Op het eerste panelgesprek van Verozo, de Belgische beroepsvereniging voor zonwering, wisselden de deelnemers van gedachten rond ecologie en duurzaamheid. Deelnemers: waren Tim Engelen van Harol Projects, Filip Meganck van Dickson, Sven Castro van Boflex, Kasper Oudshoorn van Helioscreen Projects en Els Louis van Jaspers-Eyers Architects. Rik Neven van Architectura leidde het gesprek in goede banen.
Zonwering vervult een dubbele functie: dimmen van direct zonlicht en zo het visuele comfort verbeteren en het buitenhouden van warmte om een aangenaam binnenklimaat te creëren zonder te veel te moeten koelen door een koelsysteem.
Duurzaamheid, een rekbaar begrip
Duurzaamheid wordt vaak gezien als lang meegaan. “We moeten duurzame gebouwen ontwerpen, het is dan ook de bedoeling dat de onderdelen ervan lang meegaan”, zegt Els Louis. “Voor mij is duurzaamheid ook dat er gedurende de hele levensduur van een product voor gezorgd wordt dat het lang kan meegaan.” En dat brengt ons meteen bij het eerste heikele punt: het onderhoud.
Onderhoud moet vanzelfsprekend zijn
De reden waarom zonwering niet altijd even populair is, is dat mensen vaak nog het beeld hebben van de verouderde zonweringen die er niet mooi meer uitzien of zelfs scheef hangen. “Bij alle andere installaties in gebouwen worden standaard onderhoudscontracten aangeboden. Bij zonwering is dat meestal niet het geval terwijl dat eigenlijk ook nodig is. In Zwitserland hebben de grote fabrikanten hele ploegen op de baan die niets anders doen dan bestaande installaties jaarlijks nakijken en onderhouden”, zegt Filip Meganck. “In Nederland zit een onderhoudscontract bij gemiddeld 30 procent van de projecten die wij uitvoeren”, vult Kasper Oudshoorn aan.
“Onderhoud aan een verwarmingsketel is algemeen aanvaard. Hetzelfde geldt voor de alarminstallatie die jaarlijks wordt nagekeken en getest. Van zonwering wordt dan weer verwacht dat ze twintig jaar meegaat zonder dat er iets mee gebeurt”, zegt Sven Castro.
Zonwering noodzaak bij BEN-woning
“Buitenzonwering kan tot 95% van de zonnewarmte die doorheen het raam binnenkomt weren”, zegt Ann Van Eycken. “Bij een BEN woning wordt zonwering eerder een noodzaak omdat de drempel van oververhitting bijna met het dubbel wordt overschreden. Naast de boete voor de bouwheer is er wel degelijk het probleem dat actieve koeling dan noodzakelijk wordt om het probleem op te lossen, wat een hoge energiekost oplevert. De energiebesparing die buitenzonwering oplevert is dus vooral het vermijden van actieve koellast.”
Zonwering vervangt koeling (of vult ze aan)
Zonwering maakt deel uit van de trias energetica, de transparante bouwschil. De techniek wordt van oudsher toegepast, niet alleen om te weren, maar ook om bijkomend te isoleren. Denk maar aan rolluiken. De stijgende energiekost heeft ervoor gezorgd dat we gebouwen beter zijn gaan evalueren om te kijken waar en hoe we kunnen besparen. 40 procent van onze totale energiekost zit namelijk in gebouwen. Isolatie is een van de manieren. Maar, doordat gebouwen steeds beter geïsoleerd worden, zijn ze bijna niet meer koel te houden in de zomer.
“Wanneer je geen zonwering plaatst, zal je tijdens warme periodes de airconditioning vaker moeten activeren”, zegt Sven Castro. Airconditioning volledig uitschakelen door plaatsing van zonwering is dan weer in veel gevallen een brug te ver. “Het hangt van de situatie af”, nuanceert Sven Castro. “Zet je een volledig glazen blok met zonwering, dan gaat het niet lukken zonder koeling.”
Ontwerp als bepalende factor
“Als je anderzijds in je ontwerp rekening houdt met oriëntering, oversteken aan de ramen, goede isolatie, enzovoort. Dan kan het met enkel zonwering ook wel lukken om het gebouw voldoende koel te houden. Er zijn genoeg voorbeelden die bewijzen dat het kan. Dat zijn projecten waarbij zonwering een belangrijke poot in het ontwerp is. Zonwering is namelijk meer dan zomaar een schermpje voor het raam hangen.” Tim Engelen haalt daarbij meteen het belang van de sturing aan. Daarover dadelijk meer.
Gevoel en comfort
Temperatuur en comfort lopen overigens niet altijd gelijk. “De gevoelswarmte die binnenvallend zonlicht veroorzaakt, is ook iets waar we rekening mee moeten houden. Het gebeurt heel vaak dat er alsnog ingrepen op het vlak van zonwering moeten gebeuren als een gebouw in gebruik is genomen. Medewerkers die achter glas aan het werk zijn ervaren vaak te veel warmte, ook al is de temperatuur in de ruimte verder normaal. Dat wordt veroorzaakt door de stralingswarmte van het zonlicht”, zegt Kasper Oudshoorn.
Standaard EPB-waarden moeten herzien worden
De sector voelt aan dat zonwering nog altijd een beetje stiefmoederlijk behandeld wordt in de EPB-berekening. “De EPB-verslaggever kiest in de EPB software voor een ontwerp gemakshalve voor zonwering default Fc-waardes ( Fc is de beschaduwing factor die de zonwering geeft tegenover de beglazing) die zeer conservatief zijn: voor buitenzonwering is de Fc 0,5 terwijl de echte waarde van de gekozen zonwering eerder rond 0,1 kan zitten”, zegt Ann Van Eycken. “We hebben onderzocht dat je bij een BEN-woning zonder zonwering aan een verdubbeling van de oververhittingswaarden komt. En wanneer je wel zonwering voorziet met default waardes, dat je 1/3 kan minderen. Wanneer je zonwering voorziet met de reële waardes kan je tot 2/3 minderen. Je kan dus enorm besparen op actieve koeling.”
Die default waardes zijn in 2006 door de overheid vastgelegd. Verozo ijvert al een hele tijd voor een update van deze waardes. “We hebben alle producten getest en we komen nu op een realistische defaultwaarde van 0,3. We hebben dat nu aangevraagd en dat moet opnieuw worden voorgelegd aan alle gewesten. Met andere woorden: het kan nog twee tot drie jaar op zich laten wachten vooraleer de regelgeving wordt aangepast. We hollen dus altijd een beetje achter de feiten aan. Anderzijds kunnen de echte waardes wel ingebracht worden via een rechtstreekse link met de zonweringswaardes die op www.epbd.be staan waardoor je bij een goede keuze effectief tot 95% vermindering van de zontoetredingsfactor met buitenzonwering kan gaan.”
Zonwering staat of valt met automatische sturing
Het belang van automatische sturing van zonwering wordt almaar duidelijker. “Ik haal daar altijd graag het voorbeeld van de scholen aan”, zegt Tim Engelen. “Vaak denkt men dat de zonwering in het weekend niet moet werken omdat er dan toch niemand aanwezig is. Het gevolg is dat mijn op vrijdag naar huis gaat en de zonwering open laat. Als het dan een warm weekend is, staat de zon twee volle dagen op het glas van een afgesloten gebouw. Maandagochtend komen de leerkrachten en leerlingen in oververhitte klassen waar men de warmte nauwelijks buiten krijgt.”
“De automatische sturing werkt doorgaans met een lichtsensor, maar je kan ook verder gaan”, zegt Sven Castro. “Je kan bijvoorbeeld ook instellen dat de zonwering pas naar beneden gaat wanneer in de kamer een bepaalde temperatuur wordt overschreden. Anders heb je het risico dat ze in de winter ook naar beneden gaat, wanneer dat eigenlijk niet nodig is.”
Recycleerbaarheid materialen
Duurzaamheid betekent natuurlijk ook werken met duurzame materialen. De sector is meer en meer aan het inzetten op deze thematiek. Els Louis haalt aan dat een product met een Cradle to Cradle-label een belangrijk pluspunt is.
“70 procent van het aluminium dat wij gebruiken komt uit recycling”, zegt Kasper Oudshoorn. “Bij de doeken is dat een ander verhaal. Die bestaan grotendeels uit PVC, een materiaal dat belastend is voor het milieu. Er bestaan al wel technieken om uit bijvoorbeeld PET-flessen zonweringsdoek te maken. Jammer genoeg gaat die evolutie erg langzaam.”
“Het is recyclebaar, maar het wordt niet gedaan omdat het nog altijd goedkoper is om een nieuw materiaal te produceren dan om een bestaand materiaal te recycleren. Zolang het niet 100 procent verplicht is, zal het wellicht helaas ook niet volledig worden toegepast”, besluit Filip Meganck.
Tips aan de architect
De deelnemers formuleerden tot slot elk een gouden tip voor architecten:
Kasper Oudshoorn: “Architecten zouden meer moeten luisteren naar de noden van de uiteindelijke gebruiker.”
Sven Castro: “Contacteer de fabrikanten van zonwering op tijd. Dan moeten er achteraf niet gebricoleerd worden. Ga de dialoog aan met fabrikanten én met de bouwheer.”
Filip Meganck: “Probeer zonwering te zien als onderdeel van het concept. Zie het als iets dat een meerwaarde kan betekenen en niet als een noodzakelijk kwaad.”
Tim Engelen: “Betrek de EPB-specialist al in een vroeg stadium bij het verhaal. Dan zullen de berekeningen veel beter aansluiten bij de realiteit.”
Ann Van Eycken: “Architecten zouden zonwering als iets positief moeten voorstellen aan hun klant. Nog te vaak wordt het gezien als een extra kost die liever te mijden is.”
Els Louis kijkt in eigen boezem: “We moeten als architect de laatste ontwikkelingen volgen.”