Recensie: Jan Gehl - Steden voor mensen

De vertaling van “Byer for Mennesker” (2010) van de tachtigjarige Kopenhaagse architect Jan Gehl leest als de vriendelijke en optimistische memoires van een stadsplanner, die werkte in New York, Moskou, Rotterdam, San Francisco en vooral Kopenhagen zelf en die moe maar tevreden zijn filosofie nog eens op papier zet.

Zijn boek is een continu pleidooi, met principes, recepten en een toolbox, voor een geëngageerde, humanistische benadering van architectuur en stedenbouw, voor de traditionele rol van stedelijke ruimte als ontmoetingsplek en sociaal forum voor stadsbewoners, voor stadsontwikkeling vanop ooghoogte. Die stadontwikkeling moet vier doelstellingen in zich dragen: een stad vol levendigheid, veiligheid, duurzaamheid en gezondheid voor mensen.

Natuurlijk propageert hij de Kopenhagen-stijl, die leidt tot meer fietsers, meer voetgangers, meer water, meer terrasjes, meer straten, meer pleinen, meer kleinschaligheid en bovenal een bétere densiteit. Natuurlijk looft hij Venetië als 5km/u-stad, waar de overgang van snel naar traag verkeer niet aan de voordeur van de stad maar aan de grenzen van de stad gebeurt. Natuurlijk wordt hij lyrisch van de Piazza del Campo in Siena, een 100%-plek (een term van William H. Whyte), die alle belangrijke stedelijke omgevingskwaliteiten binnen een geslaagd architecturaal geheel verenigt. Natuurlijk wordt met het wierookvat gezwaaid richting Vauban-Freiburg, Almere, BOo1-Malmö en andere usual suspects.

So far so good. Tot het optimisme de overhand neemt en de realiteit niet meer ziet. Er wordt slechts zijdelings vermeld dat in het centrum van Kopenhagen nog amper 7.000 mensen wonen. Ongelijkheid in de stad wordt enkel bekeken als een oorzaak van criminaliteit en privacybeperking ten nadele van de publieke ruimte. Een goede stad wordt vergeleken met een geslaagd feest: de gasten moeten blijven rondhangen omdat ze zich vermaken. En in een interview (Bruzz, 15.09.16.) praat Jan Gehl gentrification goed, vooral in slechte steden, als bevestiging van de stedelijke vooruitgang. Hij verontschuldigt de stadsplanners voor zo’n nevenschade: het marktsysteem bestaat en doet de rijken gaan waar  de kwaliteit het hoogst is, zonder dat ze zich zorgen maken over de vraag waar de verpleegsters en de politiemannen, die hen bedienen, zullen wonen. Dat is niet de taak van de stadsplanners, zegt Gehl, maar van het sociale huisvestingsbeleid … Deze opa van de stedenbouw heeft blijkbaar ook een lui oog.

Ik heb een enorme sympathie voor dit boek vol helderheid en engagement maar ik stoor mij aan de vrijblijvendheid. Dit boek, waarvoor Pascal Smet niet toevallig het voorwoord schrijft, is inderdaad een ideaal kerstcadeau voor politici, architecten en stedenbouwkundigen (een kerstcadeau, waaraan ik onbescheiden mijn eigen verkavelingsvlaanderenboek zou toevoegen …) omdat vele stedelijke stakeholders inderdaad hun voordeel kunnen doen met de Kopenhagen-inzichten. Dié inzichten hebben de meeste stakeholders immers niet. Echter, we moeten ook eerlijk blijven: Gehl gaat voor de pretstad, de feeststad en de vermiddenklassing van de stad, zonder zich zorgen te maken over ongelijkheid en diversiteit. Hij gaat voor het stedelijk beleven maar ligt niet wakker van het stedelijk overleven. Het mag allemaal tof worden maar het voortbestaan van stad en samenleving ziet hij overmorgen wel. O ja? Moeten we nu echt zo fier zijn op het Kopenhagen-model met ocharme 7.000 happy few bewoners en onbetaalbare woon- en horecaprijzen? Of op het reservaat voor groene middenklassers in een duur Vauban? Ongelijkheid in de stad gaat over meer dan de voor de exclusieve bewoners ambetante criminaliteit, het gaat voor velen over bestaans- en woonzekerheid, noch min noch meer. Jan Gehl staat voor een braaf idealistisch formalistisme vanuit het klassiek ontwerpersyndroom: als iets kan ontworpen worden kan het geen probleem meer zijn, voor wié ontworpen wordt is minder belangrijk dan wàt ontworpen wordt.

Het boek “Steden voor mensen” van Jan Gehl heeft twee grote troeven. Wie vijand is van de stad kan hier heel wat inspiratie vinden om van die stad toch een leefbaar idioom te maken. Wie bezorgd is voor de stad kan hier heel wat munitie vinden om te blijven pleiten voor een aanpak, die rekening houdt met àlle stadsbewoners, vandaag en morgen.

 

Info

  • Auteur: Jan Gehl
  • ISBN: 978 90 4961 458 4
  • Aantal bladzijden: 291
  • Basisprijs: 49,90 euro
  • Uitgeverij: Vanden Broele
Deel dit artikel:
Onze partners