Wat begon als een kleine opdracht voor een derde bouwlaag op een schoolgebouw in Antwerpen is ondertussen al heel wat groter geworden. POOT architectuur ontwerpt niet enkel de optopping, maar neemt ook het lerarenhuis en de speelplaats van de katholieke school onder handen. Enkele goedgekozen materialen zullen voor een verbinding zorgen tussen de aparte delen. Daarnaast laat het architectenbureau vooral de architectuur spreken in het sobere gebouw.
De derde bouwlaag op het schoolgebouw zal zes klaslokalen bevatten waar scholieren vooral de vakken mode en plastische opvoeding zullen krijgen. Door de lokalen te clusteren en geen interne circulatie te voorzien, kunnen de architecten de optopping terugtrekken van de rand van de bouwlaag en ontstaat er een overdekte buitengang met bloembakken als borstwering om wat groen in de gevel te brengen. Zo bespaart POOT architectuur niet enkel op vierkante meters, maar past het bureau ook het idee van de openluchtschool van vroeger toe.
Openluchtschool
Met de huidige pandemie lijkt het volgens Sarah Poot, zaakvoerder van POOT architectuur, geen slecht idee om terug te gaan naar open scholen waar leerlingen veel naar buiten gaan en verluchting centraal staat. “Het voorstel is ook heel goed onthaald door de opdrachtgever”, zegt de architecte. “We moeten in de steden hoe dan ook veel meer de daken beginnen benutten. Dat hier dan een nieuwe buitenruimte en lokalen komen, is volgens mij heel waardevol.” De leerlingen zullen in de toekomst dus naar buiten moeten om naar het volgende klaslokaal te gaan.
De optopping kunnen de scholieren bereiken via de twee glazen trapkokers of via de gesloten liftkoker. De hoeken van de uitbreiding zijn bovendien afgesneden. Zo ontstaat er meer ruimte onder de passerelle. “Misschien kunnen leerlingen dan eens buiten een tafel zitten of aan groepswerken werken”, zegt Poot. “Dan wordt het net iets meer dan een buitengang.” Omdat vooral de richting mode de nieuwe klaslokalen zal gebruiken, creëert het architectenbureau erkers die kunnen dienen als vitrine om de nieuwe creaties van de scholieren te tonen.
Daarnaast kiest POOT architectuur voor een lichte constructie uit stalen kolommen en wanden en een dak uit CLT, want de constructie van het gebouw is niet voorzien op een derde bouwlaag. In het dak voorziet het architectenbureau ook enkele koepels om extra licht binnen te trekken, want door de luifel, die in de zomer de warmste zon zal tegenhouden, zal er in de winter minder zonlicht in de lokalen toetreden. Toch is niet enkel licht belangrijk in ontwerplokalen, maar ook ruimte voor grote tafels is wenselijk. Daarom voorzien ze tussen de klaslokalen zelf een harmonicawand zodat ze gemakkelijk samengenomen kunnen worden. Op die manier kan de school kiezen tussen een groot lokaal of twee gewone lokalen. Een van de zes lokalen zal, op vraag van de school, ook dienstdoen als een winkeltje voor de modeafdeling.
Oorspronkelijke toestand
De bestaande klaslokalen worden ook gerenoveerd door het architectenbureau. De ontwerpers kiezen ervoor om het gebouw te herstellen naar de oorspronkelijke toestand en akoestisch te verbeteren. Zo nemen ze onder andere de verlaagde plafonds weg en voegen ze een ventilatiesysteem C, namelijk raamroosters, toe. De bestaande tegelvloer en andere goede, authentieke elementen worden wel behouden. Daarnaast voorzien ze ook zonwering aan de zuidelijkgerichte voorgevel.
Lerarenhuis
Omdat POOT architectuur zelf nog een voorstel gedaan heeft om ook de speelplaats en het lerarenhuis te herbekijken, is de opdracht ondertussen dubbel zo groot geworden. Het bureau al dus ook de grijze, rommelige speelplaats renoveren. Volgens het architectenbureau heeft die nu verschillende niveaus. Zij brachten die terug tot twee niveaus met een soort arena waar onder andere de opleidingen woord, kunst en drama opvoeringen kunnen doen. De trappen kunnen ze dan gebruiken als zitplaatsen. De architecten vormen ook een link met de materialen op het dakterras. Daarom kiezen ze voor een beige kiezelsteen en betondallen. Die keuze moet de donkere, ingesloten, stedelijke speelplaats verzachten en frisser maken.
Ook het lerarenhuis, dat nu een rijwoning is, wordt onder handen genomen door POOT architectuur. Daar zullen de bureaus van de directie, vergaderlokalen en andere functies voor leerkrachten komen. Binnenin wordt dat gebouw volledig gelinkt aan het schoolgebouw, maar de zandsteenkleurige baksteen van het rijhuis wordt behouden. De kleur ervan zal terugkomen in de details van de rode schoolgevel bijvoorbeeld als zandkleurige raamkaders. Ook de driedeling van de ramen trekt het architectenbureau door. Op die manier maakt POOT architectuur wel een connectie tussen de twee gebouwen, maar kiezen ze er bewust voor om ze niet met elkaar te laten concurreren en de meeste eigenschappen van het voormalige huis te behouden. Enkel de gesloten plint zal duidelijk maken dat het niet een van de vele rijwoningen in de straat is.