Op 26 november publiceerde Architectura.be een foutief artikel over de Sociale Huisvesting Prins Regentplein in Kessel-Lo. Niet Dewil architecten maar wel Architectenbureau Jan Maenhout tekende het winnende ontwerp. De werken starten in de loop van 2016-2017. Hieronder volgt de rechtzetting met de correcte projectinfo.
In het voorjaar van 2014 schreef Huisvestingsmaatschappij Dijledal een wedstrijdvraag uit ter vervanging van 2 woonblokken rond het Prins- Regentplein te Leuven, daterend uit 1957. Architectenbureau Jan Maenhout bood het winnende antwoord met de vervanging van deze blokken door een nieuwbouw met gedifferentieerde woontypologie inclusief ondergrondse parking en commerciële ruimte.
Integratie
Het project streeft naar stedelijke integratie waarbij sociale interactie naadloos samenwerkt met individuele privacy. Dit zowel voor bewoners als omwonenden. De visuele entiteit van de witte blokken ent zich naadloos in het omliggende weefsel. 64 wooneenheden zullen worden opgetrokken in 2 witte blokken van 4 bouwlagen. Enkele kleuraccenten geven de blokken een persoonlijke uitstraling. De blokken articuleren de grenzen van het plein, terwijl doorsteken zorgen voor een connectie tussen het plein en de omliggende buurt. Het plein is enkel toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Auto’s verdwijnen in een ondergrondse parking bereikbaar vanaf de rand van het plein.
Privacy
Iedere wooneenheid beschikt over een individuele buitenruimte. De leefruimtes en terrassen zijn in hoofdzaak naar het plein gericht, waardoor privacy van de omliggende buren maximaal gewaarborgd is. De passerellen en terrassen zijn gesitueerd aan de zijde van het plein en vormen op die manier de link tussen het leven op het plein en datgene in het gebouw. Het gebruik van hoge ramen geeft de bewoners steeds een breed perspectief op de publieke zones alsook het maximaal binnenhalen van het zonlicht en warmte.
De wooneenheden zijn grondgebonden of toegankelijk via een beperkt aantal circulatiekernen en passerellen. Er is een grote mix in woontypes waarbij grootste types zich op de hoeken bevinden. Overige woningen genieten van doorzonprincipe. Gebouw B wordt voorzien van een commerciële sokkel, licht teruggetrokken, met maximale transparantie waardoor deze extra gearticuleerd wordt. De passerelle op niveau 2 van gebouw B vloeit over in een ontmoetingsplaats voor de bewoners en wordt meer dan een brug die de wooneenheden verbindt. Ze verbindt de bewoners.
Integrale duurzaamheidsvisie
Beide volumes bezitten een eenduidige structuur van betonnen vloerplaten en kolommen. Een raster maakt het mogelijk om woonentiteiten uit te breiden of op te delen naargelang de nood. Terrassen worden op het structurele skelet aangebracht wat de mogelijkheid geeft tot een variërende en speelse gevel.
Centraal in het ontwerp staat de aandacht en bekommernis voor een integrale duurzaamheidsvisie, waarbij het gebouw geen optelsom wordt van technische maatregelen maar duurzaamheid benaderd wordt zowel op gebied van gebruik, installaties, materiaalgebruik als onderhoud en vorm. De bouwblokken zijn compact, met een maximaal aan bewoonbare oppervlakte en minimum aan circulatie. Onder het motto: “Enkel en alleen een harmonisch samengaan van een laag energieverbruik, een optimaal binnenklimaat en een hoogwaardige architectuur kan werkelijk duurzaam zijn” (Professor Brian Cody).