De Herkenrodekazerne is een historische parel in het centrum van Hasselt. Na enkele jaren leegstand begint ze eens te meer aan een nieuw hoofdstuk in haar bestaan. Gelukkig zal haar roem een stuk minder vergankelijk zijn dan weleer, want met Refuga – een knipoog naar het monumentale poortgebouw op de kop van de site, dat destijds fungeerde als het Refugehuis van de Abdij van Herkenrode – verrijst er een fraai wooncomplex met 141 diverse appartementen. Dankzij de imposante publieke stadstuin kunnen ook de andere Hasselaren opnieuw genieten van het charmante erfgoed, dat mooi aansluit bij de hedendaagse architectuur van de bijbehorende nieuwbouwvolumes, ontworpen door Abscis Architecten, UAU collectiv en Atelier Kempe Thill.
De rijke geschiedenis van de Herkenrodekazerne gaat terug tot 1542, toen het befaamde poortgebouw aan de Maastrichterstraat werd opgetrokken. Nadat dit iconische baksteenvolume lang fungeerde als uitvalsbasis voor de Abdij van Herkenrode veranderde het aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw enkele keren van eigenaar, om vanaf 1832 te worden uitgebreid en te worden gebruikt voor militaire doeleinden. Tot 1956 deed het ingesloten complex dienst als legerkazerne. In de jaren 80 was er dan weer een technische school gehuisvest en bood de Herkenrodekazerne eveneens plaats aan kantoren van de Regie der Gebouwen. Van 1993 tot 2012 was het Hasseltse vredegerecht er gevestigd. Eind 2014 kwam het complex (eindelijk) opnieuw in handen van de Stad Hasselt. Na enkele jaren leegstand, waarbij lokale creatievelingen en start-ups er tijdelijk hun intrek mochten nemen, werd er werk gemaakt van een ambitieuze herbestemming en zag het Refuga-project het levenslicht.
Eenheid in verscheidenheid
Dat de Herkenrodekazerne deze dagen een grootschalige reconversie ondergaat, is in eerste instantie te danken aan projectontwikkelaars Kolmont en Vestio, die Refuga samen realiseren onder de naam Herckenrode Construct. Ze stelden vier gereputeerde architectenbureaus aan – Abscis Architecten, UAU Collectiv, Atelier Kempe Thill en Land Landschapsarchitecten – om het geheel kwalitatief vorm te geven. Dit resulteerde in het winnende wedstrijdontwerp, dat in eerste instantie voorzag in de aanleg van een publieke stadstuin van meer dan 4.000 m² (die ongeveer de helft van de site beslaat) en de bouw van drie nieuwbouwvolumes met in totaal 122 wooneenheden.
“Het was de bedoeling om architecturale eenheidsworst te vermijden en esthetische variatie te creëren, zij het zonder de visuele coherentie van het totaalplaatje uit het oog te verliezen”, vertelt Wiert Gerats, projectarchitect bij Abscis Architecten, dat instond voor het ontwerp van de stadsappartementen langs de Meldertstraat (aansluitend op de ‘Witte Kazerne’) en dat ook de algemene projectcoördinatie voor zijn rekening nam. “Iedereen heeft zijn creatief ei kunnen leggen – inclusief eigen accenten en detailleringen – maar de materiaalkeuze, de kleuren en de algemene uitstraling liggen in dezelfde lijn, met lichte tinten, baksteen en beton als rode draad. Daarnaast moesten we er uiteraard ook voor zorgen dat de nieuwbouwvolumes mooi aansloten bij de bestaande historische gebouwen. We hebben samen met de dienst Stedenbouw nauwgezet toegezien op de bouwhoogtes en -densiteit, zodat het geheel zeker niet te ‘zwaar’ zou ogen of visueel uit balans zou raken. Ik denk dat we mogen stellen dat dit uitstekend gelukt is. Ook de manier waarop het rustgevende groene binnengebied erin verweven is – inclusief vier sfeervolle doorsteken naar het omringende stadscentrum – draagt hier zeker toe bij.”
"Ondanks hun gemeenschappelijke karakteristieken hebben de nieuwbouwvolumes een eigen uitstraling en identiteit"
Verschillende woonsferen
Ondanks hun gemeenschappelijke karakteristieken hebben de drie nieuwbouwvolumes een eigen uitstraling en identiteit. Ook hun bouwprogramma is erg divers, met een ruime variëteit aan appartementstypes en oppervlaktes. Gebouw A (ontworpen door Abscis Architecten) is voorbehouden voor doorzonappartementen die sterk geënt zijn op het groene binnengebied. “We hebben geopteerd voor een ‘rechttoe-rechtaangebouw’, waarbij de gesloten geveldelen in lichtgrijze beton en genuanceerd metselwerk worden afgewisseld met ruime inpandige terrassen (aan de achterzijde) en ritmische verticale raampartijen (aan de voorzijde). Een belangrijk uitgangspunt was dat we de doorzichten van de Meldertstraat naar de binnentuin wilden accentueren. Vandaar dat de traphallen meteen ook zijn opgevat als buitenruimtes, inclusief identieke gevelbekleding, kasseibestrating, aluminium inkomdeuren enzovoort. Deze buitenruimtes fungeren als tussenzones waar contacten tussen de bewoners onderling en met voorbijgangers ontstaan. Dit draagt bij tot de sociale verbondenheid, interactie en controle”, legt Wiert Gerats uit.
Naast gebouw A bevindt zich een van de vier toegangen tot de site, die op zijn beurt grenst aan gebouw B (ontworpen door UAU Collectiv). “Ook voor de ontsluiting van bouwblok B is bewust gekozen voor toegang aan de straatzijde. Dit zorgt voor meer beweging en levendigheid in de Meldertstraat. Als gevolg van het diepere bouwvolume zijn de appartementen ondergebracht in twee L-vormige volumes, die verbonden zijn via een royale circulatieruimte met ingangen aan beide zijden. Hierdoor ontstaat een vloeiende beweging van de hoofdinkom aan de straat naar een privaat-gemeenschappelijke binnentuin.”
Naast de driehoekige terrassen springt vooral de markante gevelafwerking in het oog. “De gevels zijn volledig gechipperd – lees: de gemetste gevelsteen is bekleed met een speciale cementmortel – waardoor ze mooi aansluiten bij het historische karakter van de site en de look-and-feel van gebouw A”, zegt Wiert Gerats. Tot slot is er gebouw C (ontworpen door Atelier Kempe Thill), dat is opgevat als een centraal gelegen ‘urban villa’ met een gevarieerd woonaanbod: van grondgebonden duplexen over studio’s tot twee- en drieslaapkamerappartementen en penthouses. “Een leuk surplus is dat alle terrassen in een handomdraai kunnen worden omgevormd tot wintertuin dankzij glazen schuifpanelen, zodat elk appartement in wezen over een extra woonkamer beschikt. Daardoor zal het er ook in de tussenseizoenen aangenaam toeven zijn.”
Autovrij dankzij ondergrondse doorsteek
Dankzij hun hoogwaardige afwerking en subtiele architecturale accenten zien de nieuwe Refuga-gebouwen er zeer indrukwekkend uit, maar het spectaculairste bouwkundige hoogstandje is aan het oog onttrokken. Om het terrein volledig autovrij te kunnen houden, is het nagenoeg integraal onderkelderd en is er een ondergrondse verbinding gemaakt met de verderop gelegen Parking Dusart. Van daaruit kunnen de bewoners via de ondergrondse parking van Residentie Books en een nieuwe tunnel onder de Meldertstraat doorsteken naar het kelderniveau van Refuga, waar ze over eigen parkeerplaatsen beschikken. Daardoor hoeven de bewoners zich niet met hun wagen op de Hasseltse binnenring te begeven en wordt het stadscentrum extra ontlast. Een mooie stedenbouwkundige vondst, maar een complexe aangelegenheid voor de aannemers, benadrukt Kristof Aerts, bouwgenoot en technisch directeur bij Dethier (zetel Alken), dat een geïntegreerd team vormde met collega-aannemer STRABAG. “Een kelder met twee verdiepingen in een stadscentrum is altijd een uitdaging, maar in dit project zijn er echt wel grenzen verlegd.”
Vooral de tunnel op niveau -2 was een waar huzarenstukje. “Nadat we de Meldertstraat hadden afgesloten, zijn we daar 7 tot 8 meter de grond in gegaan, hebben we berlinerwanden geplaatst en hebben we op een erg krappe oppervlakte een betonnen koker gerealiseerd. Een delicate operatie, want we moesten uiteraard ook rekening houden met de bestaande riolerings- en nutsleidingen. De aansluiting met het ondergrondse niveau van Books en de Refuga-site had eveneens de nodige voeten in de aarde, temeer omdat we er een stuk van de ‘Witte Kazerne’ voor moesten afbreken, om het nadien opnieuw op te trekken in dezelfde staat als voordien. Desondanks heeft de bouw van die tunnel amper acht weken in beslag genomen, dus dat mag echt wel gezien worden! Figuurlijk, bedoel ik dan uiteraard”, knipoogt Kristof Aerts.
Positieve balans
Hoewel de drie nieuwbouwvolumes en de publieke stadstuin onlangs opgeleverd werden, is Refuga nog niet helemaal klaar. De interieurs van het poortgebouw en de ‘Witte Kazerne’ worden nog volop heringericht in opdracht van de UHasselt, onder de auspiciën van respectievelijke Abscis Architecten en UAU Collectiv. Tot slot zal ook gebouw D – lees: de oude paardenstallen aan de Persoonstraat – onder handen genomen worden, maar daarvoor is de bouwaanvraag nog lopende. “Definitieve conclusies kunnen we dus nog niet trekken, maar de voorlopige balans is zeer positief”, geeft Wiert Gerats aan. “Tussen dag 1 van de architectuurwedstrijd en de oplevering van de nieuwbouwvolumes zat amper zeven jaar, ondanks de coronacrisis en de naweeën daarvan. Dat is behoorlijk snel voor zo’n grootschalig project.”
Ook Kristof Aerts gewaagt van een succesverhaal, met de toepassing van de BIM-methodiek als belangrijke katalysator. “Dethier legt zich al een jaar of zeven intensief toe op BIM, dus wij hebben in dat opzicht de lead genomen. We hebben de ontwerpen van de architecten overgetekend en gebundeld in een gezamenlijk 3D-model om op voorhand alle clashes en mogelijke faalkosten te kunnen onderscheppen. Door er a priori veel zaken uit te halen die het bouwproces zouden vertragen, konden we het uitvoeringsproces stroomlijnen – geen overbodige luxe in zo’n grootschalig prestigeproject. Zo hebben we de kelder in twee delen gerealiseerd in plaats van de bouwput meteen volledig uit te graven, zodat het terrein altijd vlot toegankelijk bleef en we niet permanent omliggende straten moesten afzetten. Los daarvan had Refuga enkele bijzondere primeurs in petto, zoals de wintertuinen en de minimal windows van 5,6 meter hoog op het gelijkvloers van gebouw C. Al bij al heeft de realisatie van Refuga drie jaar in beslag genomen voor ons. We kijken daar met een erg tevreden gevoel op terug, zowel door de manier waarop alles is verlopen als door het schitterende eindresultaat.”