Rubenshuis kondigt nieuwe toekomstvisie aan met onthaalgebouw van Robbrecht en Daem architecten

Het Antwerpse Rubenshuis maakte vandaag zijn plannen bekend voor de toekomst: Robbrecht en Daem architecten hebben een nieuw onthaalgebouw ontworpen, dat ingeplant wordt op Hopland. Het ontwerp is een hedendaags antwoord op Rubens’ architectuur met subtiele verwijzingen naar zijn kunst. Met hedendaagse bezoekersfaciliteiten, een belevingscentrum, een museumcafé, een leeszaal en een omvangrijke bibliotheek is dit ontwerp een belangrijke schakel in de toekomstvisie van het Rubenshuis en het Rubenianum. Callebaut Architecten is aangesteld als restauratie-architect. Verder zijn ook Bureau d’Etudes Greisch (stabiliteit), hp engineers (technieken), Daidalos-Peutz (akoestiek) en Björn Schmelzer (kunstinterventie) betrokken bij het masterplan en het ontwerp van het onthaalgebouw. De museumtuin is van de hand van Ars Horti Landscape Architects. Stad Antwerpen is opdrachtgever en AG Vespa staat in voor de projectopvolging en uitvoering. 

Hoe gezegend is onze stad Antwerpen met twee van zijn bijzondere inwoners: Rubens en Moretus! Bezoekers zullen zich vergapen aan hun huizen, buitenlandse toeristen zullen ze bewonderen.’ Zo drukt de humanist en Antwerpse schepen Jan Woverius op 1 oktober 1620 in een brief zijn bewondering uit voor de huizen van zijn beroemde stadsgenoten. Hoe vooruitziend Woverius is, blijkt uit de bezoekerscijfers 400 jaar later. Het Rubenshuis ontvangt de laatste jaren ongeveer 200.000 bezoekers per jaar uit meer dan 30 landen. Ook het Rubenianum, dat de meest uitgebreide documentatie en bibliotheek over vroegmoderne Vlaamse kunst ter wereld bevat, kent een groeiende interesse bij onderzoekers en is haar faciliteiten zichtbaar ontgroeid. De voltooiing van de restauratie van de portiek en het tuinpaviljoen in 2019 is een mijlpaal in de geschiedenis van het Rubenshuis. Nu vraagt de rest van de site om eenzelfde aanpak: met veel respect voor het werk van Rubens, en met even veel vernieuwingszin als Rubens. De Stad Antwerpen en Robbrecht en Daem architecten (gedeeltelijk i.s.m. Callebaut Architecten) voorzien in een nieuwe toekomstvisie, die de erfgoedwaarden versterkt, de druk op de site verlicht en de persoon van Peter Paul Rubens opnieuw centraal zet. In de video hiernaast  - gemaakt door Musea Stad Antwerpen - kan je Paul Robbrecht zijn visie voor het Rubenshuis in eigen bewoordingen horen toelichten. 


Nieuw onthaalgebouw

Er komt een nieuw onthaalgebouw aan Hopland 13. De ruimte bevindt zich achter de huidige tuinmuur langs Hopland, tussen twee hogere gebouwen in. Hopland 13 wordt een heel toegankelijk onthaalgebouw, voorzien van alle nodige bezoekersfaciliteiten. Het herbergt een multimediaal belevingscentrum rond Rubens en de plek waar hij woonde en werkte, een museumcafé, de publieke leeszaal, de bibliotheek en heel wat backoffice functies. Robbrecht en Daem achitecten hebben de nieuwbouw in open dialoog en binnen een totaalvisie op het beschermde erfgoed met het Agentschap Onroerend Erfgoed en de Stad Antwerpen geconcipieerd. Voor de nieuwe voorgevel van Hopland en de zijde Rubenstuin zoeken ze naar de juiste verhouding die verwijst naar de rijke bouwtradities van de Italiaanse palazzo‘s. De gevel wordt opgebouwd uit horizontale lijnen en verticale cilindrische elementen. Zo ontstaat een uniform geheel tussen de nieuwe gevels, die op hun beurt interfereren met de gevel van het Rubenshuis. Waar het stedelijke bouwblok zijn rug keert naar de tuin, wil Hopland 13 een voorgevel schenken aan de tuin als antwoord op de voorgevel die het Rubenshuis heeft op de tuin. Deze nieuwe voorgevel wordt abstract vormgegeven en doet zo geen afbreuk aan het prestigieuze Rubenshuis. Het gebruik van ronde elementen zorgt voor een boeiende lichtwerking in het gebouw, zowel overdag als bij valavond en nacht.

Het nieuwe gebouw wordt ingepland op de plek waar Rubens in 1639 zijn omvangrijke en toonaangevende bibliotheek onderbracht en heeft heel wat verwijzingen naar Rubens. De stapeling van kolommen refereert naar de ‘spiermassa’ of  ‘corporale identiteit’ in het oeuvre van Rubens. Zijn voorkeur voor grote diagonalen vertaalt zich in de geometrie en het parcours van het gebouw. Dat is nooit loodrecht, maar van de ene naar de andere diagonaal, zoals in de opbouw van de wenteltrappen. Het huiselijke aspect van Rubens’ woonplaats is vervat in de twee reusachtige boekenkasten die zich over de volledige hoogte tegenover mekaar bevinden. Zowel in de publieke ontvangstzones als in de werk- en studieplekken van het gebouw creëren deze twee flanken een zekere geborgenheid. Het gebouw is zes verdiepingen hoog en ingebed tussen de bestaande stedelijke structuur van Hopland. Ondanks de omvang stelt het zich in een ingetogen relatie tot de rest van de site: het mijdt de belangrijke perspectivische assen en zoekt met een eerder zijdelingse positie de discretie op. Op die manier dient het nieuwe onthaalgebouw het universum van de meester.


Nieuwe routing

De nieuwbouw aan Hopland 13 biedt ademruimte aan de hele site en zorgt ook voor een nieuwe routing die het inzicht in Rubens’ werk en leven vergroot en verdiept. Het bezoek start op de Wapper, die heraangelegd zal worden. Daar verdwijnt het tijdelijke paviljoen en krijgt de bezoeker opnieuw een onbelemmerd zicht op de voorgevel van het Rubenshuis. Dan gaat het richting nieuwbouw. Daar is er tijd en ruimte om de 21ste eeuw achter zich te laten en steeds dieper tot de werk- en leefwereld van Rubens door te dringen. In het belevingscentrum wordt de bezoeker ondergedompeld in het bruisende universum waarin Rubens leeft en werkt. Daarna wordt Hopland 13 verlaten via de tuin om links de ateliervleugel binnen te gaan op zoek naar de kunstenaar – in de drukke bedrijvigheid van het groot atelier en het leerlingenatelier in de Italiaanse vleugel – en de privésfeer van Rubens in de Vlaamse vleugel. Nadien staat de bezoeker oog in oog met de adembenemende portiek en het tuinpaviljoen. Hierna gaat men via de tuin terug richting onthaal.


Museumtuin

Naast deze ingrepen van Robbrecht en Daem architecten wordt de museumtuin als centrale verbindende factor volledig heringericht, met respect voor het verleden én inspelend op de nieuwe noden. Het nieuwe ontwerp wordt een eigenzinnige evocatie van de 17de eeuw, met tuinpaden en met loofgangen als begrenzing. In de plantenkeuze wordt teruggegrepen naar variëteiten die in de tijd van Rubens worden gebruikt. Het wordt een voorbeeld van innovatie geworteld in traditie.


Kunstenaarswoning

Ook in de kunstenaarswoning zelf zijn onvermijdelijk ingrepen nodig om de druk tegen te gaan en het museum te bewaren voor toekomstige generaties. Fundamentele wijzigingen zijn niet altijd mogelijk omwille van het historische karakter, maar slimme, chirurgisch-precieze ingrepen kunnen veel pijnpunten wegnemen. Het masterplan streeft naar een maximale verbetering op vlak van klimaatbeheersing, beleving en toegankelijkheid. Het onderzoek naar de ingrepen in de kunstenaarswoning gebeurt door Maat_werk architecten BV i.s.m. KIK/IRPA Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Physitec, RCR studiebureau, Stabitec, EVA-International. De restauratie van de daken van de kunstenaarswoning is in handen van Maat_werk architecten BV & Monument Vandekerckhove.


Inspirerende samenhang

De toekomstvisie is van toepassing op de volledige site van het Rubenshuis: de kunstenaarswoning, de tuin en het aanpalende Kolveniershof. Het verbetert de infrastructuur en geeft aan de site de levendige en inspirerende samenhang van de 17de eeuw terug. Niet meer de gebouwen of de functies staan centraal, maar Rubens zelf. Deze toekomstvisie verbindt ook het Rubenshuis en Rubenianum fysiek en inhoudelijk met elkaar; de instellingen worden één organisatie. Dankzij het samenspel tussen de nieuwbouw, de nieuwe routing, de nieuw aangelegde tuin en de aangepaste kunstenaarswoning is het Rubenshuis in 2024 helemaal klaar voor de toekomst.

Een belangrijke hefboom voor de ontwikkeling van deze toekomstvisie is een subsidie van Toerisme Vlaanderen van net geen 3 miljoen euro. Deze subsidie is de inleg van een totaalvisie op de kunstenaarswoning en omgeving die in nauw overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed is opgemaakt. Stad Antwerpen zet haar schouders onder dit geïntegreerd plan met een genereuze investering. Zo vloeit er nog deze beleidsperiode 17 miljoen euro naar de uitvoering van de werken. Die starten in het najaar van 2021 en verlopen gefaseerd. Het hele project is gerealiseerd in 2024.

Bron: Stad Antwerpen
Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners