Restauratie schachtbok Zolder: historisch project in nieuw jasje

De skyline van Zolder wordt al decennialang gekenmerkt door de iconische mijnschachtbok die hoog boven de omringende mijnsite uittorent. Honderd jaar na oprichting krijgen de schachtbok en het bijhorende ontvangstgebouw eindelijk een nieuwe bestemming, maar met het volste respect voor het verleden. Houben-projectleider Jan Geebelen, Philip Baelus, architect-zaakvoerder bij restauratiepartner ARAT en Luc Nizet van CLVR architecten staan samen aan de aftrap en vertellen hoe zij dit historisch, maar tegelijkertijd onvoorspelbaar project beleven.

Iets meer dan 30 jaar na de definitieve sluiting van de Zolderse steenkoolmijn zullen de 52 meter hoge schachtbok en het voormalige ontvangstgebouw – waar vroeger zowel mijnwerkers als administratief personeel verzamelden – opnieuw bruisen van het leven. Op de agenda van het bouwteam:

  • Het volledig ontmantelen van het ontvangstgebouw (aan de voet van de schachtblok), op de gebouwstructuur na
  • De bouw van nieuwbouwkantoren, verspreid over een helft van het voormalige ontvangstgebouw
  • De restauratie van de andere helft van het ontvangstgebouw voor toeristisch-culturele doeleinden
  • De restauratie van de schachtbok zelf
  • De bouw van een deels beglaasd en deels open uitkijkplatform, inclusief skybar, voor toekomstige bezoekers
  • De implementatie van een glazen lift en een nieuwe stalen trap tussen het nieuwe gebouw onderaan en aan de top van de schachtbok

Projectleider Jan Geebelen: “Het voormalige ontvangstgebouw zal voortaan dus een dubbele invulling krijgen. Samen met de te restaureren schachtbok worden de vernieuwde constructies hét orgelpunt van de erfgoedwandeling die momenteel al op de rest van de mijnsite loopt.”

Nieuwbouw en restauratie met elkaar verweven

Philip Baelus, zaakvoerder en architect bij ARAT, dat gespecialiseerd is in restauratieprojecten, was samen met onze grondleggers meteen mee getuige van de charmes, maar ook de complexiteit van deze opdracht.

“De afbraakwerken van het verloederde ontvangstgebouw zijn op dit moment volop aan de gang. Al snel werd duidelijk dat dit geen rechttoe-rechtaan-project zou worden. Ook al gaan we in principe aan de slag met een nieuwbouwproject, een deel van de oude gebouwstructuur zal behouden én verweven blijven met de nieuwbouwconstructie.”

“Ook een van de twee oude skipinstallaties – deze transporteerden gigantische hoeveelheden steenkool naar boven – blijft behouden. Een immense installatie vol erfgoedwaarde, maar tegelijkertijd ook het middelpunt van een stevige architecturale puzzel.”

Meten in de schachtbok

Bij een project als dit zijn bouwkundige verrassingen onderweg nooit uitgesloten. “Om de invulling van de werken zo precies mogelijk in te schatten, was een gedetailleerde opmeting een must”, legt Baelus uit. “Maar dat bleek allesbehalve eenvoudig. Het ontvangstgebouw lag er bijzonder bouwvallig bij. Stof, puin, corrosie, noem maar op. En ook de schachtbok opmeten, bleek geen sinecure. We zijn letterlijk in de torenconstructie gekropen om iedere stalen balk tot op de millimeter in kaart te brengen.”

Projectleider Jan Geebelen beaamt: “Zelfs van zodra het gebouw ‘leeg’ was, kwamen we nog verrassingen tegen. Een trapje onder een betonnen vloerplaat dat niet op de oude plannen stond, scheve kolommen die plots tevoorschijn kwamen bij de afbraakwerken,... Op zo’n momenten besef je dat een stabiele planning heel moeilijk wordt (lacht).”

Luc Nizet van CLVR architecten, bevoegd voor de nieuwbouwgedeeltes binnen dit project, treedt projectleider Jan bij. “We werken volgens een box-in-box-principe om de nieuwe kantoorgebouwen te integreren in de oude constructie. Al snel bleek dit allesbehalve een rechte weg richting succes te worden.”

“Oude bouwelementen bleken door de jaren heen gewoon onder de mat geborsteld te zijn. Vanaf het moment dat de skipinstallaties er bijkwamen in de jaren 50 gingen de vloeren omhoog, maar de bestaande ondergrond bleef behouden. Met alle gevolgen van dien voor onze funderingsberekeningen. Die mochten we helemaal opnieuw uitdenken.”

Voortdurend in overleg als één team

De slaagkansen van een dergelijk project zijn volgens Philip Baelus dan ook onlosmakelijk verbonden met een doorgedreven samenwerking. “We werken hier met meerdere architectenbureaus en gespecialiseerde teams samen aan een in elkaar vervlochten mix van nieuwbouw en restauratie.”

“Om grote stappen vooruit te zetten, moeten we dus op elkaar kunnen voortbouwen. Want ook al kan je niet altijd een strikte timing plakken op een intensief restauratieproject, planning en budget blijven nu eenmaal cruciale en sturende factoren. Dat we dit met een partij als Houben mogen doen, waar we al vele jaren mee samenwerken, is voor ons een groot pluspunt. We kennen elkaars kuren, maar weten ook perfect wat we aan elkaar hebben (lacht).”

Ook Luc Nizet legt de nadruk op een open en proactieve samenwerking. “Bij dergelijke projecten weet je dat er plots van alles kan veranderen. Eerst kwamen we pas richting het einde van het project aan zet, maar door de huidige staat van de bestaande constructies stelde Houben voor om de planning om te gooien.”

“Plots kwamen we als eerste aan de beurt. Voor ons de omgekeerde wereld qua werkwijze, maar op zo’n momenten moet je op de expertise van de aannemer durven vertrouwen. En we weten dat dit bij Houben meer dan goed zit, dankzij de vele productieve samenwerkingen in het verleden. Net zoals voor ons primeert een realistische, haalbare aanpak waar iedereen achteraf de vruchten van plukt. Zeker binnen een project als dit waarin de subsidiedeadline een grote rol speelt.”

Oude ziel in een subtiel modern jasje

Honderd jaar na de bouw van de mijnschachtbok en het ontvangstgebouw zijn we talloze verhalen verder. Verhalen van nieuwe kansen, maar ook van verlies. Logischerwijs hangen dan ook veel emoties vast aan dit restauratieproject.

“Het moderne verzoenen met dat wat ooit was, is daarom altijd een heikel punt”, beseft Jan Geebelen. “Je kan namelijk nooit goed doen voor iedereen, want iedereen koppelt andere herinneringen aan de gebouwen. Tegelijkertijd moet je mee met je tijd.”

“De mensen die straks de nieuwe gebouwen komen bezoeken en zelfs hier komen werken, moeten de geschiedenis in alle comfort kunnen herbeleven. Als aannemer is het aan ons om de dialoog goed te blijven voeren met alle betrokken partijen, zodat het moderne karakter helemaal opgaat in het gevoel van weleer.”

“Dat werkt trouwens in beide richtingen. Zo zetten we bijvoorbeeld moderne BIM-technologie in om een perfecte replica te laten maken van het dak van de schachtbok, dat dringend aan vervanging toe is. En omgekeerd laten we het verleden maximaal heropleven, bijvoorbeeld door tegels uit een van de skipinstallaties te recupereren om elders in het gebouw te hergebruiken. En zo zullen er nog tal van voorbeelden volgen.”

Philip Baelus hoopt dat ook de toekomstige bezoekers zich kunnen inleven in deze nieuwe balans. “Want een restauratie mag nooit te afgelikt zijn. Het mooiste compliment dat ik ooit kreeg, was bij de opening van het vernieuwde CC De Muze, eveneens op deze site. Een van de bezoekers kwam naast me staan en vroeg ‘wat ze hier nu eigenlijk allemaal hadden veranderd’. Dat was voor mij dé bevestiging van een geslaagde restauratie. Als we dat hier opnieuw kunnen herhalen, ben ik een zeer tevreden architect.”

Tot slot blikt ook Luc Nizet al voorzichtig vooruit. “Als we binnen twee jaar met zijn allen op een succesvolle oplevering kunnen klinken in ons eigen ontwerp, in de nieuwe skybar bovenaan de schachtbok, dan zijn ook wij een uiterst gelukkig architectenteam. Daar gaan we met zijn allen voor zorgen.”

Bron: Houben
Deel dit artikel:
Onze partners