In Heusden-Zolder zwaaide het nieuwe cultuurcentrum MUZE recent zijn deuren open. Het CC is voor een deel ondergebracht in de vroegere ophaalmachinegebouwen van de steenkoolmijn van Zolder en voor een deel in een nieuwbouw die ertegenaan werd gezet. De TV AAQ, gevormd door Q-BUS Architectenbureau en ARAT, ontwierp het nieuwe cultuurcentrum. De studiebureaus IKP Engineering, Raco en TTAS theaterbouw stonden in voor respectievelijk elektra, HVAC en de theatertechniek. De THV Vanderstraeten-Houben-Monument Vandekerckhove voerde de werken uit.
“Het totale complex is goed voor zo’n 4.800 m² aan vloeroppervlakte en combineert de ophaalmachinegebouwen van de voormalige Zolderse steenkoolmijn op elegante manier met een nieuwbouwvolume”, vertelt Luc Nizet, architect en zaakvoerder van Q-BUS. “Het kloppend hart van het nieuwe CC, de theaterzaal voor 400 personen, werd ondergebracht in het gerestaureerde ophaalgebouw 3 met annex. De theaterzaal is 300 m² groot en heeft een vrije hoogte van 17 meter. De theatertoren is uitgerust met een rollenzolder en zo’n 40 theatertrekken voor de manipulatie van decorstukken en verlichting. Om dat niveau gemakkelijk bereikbaar te maken met decorstukken, werd een theaterlift van 15 m² gemonteerd die tevens aansluiting geeft met de begane grond en de kelder.”
Kleine schouwburg onder theaterzaal
Want de theaterzaal ligt niet op de begane grond. “Het voormalige ophaalgebouw 2 fungeert als foyer voor de grote theaterzaal. Omdat de aansluiting tussen de theaterzaal en de foyer in ophaalgebouw 2 op het niveau van de compressorenzaal van dat laatste gebouw werd gemaakt, situeert de theaterzaal zich vijf meter boven de begane grond. Daardoor was er onder de theaterzaal nog plaats voor een kleine schouwburg voor 200 personen, of de Zwarte Zaal, en het MUZEcafé.”
Nieuwbouw strak en sober
Het nieuwbouwgedeelte oogt met zijn grijze baksteen strak en sober, maar toch is er sprake van een bepaalde harmonie met de historische mijngebouwen. De nieuwbouw bevat een tweede foyer, een balzaal met een capaciteit van 600 bezoekers met industriële keuken, opnamestudio’s, de artiestenloges en opslag- en administratieve lokalen. “Er werden zeer hoge akoestische eisen opgelegd door de opdrachtgever”, aldus nog Nizet. “De balzaal en theaterzalen kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren want zijn volledig akoestisch gescheiden. Gezien de aanwezigheid van woningen in de directe omgeving, was ook de akoestiek naar buiten toe van primordiaal belang.”