Een combinatie van de jonge architectenteams V+ en MDW mag het nieuwe gebouw van de RTBf realiseren. Ze richtten zich bij hun creatie op het ontwerp van Robbrecht en Daem voor de VRT, dat aan de overkant van een centraal plein komt te liggen.
"Fijne vakantie nog," zeiden de architecten van V+ toen ze ons vorig jaar door hun eerste grote expositie in Bozar hadden geleid. "Voor ons zal het er dit jaar niet inzitten. We gooien ons op het ontwerp voor de RTBf." Het was eind juni en een bedroefde zweetdruppel baande zich langs de slaap van Jörn Aram Bihain. Zijn vennoot Thierry Decuypere, eveneens 43, zuchtte beamend.
Gisteren is gebleken dat hun seizoensarbeid niet tevergeefs is geweest. V+, ‘Bureau vers plus de bien être’ zoals ze volledig heten, is de laureaat van het nieuwe RTBf-gebouw. Op basis van hun portfolio zouden ze niet het vereiste minimumaantal gebouwde vierkante meters halen om zelfs maar te mogen meedoen aan de wedstrijd. Maar dankzij een goedgekozen team mate haalde het die grens wel.
Die partner is MDW, nog een jong Brussels bureau, dat de voormalige fabriek van Savonnerie Heymans verbouwde tot een project voor collectief wonen. In Charleroi realiseerde het samen met Jean Nouvel de nieuwe politietoren.
Onder hun beidjes hebben V+ en MDW gereputeerde kandidaten achter zich gehouden. De Franstalige omroep mocht 47 ontwerpen begroeten, waaruit bleek dat de ontwikkeling van de mediasite aan de Reyerslaan internationaal aansloeg. Voor de VRT reageerde eerder al een internationaal palet van 66 deelnemers.
Bij de laatste vijf finalisten voor de RTBf zaten een ster als Bjarke Ingels, Franse degelijkheid van Lacaton & Vassal en een combinatie van de Franse Rudy Ricciotti met L’Escaut (van voormalig Brussels bouwmeester Olivier Bastin). Het talentvolle Brussels bureau Office was als enige zowel voor de VRT als de RTBf geselecteerd.
Modest
De openingszet op de mediasite is gedaan door Robbrecht en Daem, dat eind januari zijn voorstel voor het VRT-gebouw bekendmaakte. Het gebouw van de RTBf komt daartegenover te liggen, op een afstand van amper zestig meter, gescheiden door een centraal plein.
"We hebben het ontwerp van de VRT opgevraagd en ons daar tegenover gepositioneerd," zei Thierry Decuypere gisteren. "Robbrecht en Daem opteren om er echt een publieke ruimte van te maken."
Naar schaal en positionering zijn beide gebouwen verwant. Net als het VRT-gebouw kiest V+ voor relatieve laagbouw, met hooguit zes verdiepingen. Het stelt zich bescheiden op. Het zoekt niet naar monumentaliteit of de grote architecturale geste en is niet zo arrogant om zich op te dringen. Terwijl Robbrecht en Daem voor drie op elkaar aansluitende volumes kiezen, werkt V+ met één eenvoudige glaskubus.
De RTBf kiest voor compactheid. In plaats van de uitgestrekte repel die de omroep nu betrekt, opteert hij voor een blok van 38.000 vierkante meter (de VRT 55.000). Diensten die vroeger verspreid lagen in het gebouw, zitten voortaan in elkaars buurt. In de meeste gevallen is de loopafstand voor het personeel teruggebracht tot zowat de helft.
Het architectuurcliché om transparantie middels glas weer te geven, bleek gisteren nog niet uitgeroeid. De vier wanden van de kubus zijn volledig in glas uitgewerkt. De voorkant, die naar de VRT georiënteerd is, kon dankzij zijn noordelijke ligging open en frontaal uitgewerkt worden. De zuidzijde is meer in cascades opgebouwd.
Als de VRT tegen kersttijd ‘Het glazen huis’ wil reanimeren, dan kan het rond 2020 bij de buren terecht. Nochtans had V+ eerder een concept als ‘naakt palazzo’ voor ogen. Als inspiratie noemden ze het Palazzo Farnese in Rome en een open gebouw als de Evening Star Building, waar men van op straat de activiteiten van binnenin kon gadeslaan.
Belangrijkere aandachtspunten waren voor V+ de grote leesbaarheid van het gebouw. De jury omschreef het als een rustpunt in het mediapark en een ontwerp dat zich binnenin beetje voor beetje prijsgeeft.
Intern zijn de gebruiksfuncties georganiseerd rond een centrale binnenstraat. Meteen achter de ingang is er gewerkt met ruimtes van twee niveaus hoog. Centraal is er een atrium uitgespaard. "Voor de inrichting gebruiken we materialen die huiselijk aandoen," zegt Decuypere. "Veel hout, textiel en fijn bewerkt beton."
Mediasambre
De RTBf heeft een sterk gedecentraliseerde werking. "De voorbije tien jaar hebben we geïnvesteerd in mediahuizen in Namen, Luik en Charleroi," zegt administrateur-generaal Jean-Paul Philippot. "Gewoonlijk werkt men van centraal naar periferie, maar wij doen het andersom." Het is trouwens ook V+ dat het gebouw Mediasambre in Charleroi aan het realiseren is.
Voor de financiering van 150 miljoen euro (waarvan 50 voor de inrichting) gaat de RTBf terreinen verkopen op de site van twintig hectare. Daar komen ondersteunende mediabedrijven, scholen, crèches en woningen. Door het energieverbruik in het nieuwe gebouw terug te dringen tot één vierde, realiseert de omroep een fikse besparing.