Privacy en gemeenschapsgevoel in WZC Aquamarijn van Jef Van Oevelen

Werkzaamheden

Bij de uitwerking van het woonzorgcentrum hield het architectenbureau rekening met de omwonenden. Daarom stond een nauwgezette afweging van publieke, semipublieke en private ruimte centraal. De architecturale afbakening en tussenliggende circulatie vangen die verschillen op. Bovendien verbinden ze de onderdelen zowel onderling als naar het nabijgelegen centrum van het dorp. De KU Leuven heeft uitgebreid wetenschappelijk onderzoek verricht dat als basis diende voor het circulatieplan. 

Één geheel

Het complexe gebouw huisvest  het rust- en verzorgingstehuis (RVT) met de administratieve en logistieke ruimten, de cafetaria en het dagverzorgingscentrum en groepeert deze rond verschillende half afgesloten binnentuinen. Belangrijk op te merken is dat ze wel één geheel vormen. Eén gebouw met een deels publiek en een deels semipubliek karakter. Bovendien omvat het RVT ook een besloten afdeling – met een eigen binnentuin – voor 28 demente bejaarden.

Privacy

De assistentiewoningen zijn aansluitend ingedeeld, maar in een apart gebouw met eigen ingangen. De drie bouwlagen zijn gericht op beschermend wonen en zorgen voor grote privacy. De assistentiewoningen zijn gesitueerd in een tweede binnentuin. Eigen terrassen en tuintjes op het gelijkvloers en terrassen op de tweede verdiepingen bieden de gebruikers een nog groter gevoel van privacy. Omdat de assistentiewoningen verbonden zijn met het RVT, kunnen de bewoners vlot gebruik maken van de diensten van het dagverzorgingscentrum en RVT (zoals cafetaria en wellness). De bewoners komen daardoor makkelijker in contact met andere bewoners in het buitengedeelte.