Met 129 nieuwbouwwoningen en een nieuwe crèche voor 49 kinderen blaast het project ‘Passer’ de Heyvaertwijk in Anderlecht nieuw leven in. De combinatie van architectenbureaus DDS+, ATLANTE en Eole stond in voor het ontwerp en Immo BAM voor de bouw.
Het Passerproject in Anderlecht is het resultaat van een samenwerking tussen citydev.brussels en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM). De twee instellingen bundelen hun krachten om samen meer openbare gemengde woonprojecten te ontwikkelen en zo een antwoord te bieden op de demografische uitdaging in Brussel.
Het project omvat 69 geconventioneerde woningen, 60 sociale woningen en een volledig afgewerkte crèche voor 49 kinderen, die zal worden beheerd door de gemeente. Passer bestaat uit vijf volledig passieve gebouwen die met elkaar verbonden zijn dankzij twee nieuwe openbare wegen en een landschapsruimte. Zo ontstaan er aangename leef- en ontmoetingsplekken op mensenmaat.
Specifieke beperkingen
“Het project haalt alle voordelen uit de randvoorwaarden van de site, de verkavelingsvergunning en de stedenbouwkundige richtlijnen. Deze drie elementen vormen de drijfveren bij het ontwerp van de volumetrie en de architectuur”, klinkt het bij de architecten.
Yves Lemmens, directeur-generaal van de BGHM, voegt daaraan toe: “Dit project speelt in op verschillende uitdagingen. Enerzijds bieden de 129 nieuwe woningen aan de gezinnen die er hun intrek zullen nemen, een kwaliteitsvolle leefomgeving in deze dichtbebouwde wijk waar er te weinig groen is. Anderzijds leidt de groene ruimte van het project naar het park van de Kleine Zenne, dat kadert in het ruimere streven naar duurzame ontwikkeling. Tot slot helpt het project de wijk te ontsluiten: het verbindt haar met de rest van Anderlecht en de Vijfhoek, en creëert ontmoetingsruimten voor de bewoners.”
“Het project haalt alle voordelen uit de randvoorwaarden van de site, de verkavelingsvergunning en de stedenbouwkundige richtlijnen. Deze drie elementen vormen de drijfveren bij het ontwerp van de volumetrie en de architectuur.”
Stedelijke sequenties en landschapsidentiteit
Door zijn locatie en oriëntering ontwikkelt elk gebouw zijn eigen identiteit. “De architecturale ambitie lag erin de consistentie van de nieuwe woonwijk te verzekeren, en dit door gebruik te maken van een hedendaagse vormentaal, uitgewerkt in een beperkt aantal, uiterst geschikte materialen. De gebouwen werden in perfecte harmonie met de landschappelijke ruimtes ontworpen. Hierbij werden de buitenruimtes gerealiseerd als stedelijke sequenties met verschillende atmosferen, die aanmoedigen om progressief ontdekt te worden en leiden tot een aangename nieuwe woonwijk. De landschapsfilosofie heeft tot doel ruimtes te creëren die inspelen op de behoeften van de gebruikers van zowel de openbare ruimtes als van de woongebouwen. Bovendien werd de ontwikkeling van de biodiversiteit geïntegreerd en vermenigvuldigd, dit alles in symbiose met de stedelijke context. Het zijn dus de trajecten en de waarnemingen van de voetgangers die in eerste instantie het ontwerp hebben geleid”, aldus de ontwerpers.
Integratie in omgeving
Het gelijkvloers werd uitgewerkt als een onderbouw in donkere baksteen: deze wordt doorgetrokken over alle gebouwen en zorgt voor de samenhang van het project. Deze basis wordt onderbroken door houten elementen die dienen als een markering voor plaatsen van ontmoeting, zoals de ingangen tot de gebouwen, de fietsenstallingen,... “In de Passerstraat heeft het gebrek aan stedelijke samenhang van de bestaande wijk ons ertoe gebracht om het ritme van de Brusselse parcellering opnieuw te integreren aan de hand van een spel van uit- en inspringen in de volumetrie. Deze verticale markeringen komen ook tot uiting door een differentiatie in het gebruik van de gevelmaterialen (lichte bakstenen en pleisterwerk). De terrassen zijn verbonden door betonnen banden die horizontaliteit tot stand brengen in de verticaliteit en een visuele link tussen de verschillende volumes creëren.”
Openbare ruimtes
De architectuur van de andere gebouwen is in dialoog met de openbare ruimtes. Eerder dan als straten werden deze ontworpen als pleintjes, uitsluitend bestemd voor zachte mobiliteit. De private en publieke circulatiestromen worden gehiërarchiseerd, en de structuren maken een polyvalent gebruik en het beheer van oppervlaktewater als een potentieel stadslandschappelijke veranderlijke, mogelijk. De woonruimtes van de aangrenzende gebouwen zijn gericht op de openbare ruimte zodat deze, vooral ’s nachts, bijdragen aan zijn geanimeerd karakter en om sociale controle door de bewoners te waarborgen. Een grasweide die omgevormd kan worden in collectieve moestuinen verbindt de particuliere gemeenschappelijke tuinen en de Zinnekehoek. In deze laatste publieke ruimte wordt de voormalige rivierbedding gematerialiseerd in een groene rivier door het gebruik grasbestrating.
De architectuur van de andere gebouwen is in dialoog met de openbare ruimtes. Eerder dan als straten werden deze ontworpen als pleintjes, uitsluitend bestemd voor zachte mobiliteit.
Huisvesting en kinderdagverblijf
Het project biedt meerdere woontypologieën binnen elk van de gebouwen. Overal zijn de keukens verbonden met de terrassen en de woonruimtes, en gemakkelijk om te vormen in open keukens. In de Passerstraat zijn de wooneenheden op de begane grond verheven om een zekere privacy te garanderen. Elders speelt de landschapsarchitectuur deze beschermende rol. Op de verdiepingen zijn de woonruimtes gericht op de gevels die de beste bezonning genieten. In antwoord op de wens om het wonen in de wijk te versterken, wordt het kinderdagverblijf een van de motoren binnen het aantrekkelijke aspect van het project. De daarvoor bestemde ruimte laat de ontwikkeling van een programma van 49 bedden volgens de oppervlakken opgelegd door het ONE toe. De architecturale en energetische uitwerking vereenvoudigen een eventuele herbestemming naar andere activiteiten die de bewoners aantrekkelijke diensten kunnen bieden (medisch centrum, enz.).
Energie en omgeving
Het geheel van woningen voldoet volgens de architecten aan de EPB2015-criteria zoals gedefinieerd in het Bijzonder Bestek van de opdracht. “Een samenwerking met het bureau 3E werd opgezet om de energieprestaties van het project te optimaliseren. Een eerste denkwerk richtte zich op de morfologie en de interne organisatie van de gebouwen om bezonning, een diffuse verlichting en de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren. De keuze voor heldere materialen versterkt deze maatregelen (reflectie). Om passieve energieprestaties te bereiken, biedt het project een gasgestookte warmtekrachtkoppeling. Bovendien werden de acquisitieve appartementen die beschikken over een tuindak voorzien van thermische zonnepanelen. Fotovoltaïsche panelen voeden de netwerken van de gemeenschappelijke ruimtes. De materiaalkeuze is gericht op prefabricage, modulariteit, milieuprestaties en gezondheidseffecten.”
“Dit project is een mooi voorbeeld van functionele en sociale gemengdheid. Het toont bovendien aan dat openbare spelers, door samen te werken, in bepaalde wijken in het Brussels Gewest opnieuw de nodige woonaantrekkelijkheid en beredeneerde verdichting kunnen brengen”, besluit Benjamin Cadranel, administrateur-generaal van citydev.brussels.
“Dit project is een mooi voorbeeld van functionele en sociale gemengdheid."