De Vlaamse Bouwmeester schreef onlangs een wedstrijd uit voor het ontwerp van drie nieuwe gebouwen voor de Campus Schoonmeersen van de Hogeschool Gent. Meer precies gaat het om een nieuw gebouw voor de faculteit Sociaal-Agogisch Werk (SOAG), een uitbreiding van de sporthal en de renovatie van Gebouw B met een hierop aangesloten plein. Dit project maakt deel uit van het masterplan van de Hogeschool Gent ter vernieuwing van de volledige campus.
SADAR+VUGA, in samenwerking met LENS°ASS Architecten, ging met de eerste prijs aan de haal.
Het ontwerp diende te beantwoorden aan verschillende doelstellingen. Zo was de opdracht twee nieuwe toegangen tot de campus te creëren met een centraal punt dat ze met elkaar in verbinding stelt. De drie verschillende projecten moeten elk volgens een eigen karakter ontwikkeld worden. Verder verwacht de Vlaams Bouwmeester een meer ruimtelijke en empirische verbinding tussen de gebouwen, in plaats van een louter formele, stilistische connectie. Tenslotte dienen de projecten te worden ontwikkeld als de eerste drie gebouwen van het toekomstige masterplan voor de vernieuwing van de campus. Zij zullen richtinggevend zijn en door hun kwaliteit de toon zetten voor het totale renovatieproject.
Het project behelst drie monolithische volumes:
- Een rechthoekig volume voor de nieuwe sociale faculteit Sociaal-Agogisch Werk, de zuidelijke toegang.
- Een reflecterend volume voor de nieuwe sporthal, de noordelijke toegang.
- Een grote cirkelvormige fontein als centrale focus van een plein en een nieuwe cafetaria binnen het bestaande gebouw.
Bij het ontwerp werd gelet op het sociale karakter van de campus met als bedoeling grote groepen mensen aan te trekken. De drie projecten moeten nieuwe publieke ruimtes worden in de stad Gent, waar studenten en inwoners van de stad elkaar kunnen ontmoeten.
De faculteit Sociaal-Agogisch Werk
De intentie van de architecten is de creatie van een nieuw type schoolgebouw, waar een faculteit voor sociaal werk zich bijzonder goed toe leent.
Het nieuwe Soag gebouw wordt een vrijstaand gebouw, dat een open ruimte creëert als overgang tussen de residentiële gebouwen en de groene as die later deel zal uitmaken van het masterplan. Het gebouw communiceert met haar omgeving door het glazen volume dat wordt omgeven door horizontale lamellen die zorgen voor schaduw. De noordwestelijke zijde opent zich naar het plein toe als een grote gewelfde ingang die een glimp biedt op het interieur van de benedenverdieping.
De circulatie binnen het gebouw wordt volledig gewijzigd zodat de faculteit zich leent tot een ontmoetingsplaats waar bijeenkomsten, informele activiteiten,voorstellingen, alsook voor studie en werk plaatsvinden. De architecten willen gangen vermijden en de scheiding tussen horizontale en verticale circulatie doorbreken. Twee grote ronde atriums zullen zorgen voor een visuele connectie tussen de vier verschillende verdiepingen terwijl horizontale en verticale circulatie langs de atriums een vlotte overgang tussen de verdiepingen zal creëren.
Soag werd ontwikkeld als een nieuwe schoolomgeving waar studenten, leraars en bezoekers elkaar ontmoeten, werken en zich ontspannen. Het wordt opgevat als een soort indoor publieke ruimte, waar activiteiten op de verdiepingen elkaar stimuleren door de visuele connectie. Op elke verdieping bevinden zich ingangen tot klaslokalen en wandelpaden die weg leiden van het centrale pad.
Deze sociaal interactieve ruimte strekt zich uit tot een glazen façade om op deze manier de straat buiten te verbinden met de activiteiten die zich afspelen binnen het gebouw. Zo wordt de faculteit een soort van publiek gebouw waar activiteiten niet enkel verbonden zijn met de faculteit maar waar ook Gentenaren elkaar kunnen ontmoeten. Het publieke karakter van het gebouw beperkt zich niet tot het gelijkvloers maar langs het wandelpad worden bezoekers geleid naar alle verdiepingen, langs een tentoonstellingsruimte, burelen, studieruimtes en een cafetaria.
De sociale, visuele en ruimtelijke permeabiliteit van het gebouw wordt volgens de architecten verder ondersteund door het atmosferische karakter van het gebouw. De twee atriums en hun overkapping zorgen voor isolatie in de winter, herfst en lente en voor schaduw in de zomer wat migratie doorheen het gebouw stimuleert. De neiging van de bezoekers om een comfortabel plekje te vinden naargelang de seizoenen zorgt voor een steeds veranderende sfeer binnen het gebouw.
Uitbreiding sporthal
De nieuwe sporthal zal de noordelijke toegang van de campus vormen. Het volume wordt langs de noordelijke zijde de hoogte in getild, waardoor de het interieur zichtbaar worden voor de omgeving. De glazen façade biedt voorbijgangers zicht op de activiteiten die zich binnen afspelen. Dit samen met een verbinding met de wandelroute van de campus moet bezoekers aantrekken het gebouw te betreden. Binnen vormt een hellend vlak de aanzet tot een publieke wandelroute doorheen het gebouw.
De architecten hebben ook gebruik gemaakt van het reeds bestaande gebouw. De ruimte aan het uiteinde van het bestaande gebouw wordt uitgebreid en omgevormd om de administratie, fitness en ontmoetingsruimtes in onder te brengen. Hiermee willen de architecten de verbinding maken tussen de oude en nieuwe sporthal.
Het monolithische volume van de sporthal is vrij eenvoudig, compact, ongestructureerd, bijna abstract.
De omhulling van het volume is niet neutraal. Het reflecterende concave/convexe oppervlak zorgt voor de integratie van de omgeving in het gebouw. Beweging van treinen, mensen of atleten worden gereflecteerd in het gebouw, waardoor het steeds een ander uiterlijk meekrijgt en dynamiek met zich meebrengt. Op deze manier vormt de sporthal een voorstelling van de sportieve sfeer van de faculteit.
Centraal plein en renovatie Gebouw B
Het plein zal een uitgestrekte ruimte vormen ingedeeld in functionele en atmosferische zones met als gemeenschappelijke noemer het hexagonale plaveisel. Het plein zal geen scherp omlijnde randen hebben, het plaveisel zal geleidelijk overgaan in gras, grind of asfalt oppervlakken.
Het plein wordt de zone binnen de campus waar informele activiteiten en sociale bijeenkomsten plaatsvinden. Het plein gaat visueel, functioneel en ruimtelijk over in een cafetaria die is ondergebracht in het reeds bestaande gebouw.
De uitgestrektheid van het plein zowel als de bewust los gedefinieerde microzones vragen om een centrale focus, stellen de architecten. Om deze reden plaatsen zij in het zuidelijke gedeelte van het plein een cirkelvormige op een waterspiegel gelijkende fontein. De fontein fungeert als de overgang tussen het noordelijke en zuidelijke gedeelte van de campus.
De architecten omschrijven de fontein als een groot ‘Oog’ dat de omgeving en de mensen die langs de fontein zitten reflecteert. Dit zogenaamde ‘Oog’ wordt niet enkel bedoeld als bestemming voor studenten , maar ook voor alle Gentenaren.
Binnen het bestaande gebouw hebben de ontwerpers de cafetaria en het auditorium van plaats verwisseld. De cafetaria, die zich oorspronkelijk aan de achterzijde van Gebouw B bevond, zal nu uitgeven op het plein langs de voorzijde van het gebouw, terwijl het auditorium verhuist naar de meer rustige achterzijde.
Verder wordt de structuur van het auditorium ontmanteld en worden de gesloten muren gedeeltelijk gesloopt. Zo willen de architecten een heldere ruimte genereren die uitgeeft op het centrale plein.
Het centrale gedeelte van de vloer van de huidige cafetaria zal worden neergelaten, wat automatisch een podium genereert. Door een rondgang rond het plein willen de architecten een dynamische ruimte creëren waar interactieve lessen kunnen worden gegeven.
De realisatie van dit ambitieuze project zal waarschijnlijk van start gaan in de maand mei.