Wanneer we het te warm hebben, voelen we ons niet comfortabel. We beginnen te zweten, krijgen dorst en stress, en we voelen onze energie wegvloeien. Dit zorgt ervoor dat we heel wat minder productief zijn. Net daarom is het beperken van oververhitting een must in een nieuwbouw, maar ook bij ingrijpende renovaties.
Ingenium probeert steeds de toepassing van actieve koeling te vermijden door alternatieven aan te reiken die energievriendelijker en duurzamer zijn. Zomercomfortsimulatie is dan ook nodig in elk project. Er zijn echter ook een aantal uitgangspunten – op basis van het principe van de Quadras Energetica – waar je best al in de ontwerpfase rekening mee houdt:
Op basis van deze principes, geeft Ingenium graag enkele algemene tips:
1. Beperk de kans op oververhitting met passieve maatregelen
Door passieve maatregelen toe te passen, kunnen we de kans op oververhitting beperken en daardoor ook de uiteindelijke koelvraag laag houden. Een aantal mogelijkheden zijn:
2. Vul de resterende koelvraag duurzaam in
Voorzie een ventilatiestrategie die ’s nachts koudere buitenlucht gebruikt om de gebouwmassa af te koelen. Dit kan via roosters of automatisch opengaande ramen, of via een reeds aanwezig ventilatiesysteem. Laat zo veel mogelijk de gebouwmassa vrij door verhoogde vloeren en verlaagde plafonds te vermijden waar het kan.
3. Is er een gelijktijdige koel- en warmtevraag?
Zorg dat er een energie-uitwisseling tussen beide mogelijk is. Zo kan de warmte die onttrokken wordt aan de zuidzijde van het gebouw, via een warmtepomp op hogere temperatuur gebracht worden en bijvoorbeeld gebruikt worden voor de aanmaak van sanitair warm water.
4. Vul aan met actieve koeling op een duurzame manier
Als actieve koeling (en verwarming) onvermijdbaar is, zet ze dan efficiënt in. Dit kan op een duurzame manier door bijvoorbeeld gebruik te maken van een BEO-veld of Koude Warmte Opslag.
Enkele bemerkingen zijn hierbij nog welkom. Zo is er een spanningsveld tussen het voorzien van passieve maatregelen (zonwering) en daglichttoetreding. De nodige comfort- en daglichtsimulaties kunnen hierbij helpen om een goed evenwicht te vinden. Daarnaast is comfort en dus ook oververhitting sterk persoonsgebonden. Wanneer gebruikers zelf kunnen ingrijpen op hun comfort (door bijvoorbeeld een raam te openen), worden hogere temperaturen makkelijker als aanvaardbaar ervaren.