Vijf jaar onderzoek levert een buitengewoon interessant en relevant boek op over eigenlijk een nicheproduct, over crematoria. Zeer systematisch wordt de vraag beantwoord wat architectuur kan betekenen voor deze confronterende bouwopgave. Zo wordt zeer open en breed nagedacht over een blijkbaar nog altijd moeilijk onderwerp.
48 crematoria in gans Europa werden bezocht, 26 geselecteerde voorbeelden worden uitgebreid geïllustreerd. Drie Vlaamse voorbeelden, elk goed voor jaarlijks ruim 3.000 crematies, bekoren terecht de auteurs: Uitzicht in Kortrijk (Eduardo Souto de Moura – SumProject, 2011), Hofheide in Holsbeek (RCR Arquitectes – Coussée & Goris architecten, 2013) en Heimolen in Sint-Niklaas (Claus en Kaan Architecten, 2008). Twee andere projecten steken er boven uit: het kleine Skogsljus in Gävle (Zweden) (ELLT arkitektkontor, 1965), dat het epitheton “symbiose van architectuur, naaldbos en natuurlijk licht” meekrijgt, en het monumentale Baumschulenweg in Berlijn (Duitsland) (Schultes Frank Architekten, 1998), 10.000 m² serene en subtiele efficiëntie. Met deze voorbeelden wordt zeer tastbaar aangeduid dat een crematorium techniek en ceremonie zowel moet verzoenen als opsplitsen: de paradox moet door het ontwerp opgelost worden. En als dat goed gedaan wordt noemen de auteurs het proces en het resultaat ‘architectuur’, een term, die zoals altijd een a priori veronderstelde kwaliteit toegedicht krijgt. Die architectuur moet het overschrijden van een drempel stimuleren, moet de reflectie over dood en verassen mogelijk maken.
Na de prentjes maken Valentijn en Verhoeven hun boek helemaal significant met een gedegen vergelijkende analyse rond diverse topics: historiek, locatie, oppervlakte, capaciteit, logistiek, crematie, ritualiteit en zelfs schoorstenen. De theoretische essays en de interviews van het laatste deel zetten een geslaagd punt achter dit intensief onderzoek. Onderstaande twee citaten mogen de relevantie van het crematorium én het boek onderlijnen.
“Bij een crematorium gaat het om zo min mogelijk. Het beste crematorium zou bij wijze van spreken geen gebouw zijn. Hoe kom je feitelijk zo dicht mogelijk bij het ontwerpen van ‘geen’ gebouw?” (Claus en Kaan architecten)
“De architectuur kan het technische aspect van de destructie van het lichaam uitwissen en het crematorium een ziel geven. De architectuur maakt het verschil: als we geen architectuur maken voor crematoria, waarom dan wel?” (PLAN01 Architectencollectief)
GOODBYE ARCHITECTURE, De architectuur van crematoria in Europa
Vincent Valentijn en Kim Verhoeven
nai010 uitgevers, 2018