Sint-Andriesziekenhuis in Tielt maakt zich klaar voor de toekomst

Het Sint-Andriesziekenhuis in Tielt opende zijn deuren in 1980, dankzij de centralisatie van drie kleinere, plaatselijke ziekenhuizen. Het gebouw van toen voldeed echter niet meer aan de huidige kwaliteitseisen. Strengere wetgeving en een nijpend plaatsgebrek noopten de bestuurders tot een grootschalige uitbreiding en een renovatie van het bestaande gebouw. Die werken, die het complex van bijna 20.000 m² nog 13.000 vierkante meter groter maken, startten in 2009 en worden afgerond in 2015.

Llox Architecten uit Wilrijk stond in voor het masterplan van het omvangrijke project. Het architectenbureau heeft al een lange geschiedenis bij het Sint-Andriesziekenhuis: ze waren verantwoordelijk voor het originele gebouw uit 1980 en bouwden in de tussentijd ook het nabije woonzorgcentrum. Vlak voor de eeuwwisseling volgde ook een eerste uitbreiding van het complex. Het was dus logisch dat de directie ook naar hen keek voor de volgende stap. Guy Van der Kuylen, projectarchitect bij Llox: “Het gebouw was verouderd en barstte uit z’n voegen. Het had ook nood aan grotere operatiezalen met moderne apparatuur. Die eisen namen we op in ons masterplan uit 2005. Dat plan, met een deel nieuwbouw en een deel renovatie, is nu volop in uitvoering. Het nieuwbouwgedeelte is al volledig opgeleverd, bij de renovatie rekenen we op een landing rond de zomervakantie van 2015.”

 

Goede coördinatie cruciaal

De normale werking van het ziekenhuis blijven verzekeren tijdens de uitvoering was de grootste uitdaging voor de betrokkenen. Bij de renovatie is er permanent een deel van het ziekenhuis buiten gebruik, terwijl de werken ook voor lawaai- en andere hinder zorgen voor patiënten. Ondertussen moet het ziekenhuis ten allen tijde aan de normen voor ziekenhuishygiëne blijven voldoen. Een goede coördinatie is dus cruciaal. Ludwig Vanseveren, technisch directeur van het ziekenhuis: “We zijn gestart met de nieuwbouw, zodat we eerst enkele afdelingen naar daar konden verplaatsen en de vrijgekomen ruimte konden renoveren. Zo verhuisde het operatiekwartier naar de nieuwbouw en konden we het oude OK ombouwen tot de afdeling voor intensieve zorgen. Na die verhuis maakten we van die ruimte het nieuwe laboratorium. Er waren dus continu werken op één bepaalde verdieping, terwijl het normale werk op de andere bouwlagen gewoon doorging.” Ook op technisch vlak zorgt dat voor een ingewikkeld vraagstuk. “Momenteel is de aannemer bezig met de renovatie van de etage van het dagziekenhuis. We moeten daarbij de technieken aansluiten op de verdieping onder ons zonder de werking te verstoren,” zegt Guy Van der Kuylen.

Het feit dat het ziekenhuis al zo oud is, geeft dat vraagstuk nog een extra laag. Van der Kuylen: “De geplaatste technieken uit de jaren tachtig kunnen we niet altijd op voorhand traceren, waardoor we tijdens de uitvoering moeten bijsturen. We proberen om de technieken zoveel mogelijk op bereikbare plaatsen te hangen, bijvoorbeeld in centrale schachten in de gangen van de verschillende verdiepingen. We moeten ook verbindingen aanleggen doorheen bestaande balken. Die hangen vaak te laag waardoor we de structuren moeten ondersteunen. In het nieuwbouwgedeelte kiezen we dan weer voor heel moderne technologie om aan de strenge hygiëne-eisen van de overheid te voldoen. Zeker in het operatiekwartier is voldoende ventilatie nodig. Dat brengt hoge debieten en dus ook grote luchtkanalen met zich mee. Bijna de hele derde verdieping van het nieuwe gedeelte is gevuld met technische installaties om zulke vragen op te vangen.”

 

Interieur op maat van bezoekers

Naast het operatiekwartier herbergt de nieuwbouwafdeling, een blok van 50 op 50 meter met drie verdiepingen, ook het onthaal, de polikliniek, de spoedafdeling, de afdeling intensieve zorgen en NMR, de apotheek, de administratie en de cafetaria. Over het interieur is intensief nagedacht om het de patiënten en personeel zo aangenaam mogelijk te maken. Laïlla Elmessaoudi, interieurarchitecte bij Llox, was verantwoordelijk voor de inrichting van de verschillende afdelingen. “Zoals in veel ziekenhuizen kozen we voor een zachte vloerbekleding uit pvc, een erg onderhoudsvriendelijk materiaal met veel kleur- en dessinmogelijkheden. In de inkom en de cafetaria kozen we een grote vloertegel die die ruimtes meer uitstraling geven. In de inkomhal is de balie daarnaast een blikvanger, bekleed met op maat gemaakte akoestische panelen. In de vide van de inkom hangt een opvallend geel kunstwerk van de hand van Nick Ervinck. Met zulke keuzes en materialen gaan we dat angstige ziekenhuisgevoel, dat patiënten en bezoekers vaak afschrikt, zo goed mogelijk tegen.

Llox hield in het interieurontwerp rekening met de specifieke eisen van elke afdeling. Elmessaoudi: “Op de afdeling pediatrie zorgen felle kleuren en speelse elementen op de muren ervoor dat kinderen zich op hun gemak voelen. Op intensieve zorgen werkten we dan weer met warme houttinten voor de balie en in de boxen, wat de typische ‘ziekenhuissfeer’ gedeeltelijk wegneemt.”

In die interieur-oefening kreeg ook de signalisatie een belangrijke plaats. Signburo, gespecialiseerd in bewegwijzering en visuele communicatie, was daarvoor verantwoordelijk. Elmessaoudi gaat er dieper op in: “Het bewust sobere interieur vulden we aan met accentkleuren en beeldmateriaal in de signalisatie. De glazen binnenwanden kregen veiligheidsfolie met decoratieve golven in de tinten van het ziekenhuislogo. Op de afdeling intensieve zorgen werkten we met éénrichtingsfolies die de privacy van de patiënten respecteren maar het personeel toch voldoende controle geeft. De wanden bekleedden we met een zeelandschap van grasduinen waar de boxnummers in werden verwerkt.” Op de spoeddienst staan de nummers per behandelingslokaal aangeduid in grote cirkels in verschillende kleuren, die verwijzen naar de graad van urgentie. Die kleuren werden ook doorgetrokken in de kasten. “Op die manier vormt de signalisatie een mooie aanvulling op het interieurontwerp,” zegt Elmessaoudi.

Aan de buitenkant van het gebouw koos Llox voor roodbruine, keramische gevelpanelen, gemoduleerd op een raster met een breedte van 95 centimeter. Dat levert een imposante gevel op waarin de ramen op een speels ritme verwerven zijn. Het raster maakt de gevelindeling ook aanpasbaar bij eventuele planwijzigingen in de toekomst. Zo’n paneel is dan bijvoorbeeld makkelijk te vervangen door een raam.

 

Mobiliteitsprobleem aangepakt

Een laatste deel van het masterplan had betrekking op de mobiliteit rond het ziekenhuis. Ludwig Vanseveren: “Onder het nieuwbouwgedeelte liggen nu twee ondergrondse parkeerlagen. Dat was nodig, want de huidige parkeergelegenheid was niet voldoende voor bezoekers en personeel. Daarbij nam de verkeersdrukte nog toe door het parkeerbeleid in het centrum, dat auto's uit de binnenstad weert. Die auto’s kwamen daardoor onze richting uit.” Guy Van der Kuylen vult aan: “Je kwam ook rechtstreeks van een drukke baan bij het ziekenhuis terecht en De Lijn had ook wat wensen wat betreft het openbaar vervoer. Daar hebben we mee een oplossing voor gezocht in ons masterplan, onder andere met een ondergrondse parking. De bouwheer en architect hebben er dus alles aan gedaan om het voor de patiënten, bezoekers en personeel zo aangenaam mogelijk te maken.” 

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners