Geschenk aan de stad
Er is de laatste tijd heel wat aan de gang in en rond Park Spoor Noord. Het eens zo verwaarloosde en afgeleefde spoorwegterrein kwam de laatste jaren in een mum van tijd weer helemaal tot leven. Met een aantal doordachte stedenbouwkundige ingrepen wist men het park en de omliggende stadsdelen om te toveren in een aantrekkingspool voor jong en oud. Projectontwikkelaar Interbuild, die in deze regio al verscheidene realisaties op z’n naam heeft staan, zal er met de bouw van de nieuwe hogeschoolcampus nog een schepje bovenop doen. In samenwerking met Artesis zocht het naar een ontwerp dat past binnen het stedenbouwkundige concept en de vernieuwende identiteit van Spoor Noord. Dit werd aangeleverd door Poponcini & Lootens ir. arch. (POLO-architects), dat hiervoor een samenwerking aanging met Jaspers-Eyers. De combinatie wil de nieuwe gebouwencluster door z’n sterke architecturale expressie en z’n specifieke vormschikking laten uitgroeien tot een ‘nieuw personage in de stad’.
Campus Spoor Noord
De nieuwe Artesis-campus vormt het sluitstuk van de ontwikkeling van het Spoor Noord-domein. Hij zal aan het uiteinde van het park ingeplant worden, nabij de noordelijke toegang tot de Antwerpse binnenstad. De nieuwe brug aan de smalle uitloper van het park, die uitmondt in de helling die langs, op en onder het schoolgebouw loopt, zal aansluiten op de hogeschoolsite. Een ‘stedelijke trap’ verbindt de site dan weer met de Antwerpse Leien. De auditoria zelf, die verdeeld zijn over een trapeziumvormige hoofdbouw, een rechthoekige zijbouw en een langwerpige laagbouw, zijn gegroepeerd rond een groene binnenplaats. In totaal zal de campus plaats bieden aan negen aula’s, 49 standaard en 57 specifieke leslokalen, 12 PC-lokalen, een bibliotheek, verscheidene ontspannings- en studieruimtes en een cafetaria.
Iconisch
POLO-architects geeft de nieuwe Artesis-gebouwen in z'n ontwerp een hoogst karakteristieke morfologie. Met een tamelijk iconische uitstraling is het een tegenhanger voor het al even opvallende gerechtsgebouw. Er is sprake van een zekere gelaagdheid, die enerzijds een ‘open gevoel’ creëert en anderzijds maakt dat het gebouw zich optimaal kan nestelen in z’n omgeving. Toch doet de bovenbouw, die fungeert als overkraging voor de parkhelling en de stedelijke trap, eerder monolitisch aan en verkrijgt hij met z’n uniforme karakter een typische, eigen identiteit. Het hoofdvolume verkrijgt zijn karakter voorts door de schuine belijning van de trekkers, die niet enkel de krachten optimaal overbrengen, maar ook repetitieve ruitvormen creëren. De vele glaspartijen creëren een zo groot mogelijke transparantie en toegankelijkheid op het gelijksvloerse niveau. Het is voornamelijk de horizontale circulatie die benadrukt wordt. Ze moeten volgens de architecten dienst doen als ‘chillruimten’: plekken die studenten naar eigen goeddunken en gemoed koloniseren.
Duurzaam ijkpunt
Het ontwerp houdt veel rekening met duurzaamheid. Een laag E- en K-peil, duurzaam materiaalgebruik, een geoptimaliseerde technische installatie en gering onderhoud vormen de rode draad. De architecten hechten voorts ook veel belang aan veranderlijkheid en flexibiliteit. De invulwanden in de onderbouw zijn niet-dragend en kunnen dus eventueel weggehaald worden. Doordat de gevels van de bovenbouw hangend zijn, kan ook deze flexibel ingevuld worden. De transparantie van het complex brengt met zich mee dat men handig gebruik kan maken van invallend natuurlijk daglicht. Door z’n sterke identiteit bezit Campus Spoor Noord ook een soort ‘culturele’ duurzaamheid. Als architecturaal pareltje draagt het hij bij tot de stedelijke uitstraling van Antwerpen.
De nieuwe campus zal plaats bieden aan 3500 studenten en wordt – als alles goed gaat – in 2014 in gebruik genomen. Bij de Artesis Hogeschool is men alvast zeer tevreden met wat er door POLO-architects op tafel werd gelegd: “Ik ben blij dat we met de bouw van het complex tegemoet kunnen komen aan de sterke groei van de studentenpopulatie in onze stad,” vertelt voorzitter Camille Paulus. “Bovendien zal Antwerpen er met deze nieuwe campus alweer een architecturaal ijkpunt bij krijgen.”