Gelet op het feit dat er voor de energetische renovatie van gebouwen vooralsnog geen algemene regels in verband met de volgorde van de uit te voeren werken bestaan die voor alle gebouwen van toepassing zijn, spitst het WTCB zich in dit artikel toe op de aandachtspunten die vanaf de aanvang van het renovatieproject in aanmerking genomen moeten worden.
Langetermijnvisie voor het prioriteren van de werken
Er wordt vaak gezegd dat men met de isolatie moet beginnen om het vermogen van de verwarmingssystemen te kunnen verminderen. Voor bepaalde gebouwen is dit echter niet altijd het beste advies. Zo kunnen de systemen zodanig zwak presteren dat het meer zou renderen om ze meteen te vervangen in plaats van een volledige – eventueel gefaseerde – renovatie van de gebouwschil af te wachten. Het is eveneens mogelijk dat tijdelijke, kleinschalige maar energiebesparende werken rendabel zijn, aangezien ze goedkoop zijn en dadelijk uitgevoerd kunnen worden (eventueel door de gebruiker). Tot slot kan het dringende karakter van bepaalde werken de volgorde van de renovatiewerken bepalen.
Er treden tal van interacties op tussen de verschillende bouwelementen. Bijgevolg dient men de gebeurlijke invloed van een werkzaamheid op eventuele toekomstige renovatiewerken na te gaan. Zo moet men bij de renovatie van de thermische isolatie van de gevels anticiperen op de aansluiting met de ramen of het dak. Deze verschillende interacties worden in de WTCB-Dossiers 2012/4.2besproken.
De eigenaar van een gebouw kan zich daarom best laten bijstaan door een bouwprofessioneel (bv. een energieauditeur) om een globaal beeld te krijgen van de uit te voeren werken.
Thermische isolatie, luchtdichtheid en ventilatie: een onafscheidelijk trio
De energetische renovatie van een gebouw steunt idealiter op een globale aanpak die op drie pijlers berust: luchtdichtheid, ventilatie en thermische isolatie. In het geval van een gefaseerde renovatie is het echter niet altijd evident om deze drie aspecten gelijktijdig te behandelen.
Gelet op het feit dat de luchtdichtheid en de thermische isolatie meer verband houden met de gebouwschil, kunnen zij samen behandeld worden. Dit is met name het geval bij de renovatie van hellende daken. Hierbij zullen de plaatsing van de thermische isolatie langs de binnenzijde enerzijds, en van het luchtscherm anderzijds, gelijktijdig gebeuren (zie "Energetische renovatie van hellende daken"). Bij de vervanging van de ramen moet men erop toezien een luchtdichte aansluiting met een doorlopend uitgevoerde thermische isolatie tot stand te brengen (zie "Renovatie van bestaande vensters").
Wanneer men van plan is om de ventilatiesystemen te vernieuwen, kan het nuttig zijn om reeds de nodige openingen te voorzien door tijdens de renovatie van bepaalde wanden bijvoorbeeld mantelbuizen aan te brengen.
Het is steeds van groot belang om te verzekeren dat de binnenlucht voldoende ververst wordt door een ventilatiesysteem te installeren (zie "Renovatieoplossingen voor ventilatie"). Dit zou bij voorkeur vóór de verbetering van de luchtdichtheid moeten gebeuren om voorrang te geven aan de luchtkwaliteit.
Uiteindelijk maakt een luchtdichtheidsprestatie van 3 m³/(h.m²)(uitgedrukt in ⩒50) een gemiddeld niveau uit. Bij doorgedreven renovaties is het mogelijk om betere prestaties te behalen. We willen erop wijzen dat deze waarden niet per se gelden voor bepaalde gebouwtypologieën, zoals appartementen.
Renovatiedetails: lock-in vermijden
Net zoals bij nieuwbouw, is een goede planning en zorgvuldige uitvoering van de bouwdetails bij renovatieprojecten van primordiaal belang. De kwaliteit van de detaillering heeft immers een grote impact op het energieverbruik van een gebouw. Zo kan de reële U-waarde van een gevel met koudebruggen 2 tot 3 keer slechter zijn dan wanneer er geen koudebruggen aanwezig zijn. Het opdrijven van de warmteweerstand R van de na-isolatie tot meer dan 1,5 à 2 m².K/W zal vanuit een energetisch oogpunt dan ook enkel zin hebben wanneer ook de bouwknopen zorgvuldig behandeld worden (voor meer informatie, zie de WTCB-Dossiers 2013/2.4).