De randvoorwaarden van het ontwikkelingsproject Sint-Lambertuslaan in Bilzen zijn zeer specifiek. De spoorweg in het oosten, de toekomstige tunnel in het zuiden en de bestaande Sint-Lambertuslaan in het noorden, die bij de aanleg van de tunnel zeker een ander karakter zal krijgen, zorgen voor een unieke locatie waar de noodzaak om een ontwerp op maat van de plek te realiseren essentieel is. Het Masterplan voor deze omgeving kwam van Cleurenmerken.
De tunnel zorgt voor een nieuwe beweging van het autoverkeer, zeker met het verdwijnen van de bestaande spooroverweg. Samen met de spoorweg zorgt deze tunnel voor een behoefte aan wandvorming ten opzichte van deze elementen. Die behoefte werd letterlijk vertaald door de buitenzijde van de volumes in massief baksteenmetselwerk te voorzien om een solide wand te bekomen.
Ter hoogte van een doorsteek voor fiets- en voetgangersverkeer waar de wand doorbroken wordt en aan de zijde van de Sint-Lambertuslaan is duidelijk zichtbaar dat de wanden aan de zijden van de binnentuin een heel ander karakter krijgen door ze te behandelen met een kaleilaag. Op die manier krijgt de binnenplaats een intiemer karakter en wordt er een merkbaar onderscheid en gradatie gemaakt in de publieke zones (straat versus binnenplaats).
Op de hoek waar de Sint-Lambertuslaan afbuigt naar de tunnel was een duidelijke architecturale invulling nodig als herkenningspunt. Op deze plek werd dan ook het volume opgetrokken tot het grootste aantal bouwlagen. Net zoals de andere uiteinden van de bouwblokken wordt ook hier de hoek benadrukt door de bijzondere hoekterrassen. In tegenstelling tot de wandvorming aan de zijde van de tunnel en het spoor openen de volumes zich aan de zijde van de Sint-Lambertuslaan waardoor het een antwoord biedt op de open ruimtes aan de overkant van de straat. Zo integreert de hierdoor gevormde verkeersvrije binnenplaats zich op een uitnodigende wijze in de omgeving.
Door de inkompartijen van de appartementen en de leefruimtes hoofdzakelijk aan het binnenplein te leggen zorgen de hiermee gepaard gaande circulatie en de uitzichten bovendien voor de levendigheid die het verdient. Door de typologie van blok A liggen de leefruimtes aan één kant en de slaapkamers aan de andere kant, namelijk gericht naar de achtertuinen van de naastliggende gebouwen. Door deze opbouw wordt de privacy van de buren gerespecteerd en krijgen de appartementen een gunstige oriëntatie.
Blok B heeft een andere typologie waarbij zich aan beide zijden leefruimtes en slaapkamers bevinden. Afhankelijk van de plaats zijn de appartementen gericht op het binnenplein en profiteren ze van de avondzon of liggen ze eerder aan de straatzijde en kunnen ze genieten van de middagzon.
De parkeerplaatsen zijn grotendeels ondergronds voorzien (meer dan 1 plaats per appartement ondergronds). In combinatie met enkele plaatsen aan de rand van de binnenplaats wordt het totaal vereiste aantal gehaald. De plaatsen bovengronds zijn afgeschermd van de rest van de binnenplaats en het zicht vanuit de appartementen door een groenstrook.
De overgrote meerderheid van de appartementen zijn volledig volgens de voorschriften van de VMSW. 10% sociale woningen hieruit destilleren, zoals voorzien in het Decreet Grond- en Pandenbeleid was bijgevolg perfect mogelijk.
De aandacht werd prioritair gericht op de beleving van de appartementen en de relatie met de omgeving, door onder andere overmatige verharding van het terrein te vermijden en een verkeersvrije levendige binnenplaats te creëren.