Prijs van de Belgische architectuur – De Boerekreek van Coussée en Goris

Door de hoge moeilijkheidgraad van de opdracht koos de Provincie ervoor om de ontwerpers aan te stellen via de ''Open Oproep'', een selectieprocedure die begin 2003 werd georganiseerd door de Vlaamse Bouwmeester. Vijf architectenbureaus haalden de eindronde. Ralf Coussée en Klaas Goris uit Gent kwamen uiteindelijk als laureaat uit de bus.

De drie in U-vorm geordende vleugels zijn geplaatst rond een centraal landschapsplein, een configuratie die rechtstreeks verwijst naar de bestaande typologie van hoevecomplexen in het Meetjesland. Het plein als ‘cour d’honneur’, als verzamelplaats met mogelijkheden voor ontmoetingen, teamvorming en sportactiviteiten.
In de lange, lage vleugel zijn de verblijfsunits en een berging voor watersportmaterialen ondergebracht. De kleine slaapkamers komen uit op een open galerij die strak geritmeerd wordt door houten portieken. Het andere paviljoen, dat een polyvalente ruimte huisvest, is een transparant volume volledig opgebouwd uit glas en hout. Vanuit de binnentuin kijkt men dwars naar het open landschap.
Parel aan de kroon is ongetwijfeld de manege met binnenpiste en stallingen. Voor de dakstructuur inspireerde ingenieur Guy Mouton zich op de traditionele Zeeuwse schuren die nog her en der in het polderlandschap staan opgesteld. Het dakspant is geen massieve overspanning maar een broos gebinte dat via bouten en stalen stangen jongleert met evenwicht en gewicht. De ontwerpers hebben hier aangetoond dat poëzie en rationaliteit, natuur en architectuur hand in hand kunnen gaan.