RE|CORE: best practice in duurzaamheid én kostenefficiëntie

RE|CORE is met 90.000 m² bijzonder uitgestrekt en bestaat uit diverse gebouwen. Volgens Maarten Ooms is vooral het voormalige naaiatelier van de meubelfabriek een mooi voorbeeld van hoe de hele site op een duurzame manier transformeert.

Van naaiatelier naar duurzaam kantoorgebouw

“We maken van dit gebouw een toekomstbestendig kantoorgebouw, en daarbij hebben we alles kritisch overwogen om de energievraag en de verwarmings- en koelingsbehoeften tot een absoluut minimum te beperken. Door slimme keuzes in het ontwerp hebben we een duurzamer ontwerp gerealiseerd én tegelijk de bouwkosten verlaagd,” zegt Ooms.

De bestaande gebouwstructuur en raamopeningen werden daarbij optimaal benut. De kenmerkende grote ramen zullen ook na de renovatie voor veel natuurlijk daglicht blijven zorgen. Maar dankzij een geïntegreerde aanpak met slimme toevoegingen zoals ventilatieluiken, zonwerend glas, screens en zelfs strategisch geplaatste bomen blijft de opwarming toch beperkt.

Ooms benadrukt dat duurzaam bouwen hierdoor niet duurder hoeft te zijn. “Het is een misvatting dat duurzaamheid altijd hogere kosten met zich meebrengt. Dankzij de doordachte buitenschil konden we een eenvoudige verwarmings- en koelingsoplossing implementeren, in plaats van het aanvankelijk geplande klimaatplafond. Zo besparen we een half miljoen euro én meer dan 1.000 ton CO₂.”

Optimalisatie door samenwerking en simulaties

De nauwe samenwerking tussen Schüco en Enerdo speelde een cruciale rol in het succes van dit project. “Bij Schüco hebben we onze duurzame mogelijkheden samengevat in een menukaart, gericht op design, build, operate en recycle,” legt Joep Römgens uit. “De grootste impact maken we in de designfase. Hier bepalen we raamformaten, gevelmaterialen en andere belangrijke factoren die CO₂-uitstoot, kosten en bouwtijd beïnvloeden. Net daarom was het zo belangrijk dat we hier al vanaf het begin bij werden betrokken.”

Maarten Ooms voegt toe: “Samen met Schüco hebben we via dynamische gebouwsimulaties minstens honderd combinaties getest op het gebied van zonwering en ventilatie. Uiteindelijk bleven er slechts twee opties over die voldoen aan de huidige en toekomstige eisen in het licht van klimaatverandering.”

Slimme gevels met het Internet of Facades (IoF)

Een ander hoogtepunt van RE|CORE is de toepassing van het Internet of Facades (IoF). Elk raamelement krijgt een ID-tag met een QR-code. “Dit systeem biedt toegang tot gedetailleerde informatie over de materialen, waardoor onderhoud en hergebruik eenvoudiger worden,” aldus Römgens. “Op die manier verlengen we de levensduur van materialen en maken we het gebouw toekomstbestendig.”

“Daarnaast wordt er een digital twin van de site ontwikkeld, die samen met IoF waardevolle inzichten biedt. Dat zal niet alleen handig zijn tijdens het gebruik, maar ook in de verre toekomst bij de uiteindelijke demontage van het gebouw,” vult Ooms aan.

Maximaal circulair

Zowel Schüco als Enerdo hechten groot belang aan circulariteit. “Bij Schüco gebruiken we zoveel mogelijk gerecycleerde materialen,” legt Römgens uit. “Onze aluminium raamprofielen bestaan uit een hoog percentage gerecycleerd materiaal en worden geproduceerd met hernieuwbare energie. Dit levert een CO₂-winst op van 38% tot zelfs 47% bij de ultra low carb profielen die hier zijn toegepast.”

Ook het sloopproces wordt bij RE|CORE circulair aangepakt. “We hebben een sloopcatalogus opgesteld om materialen selectief te scheiden en hoogwaardig te hergebruiken,” vertelt Ooms. “Cellenbetonpanelen die nog bruikbaar waren, worden opnieuw ingezet. Minder geschikte panelen zijn gerecycleerd, en de rest is lokaal verwerkt om nog eenmalig als kattenbakvulling te dienen. We hebben dus echt alles uitgepuurd.”

Inspiratie en voorbeeld voor meer geoptimaliseerde projecten

Het RE|CORE-project biedt waardevolle inzichten voor toekomstige renovaties. Römgens benadrukt: “Het was voor ons heel leerrijk om dit traject te kunnen voeren met een dynamische gebouwsimulatie. Onze eigen simulaties richten zich immers vooral op de gevels. Met deze dynamische gebouwsimulatie namen we daarentegen het hele gebouw mee. Dit traject heeft ons bovendien geleerd dat lowtech-oplossingen vaak de grootste winsten opleveren. Maar dan moet je wel absoluut al vanaf de beginfase met alle stakeholders samenwerken.”

Ooms sluit zich daarbij aan: “Hoe vroeger een technisch studiebureau en andere kernspelers betrokken worden, hoe beter we duurzame en efficiënte oplossingen kunnen integreren. Dit project laat zien dat duurzaamheid en betaalbaarheid mits die voorwaarde hand in hand kunnen gaan.”