor de bewoners en het moest een meerwaarde zijn voor het Falconplein. Zo deed de ruimte enkele maanden dienst als pop-up store van twee jongedames. De ene ontwierp juwelen, de andere meubels. Dat was heel leuk. Ook omdat mensen halthielden aan de etalage. Zo voelden we meteen dat het met weinig inspanningen een heel leuke en waardevolle ruimte kon zijn.”
Een horecazaak zagen de eigenaars niet zitten. “Omwille van het rumoer en ook omdat horeca structureel veel inspanningen vraagt”, vertelt Bart Verheyen. “Er waren beginnende zaken die zich aanboden, maar die boot hielden we af. Ook qua inrichting en stijl maakten we ons zorgen. Zeker als ze vroegen waar de lichtreclame mocht hangen (lacht). Ook een kantoorinrichtingsbureau toonde interesse, maar de ruimte bleek te klein. Met een kapperszaak heeft de ruimte nu al ruim een half jaar de, voor ons, ideale invulling. Het klikte meteen met de huurder en de meerwaarde voor het plein werd hiermee gegarandeerd.”
Het was kapper Alex Van Hoof die zelf bij de eigenaars kwam aankloppen. “Vrienden van mij hebben een eethuisje op dit plein en zij brachten dit pand onder mijn aandacht”, aldus Alex Van Hoof, zaakvoerder van kapperszaak Hår. “Ik was op zoek naar een ruimte om mijn eigen zaak te openen. Toen ik kwam kijken, was ik op slag verliefd. De buurt had geen al te beste naam, maar dat was voor mij geen enkel probleem. Voor sommige klanten, die hier twintig jaar niet meer geweest waren, lag het gevoeliger. Ik ben dan ook eerst met mijn klanten op verkenning gekomen en die vrees viel meteen weg. Uiteindelijk heb ik geen enkele klant verloren.”
Lees het volledige artikel op www.ruimtelijkrendement.be
- - - - - - -
In opdracht van het Vlaams Departement Omgeving werkte Redactiebureau Palindroom tien inspirerende voorbeeldprojecten uit rond ruimtelijk rendement, i.s.m. Medialife en fotograaf Marc Sourbron. De projecten zijn gepubliceerd op de website www.ruimtelijkrendement.be en op architectura.be.