Slopen om open ruimte te maken: daar is tot nu toe weinig draagvlak voor. De effectieve afbraak van constructies blijft vaak onbespreekbaar. Nochtans zouden die volgens Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck en assistent hoogleraar aan de KU Leuven Hans Leinfelder de open ruimte ten goede komen. “We kunnen het maken, maar ook kraken”, zei Van Broeck tijdens de opening van de tentoonstelling 'Ruimte voor sloop' in deSingel in Antwerpen.
“Vlaanderen beschikt over slechts 6% natuur. Daarmee zal onze biodiversiteit niet overleven. We moeten ons haasten en plaats maken”, hekelt Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. Ook Hans Leinfelder, assistent hoogleraar aan de faculteit en het departement Architectuur van de KU Leuven, kaart het probleem van de schaarse open ruimte aan. “33% van Vlaanderen is vandaag ruimtebeslag. Bovenop die 33% neemt het ruimtebeslag dagelijks toe met 7 ha. Als we zo voortdoen, zal in 2050 de helft van Vlaanderen ruimtebeslag zijn.”
"Kunnen we niet voorstellen om effectief constructies te slopen en het daaraan gekoppelde ruimtebeslag ook te verwijderen, om dan op beter gelegen locaties nieuwe ontwikkelingen en ruimtebeslag mogelijk te maken?"
Ontwikkelingsdrift
In Leinfelders opzicht bevorderen het huisvestigingsbeleid en het ruimtelijk beleid het ruimtebeslag. “In de 20ste eeuw heeft de overheid de ontwikkelingsdrift nog heel sterk gefaciliteerd en zelfs gesubsidieerd. Wij hebben een sterk planningsbeleid, maar telkens wordt die ruimtelijke planning gereduceerd tot een vergunningenbeleid geregeld via wetgeving en een heel zwak handhavingsbeleid. De hoofdvraag in de uitvoering is niet of deze ontwikkeling gewenst is op een bepaalde plek, maar bestaat vaak louter uit de juridische beoordeling of het voorwerp van een stedenbouwkundige aanvraag verenigbaar is met de bestemming.”
En daar wringt het schoentje. “De combinatie van de historische context, genereuze plannen, en het permissief vergunningenbeleid heeft geleid tot heel veel verspreide bebouwing en meer dan 13.000 km lintbebouwing”, stelt Leinfelder vast.
“Daartegenover staat de Vlaamse regering. Die wil een zogenaamde betonstop: het ruimtelijk rendement in het bestaande ruimtebeslag vergroten. De doelstelling is de dagelijkse toename van 6 ha ruimtebeslag terugdringen naar 0 ha tegen 2040. Ondertussen is dat al 7 ha per dag geworden. Daardoor zal het moeilijk zijn om de doelstelling in 2040 te halen, laat staan in 2060. We zouden dan ook geen Vlamingen zijn als we met die betonstop in het vooruitzicht niet snel ons gebouw zouden neerzetten.”
Betonstop
Bovendien komt die bebouwing volgens Leinfelder niet alleen. “Bij een woning hoort bijvoorbeeld een weg die de woning omsluit en een tuin met oprit en terras. Wanneer je die 14% verharding stelt t.o.v. die 33% ruimtebeslag, betekent dat dat elke ha verharding gepaard gaat met 2,5 ha ruimtebeslag. Bijkomende verharding leidt in de meeste gevallen tot meer ruimtebeslag.”
Meer nog: beleidsmatig volgens Leinfelder ontbreekt er een koppeling tussen de beoogde betonstop en de onthardingsdoelstelling. “Een van de ambities in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen is ook dat de verharding in open ruimte tegen 2050 met minimum 20% moet teruggedrongen zijn. Het probleem is dat het BRV de link tussen de betonstop en de ontharding te weinig legt.”
Om het ruimtebeslag effectief terug te dringen pleit Leinfelder voor sloop. “Kunnen we niet voorstellen om effectief constructies te slopen en het daaraan gekoppelde ruimtebeslag ook te verwijderen, om dan op beter gelegen locaties nieuwe ontwikkelingen en ruimtebeslag mogelijk te maken? Zo is er geen netto verlies aan open ruimte. De herwonnen open ruimte door slopen is gelijk aan de ingenomen ruimte door nieuwbouw.”
Afbreken is ontwerpen
Van Broeck sluit zich daarbij aan. “Afbreken is ook ontwerpen. Het is nadenken over maatschappelijke verandering. Wat mij betreft is dat de essentie van architectuur: vorm geven aan ruimtelijke driedimensionale aanwezigheid van de mens op aarde. Meer ruimte innemen is daarbij alvast geen optie”, concludeert Van Broeck. “Sloop is misschien geen doelstelling op zich, maar het kan wel bijdragen tot vermindering van ruimtebeslag”, zegt Leinfelder.
“Dat wij durven denken aan krimpen is geen verlies”, besluit Van Broeck. “Architectuur is de sector die aan het stuur zit om ruimte te voorzien. We kunnen het maken, maar ook kraken. Het is geen plaats voor slopen, het is slopen om plaats te hebben.”
De tentoonstelling 'Ruimte voor sloop' is te bezoeken van dinsdag 24 april tot en met zondag 16 juni in de wandelgangen van deSingel in Antwerpen. Ontdek meer via deze link. De expo is een initiatief van het Vlaams Architectuurinstituut en het onderzoeksproject kadert binnen het BWMSTR Label.