Op
I Am Architect 2013 gaat een van de lezingen dieper in op de passieve schoolcampus Hardenvoort in Antwerpen-Noord.
BURO II & ARCHI+I stond in voor het ontwerp dat kadert in de inhaalbeweging van de Vlaamse Gemeenschap voor schoolinfrastructuur, onder de naam ‘DBFM Scholen van Morgen'. De campus zal 550 plaatsen aanbieden verdeeld over 8 kleuterklassen (160 leerlingen), 12 klassen voor de lagere school (240 leerlingen) en 10 middenschoolklassen (150). Tegen september 2015 moet de campus gereed zijn. Studiebureau
Ingenium staat in voor de technieken.
BURO II & ARCHI+I plaatste de drie scholen samen in één gebouw, maar gaf ze vorm in drie afzonderlijke en duidelijk herkenbare bouwvolumes, die de grote stappen in de ontwikkeling van een kind moeten weergeven. De kleuterschool bevindt zich op het gelijkvloers in een gesloten, veilige en geborgen ruimte. De middenschool zit in een toren die zich op de stad en wereld richt. Een kind kan in het gebouw letterlijk opgroeien.
Cascade van buitenruimtes
Het architectenbureau probeerde ook een oplossing te bedenken voor de beperkte oppervlakte die voorzien is voor speelplaatsen. Via een grote buitentrap gaan alle kinderen via hun eigen speelplaats hun school binnen. De kleuters starten onderaan op het gelijkvloers. De oudere leerlingen gaan steeds een niveau hoger, iets waar de jongere kinderen naar kunnen uitkijken. De speelplaatsen liggen opeenvolgend als een cascade van buitenruimtes geschakeld. De grote buitentrap kan ook als tribune ingezet worden bij evenementen.
Breed inzetbare ruimtes als schakel tussen park en stad
Er is een sterkte relatie van de ganse site met het aanwezige park: aan de westzijde is het deel van het park eerder op jongeren gericht (skatebowl, graffiti, het deeltijds kunstonderwijs), terwijl aan de zuidoostzijde eerder aangetakt wordt op voorzieningen voor jonge kinderen (speelplein, recreatieve waterpartij,…). In het basisopzet van het plan worden om die reden de middenschool en de breed inzetbare ruimtes aan de westzijde gesitueerd, en de kleuterschool en de lagere school aan de zuidoostzijde. Op deze manier ontstaat er een logische binding met het park. De breed inzetbare ruimtes bevinden zich op de kop, het schakelpunt tussen park en stad.
Om technische flexibiliteit te garanderen wordt voor de bouw van de school van een gridsysteem uitgegaan van een module van 1,2 meter. Binnenwanden kunnen binnen dit systeem op elke mogelijke manier worden geplaatst en moeten verzekeren dat het gebouw flexibel is in de toekomst. Op die manier kan het inspelen op situaties waarin een ander gebruik van het gebouw opportuun wordt. Het schoolgebouw wordt tot slot een passieve school door de dikkere isolatie, de aandacht voor luchtdichtheid, zonwering, een ventilatiesysteem met warmterecuperatie en passief buitenschrijnwerk met drievoudige beglazing.