Vertrekken van markante gebouwen en architecten uit de 20ste en 21ste eeuw om het historisch verhaal van de stedelijke transformatie te vertellen is een interessante en relevante methode van geschiedschrijving. Eric Van Hove, met de ruggesteun van het Brugs Stadsarchief, maakt er een uitermate boeiend en leesbaar boek mee over de randgemeenten rond de Brugse binnenstad.
Brugge is véél meer dan een goed uitgebate binnenstad. Daar verblijven nog amper 20.000 meestal bemiddelde zielen terwijl de 100.000 andere Bruggelingen vooral de verstedelijkte eerste rand bevolken en in mindere mate de industriële en groene corridor naar de haven en de zee toe. Hoe de wijken van die Brugse meerderheid de laatste honderd jaar groeiden en al dan niet bloeiden wordt door Eric Van Hove (ex-stadskranter, ex-stadsjournalist en ex-stadsambtenaar, altijd Lastige Bruggeling met een strijdend hart voor stad en stedelijkheid). Hij pakt veertien maal een gebouw vast, of een architect, of een stedenbouwkundig plan, … om scherp én zalvend te vertellen wie wat wanneer voor had met de omliggende wijk. Hij puzzelt een stad bijeen met wat eerst afzonderlijke stukken lijken. Die vormen echter samen de veelkleurige collectieve biografie van de Brugse architectuur en stedenbouw extra muros, die altijd moesten onderdoen voor de idolatrie ten voordele van de mercantiele binnenstad. Het boek maakt een intelligente reis met als gidsen Huib Hoste, Paul Felix, Arthur Degeyter, Jan Willem Neutelings, Joseph Stübben, Rem Koolhaas, Toyo Ito en zovele anderen.
Zoals dat andere recente Brugge-boek ‘Beeld van een stad’, dat de integratie van hedendaagse artchitectuur en kunst belicht en eveneens een alternatieve visie op het Unesco-Brugge geeft, definieert ‘Een droom van een stad’ een format, die ook door andere steden kan gebruikt worden om aan een meer inclusieve geschiedschrijving te doen. Dat is immers dé kwaliteit van het werk van Erik Van Hove.
'Een droom van een stad'
Eric Van Hove
Stad Brugge, 2020