"Wanneer ik een recensie schrijf over een architectuurboek (what’s in a name) zoek ik eigenlijk een antwoord op twee vragen. Primo, vind ik zelf het boek inspirerend, relevant, interessant, boeiend, lezenswaardig? Secundo, heeft het boek een meerwaarde, een nutsfactor, een businessmodel of betreft het louter een duurder vormgegeven portfolio mét curriculum vitae?" Filip Canfyn geeft een antwoord op deze twee vragen voor de publicaties 30 – Atelier MA+P en RENOVATE!.
Architecten lijden wel eens aan publicatiedrang, net als universiteitsprofs, maar die laatsten hebben voor hun drift geen sponsors nodig, laat staan dat ze hun werk op eigen kosten uitgeven. En toch, een architectuurboek moét niet narcistisch worden.
Ik besef ook dat een Robbrecht-en-Daem-boek iets milder gerecenseerd wordt. Een grote naam krijgt sneller respect en heeft meer verkoopkansen, ook in het buitenland. Daarom krijgt het boek echter niet per se betekenis of een lezerspubliek. De laatste joekel van het architectenpaar (730 blz., 60 euro, in het Engels), bijna zonder foto’s, zal wellicht heel wat bijdetijdse kopers ontgoochelen en stof vangen als zwaar salontafelboek.
Een architectuurboek moét niet narcistisch worden.
‘30 – Atelier MA+P’, met 30 werken, 370 bladzijden en welgeteld 13 sponsors, lijkt mij louter voor eigen gebruik gemaakt. Ik vind hier geen bal aan. Nochtans houd ik een goede herinnering aan Jan Maenhout (het boek gaat over zijn atelier) als ontwerper van intelligente sociale woningen (denk aan de WISH-periode met Jo Crépain) maar hier drukt de architect trendvolgend werk af op een trendvolgende manier. Architectuur in banaaltaal, met alle truken van de hedendaagse vormenfoor, een krampachtige strakheid met metselwerktexturen, gevelkaders en raamverspringingen, die we nu óveràl moeten aankijken. En die slappe soep wordt dan nog eens opgediend met prenten, die de alombekende menspoppen, graspollen, boomvlekken en vogelslierten uit het computerpotje vertonen. Zelfs de Keith Haring-streepjes op schema’s ontbreken niet …
Hopelijk heeft Jan Maenhout een uitgebreide familie en beleefde klanten. Spijtig.
Dames en heren, ik recenseerde zonet een goed architectuurboek. Oef.
‘RENOVATE!’ van auteur én uitgever Studio LENS°ASS, het architectenkantoor van Bart Lens, is dan weer een ware verademing, om drie redenen.
Een, ik proef een aanstekelijke cocktail van finesse, warmte, humor, respect, vakmanschap, inventiviteit én leven. Architectuur wordt simpel en sexy. Men kan wel zeggen dat men de geschiedenis gewoon verder wil schrijven maar Lens doet het op een spitante manier, in werk, woord en beeld.
Twee, zijn renovatiewerk is inderdaad goed. Ik geniet van de badmeesterstoel-bibliotheek met het hoofd in de wolken, een letterlijk overtreffende trap, in een stal bij een modernistische villa. Ik geniet van practical jokes zoals de extravagante caravan, bekleed met baksteenstrips, en van de kleine caravan, gebruikt als kippenhok. Ik geniet van de watertoren (daar is Crépain weer) met een circulatiepijp in ongeordend gestapelde bakstenen. Ik geniet van de havencontainers voor bezoekers in de immense Bokrijkschuur, die uit een polderdorp weggehaald wordt.
Drie, ik heb de teksten kùnnen lezen. Ze willen immers iets vertellen, dat steek houdt, en ze worden gezond geschreven. Ik heb zelfs een citaat in mijn eeuwig boekje genoteerd: “Bij (sommige) promotoren gaat het om de verkoop van ‘slaapkamers’, meer dan de verkoop van ‘leefruimten’. Het is namelijk in de wereld van immobiliën zo dat het aantal slaapkamers gelinkt wordt aan het al dan niet betaalbaar zijn van een appartement.”
Dames en heren, ik recenseerde zonet een goed architectuurboek. Oef.