Passiefhuis-Platform lanceert traject Energiesoepele gebouwen

Volgens Passiefhuis-Platform is de tijd rijp om een nieuw traject te ontwikkelen dat kijk voorbij het traditionele passiefhuisconcept. De voorlopige werknaam van het traject luidt ‘Energiesoepele gebouwen’. Erwin Mlecnik van PHP en TU Delft legt uit.

Waarom een nieuw innovatie- en ontwikkelingstraject?

Mlecnik: De ontwikkelingen in de bouwsector staan niet stil. Het passiefhuisconcept was tien jaar geleden nog een radicale innovatie. Nu is de opname van BEN-concepten quasi voorzien in de evolutie van het beleid voor realisaties van nieuwbouw. We merken echter ook steeds meer dat de opgebouwde kennis over passiefhuistechnologieën, -concepten en -certificaten niet altijd een afdoend antwoord biedt op vraagstukken m.b.t. een optimaal energie-efficiënte renovatie van gebouwen, voor de uitwerking van energieneutrale wijken, of voor de realisatie van klimaatplannen voor CO2-neutrale steden. Daarnaast zijn er nieuwe evoluties binnen PHP die maken dat de sine-qua-non relevantie van het passiefhuisconcept in vraag gesteld wordt. Denk bijvoorbeeld aan de recente ontwikkeling van het PHP-certificaat voor netto-nulenergiegebouwen of de invoering van nieuwe conceptdefinities voor renovatie. Tegelijkertijd zijn er ook nieuwe technologische ontwikkelingen die kunnen leiden tot innovaties in de manier waarop we BEN-gebouwen op wijkniveau beoordelen. Zie bijvoorbeeld de ontwikkeling van warmtenetten, slimme meters en smart grids, decentrale en hybride ventilatiesystemen met warmterecuperatie, warmte- en koudeopslag en batterijtechnologie.

 

Wat houdt het innovatie- en ontwikkelingstraject in?

Mlecnik: Al de hogerstaande factoren maken dat de tijd rijp is voor PHP om een nieuw traject te ontwikkelen dat kijkt voorbij het traditionele passiefhuisconcept. We noemen dit traject voorlopig ‘Energiesoepele gebouwen’. Hiermee leggen we de nadruk op onze verwachting dat gebouwen in de toekomst hun energievraag en -aanbod zelf zullen kunnen beheren in functie van het klimaat, de noden en wensen van gebruikers en condities van vraag en aanbod in de energiedistributienetten. Enerzijds verwachten we dus dat er gebouwen gerealiseerd worden die hun energievraag zelf kunnen matchen met hun energie-aanbod. Anderzijds verwachten we dat dergelijke gebouwen zullen bijdragen tot stabiele slimme energienetten en tot de verdere uitrol van hernieuwbare energiebronnen. Met de hierover in kaart gebrachte kennis willen we de realisatie van energiesoepele gebouwen bevorderen en innovaties stimuleren.

 

Hoe helpen we hiermee bedrijven en instellingen?

Mlecnik: Momenteel hebben Vlaamse bedrijven en instellingen geen overzicht of weinig inzicht in verschillende mogelijkheden om energiesoepele gebouwen te realiseren. We willen bedrijven daarom in de eerste plaats kennis aanbieden en aantonen hoe energiesoepele gebouwen zinvol kunnen bijdragen aan toekomstige energienetten. We definiëren kritische aspecten, werken aan definities en traceren de innovaties in de vraagzijde en de vragen in de aanbodzijde. Door deze kennis over te dragen aan bedrijven stimuleren we de versnelde toepassing van energiesoepele gebouwen en zorgen ervoor dat voortrekkers hun eerste realisaties van energiesoepele gebouwen kunnen verwezenlijken en/of technologische innovaties voor deze nichemarkt kunnen ontwikkelen. Bovendien stimuleren we met de opgebouwde kennis de verdere vormgeving van stabiele slimme energienetten. We dragen met deze kennis ook bij aan visievorming in het Vlaams energiebeleid.

 

Waar komt de kennis vandaan?

Mlecnik: PHP staat garant voor het verzamelen en overdragen van kennis uit binnen- en buitenland. Enerzijds heeft PHP al heel wat kennis in huis. PHP heeft methodes ontwikkeld om netto-nulenergiegebouwen te berekenen en te certificeren en geeft ook regelmatig advies aan steden aan gemeenten om energieneutrale gebouwen en wijken te realiseren. Daarnaast zal PHP de komende jaren bijkomende kennis uit het buitenland vergaren door deel te nemen aan de werkgroep Energy Flexible Buildings onder auspiciën van het Internationaal Energie-Agentschap. Op deze wijze zullen onder meer kennisuitwisselingen opgebouwd worden met verschillende universiteiten wereldwijd. Uiteraard werken we in dit traject ook zo veel mogelijk samen met het Vlaams Energie Agentschap en het Agentschap Ondernemen.

 

Wat is de timing van het project?

Mlecnik: De PHP Expert Day op 11 juni 2015 was de officiële lancering van dit innovatietraject met een publieke call voor deelname. De hierop volgende definitiefase (verdere uitwerking van de details van het programma met bedrijven en instellingen) van het Vlaams traject duurt drie maanden. Het Vlaams traject start dan officieel op 1 oktober 2015 en duurt vier jaar. Gedurende de eerste drie jaar organiseren we halfjaarlijks workshops samen met bedrijven en instellingen en verspreiden we kennis aan deelnemende bedrijven en instellingen in de mate waarin deze beschikbaar is en komt. In het vierde jaar wordt de kennis samengevat in openbare rapporten.

Bron: PHP
Deel dit artikel:
Onze partners