De verbouwingen van theater De Kriekelaar in Schaarbeek, geopend in december 2015, hadden als voornaamste doel om de geluidshinder te verminderen. Die kwam voort uit de podiumactiviteiten van het gemeenschapscentrum dat in het hart van het huizenblok gevestigd is. VGC organiseerde de wedstrijd in 2013 en deze werd gewonnen door het bureau AgwA. Dit op basis van een box-in-boxconcept. Harold Fallon, ingenieur architect, geeft een woordje uitleg.
Wedstrijd en openbare aanbesteding
Het bureau AgwA heeft projecten over heel België en kreeg vooral extra aandacht voor een speelproof platform over de speelplaats van de Prins Dries school in Antwerpen. AgwA bestaat sinds 2000 en heeft zijn kantoren in het bedrijvencentrum La Lusterie in Schaarbeek. In 2015 heeft het naar aanleiding van Bergen 2015 in samenwerking met Ney&Partners de overkapping van de binnenplaats van de Carré des Arts in Bergen gerealiseerd. Momenteel is het bureau in samenwerking met Artgineering bezig met een ADEPS centrum in Péronnes nabij Doornik. Verder zijn ze bezig met de herbestemming van de ECAM-site in Sint-Gillis. Ze zijn gespecialiseerd in openbare aanbestedingen op basis van wedstrijden waarbij een hoge werkdruk optreedt, maar hun nevenfunctie als technisch consultant zorgt voor financiële zekerheid. Ze trachten in hun ontwerpen een project te stoelen op het potentieel van de meest essentiële elementen. Zo blijft het resultaat gegarandeerd, ondanks mogelijke budgettaire hindernissen.
Harold Fallon: “De essentiële structurele concepten van het project De Kriekelaar zijn uitgewerkt in overleg met studiebureau JZH&Partners, dat vooral actief is in de Brusselse regio en met wie een langdurige samenwerking is ontstaan. Dat studiebureau kan goed vooruitdenken naar de werffase, wat vanaf de ontwerpfase toelaat na te denken over de manier waarop een project gerealiseerd wordt. Voor De Kriekelaar was dus alles bedacht op het uitvoeringsniveau, wat de jury heeft overtuigd.”
Vereiste prestaties
Het akoestisch studiebureau Scala Consultants uit Leuven heeft alle projecten uit de wedstrijdfase geëvalueerd en eisen geformuleerd. H.F.: “De prefabsysteembouw werd snel verworpen omwille van de opslagruimte en verbindingen tussen elementen. De bekisting van kleine onderdelen was makkelijker te realiseren en minder gevaarlijk. De aanbevelingen in het bestek gingen vooral over de massa van de materialen en over voegvulmaterialen tussen structurele elementen. De betonnen plaat van 20 cm dikte moest vastgezet worden op veerkrachtige blokken uit polymeer, geleverd door CDM. Dat om de akoestische breking te verzekeren met langsliggers geplaatst op palen. Om een massa van 400 kg/m3 te verkrijgen, werden muren van 19 centimeter en zware betonblokken van 35 kg/stuk geplaatst over de hele lengte van de zijwanden, volgens een horizontale, maar niet rechtlijnige, as. Dat om stilstaande geluidsgolven te voorkomen. Het plafond moest te plekke gegoten worden ondanks een hoogte van 50 cm tot het bestaande dak.”
H.F.: “Het project kon ongehinderd uitgevoerd worden tussen 2013 en de oplevering eind 2015, ondanks de ontdekking van asbest in de grond, dat vervolgens weggehaald werd. Dat heeft zes maanden vertraging van de werf opgeleverd, maar de ontwikkeling van de akoestische deuren kon toen verbeterd worden door Eribel. De gelaagde stalen deuren met een performantie van 42 dB werden speciaal ontwikkeld.”
Bedrijven en uitvoering
H.F.: “Het is altijd belangrijk om een goede opvolging in het bedrijf te hebben voor de uitvoering van het project en het respecteren van de deadlines. Bij het Kriekelaar-project is de firma Monument tussengekomen met veel professionalisme. Deze stelt een goed team te werk met een erg competente werfverantwoordelijke en opzichter. De voorgestelde uitvoeringsmethode werd dus zorgvuldig toegepast volgens het bestek. De uitvoering van de ruwbouw kon in verschillende stukken gebeuren. Door gebruik te maken van kleine elementen voldeden een lichte bekisting en kleine machines. Het voornaamste idee berustte op het gebruik van balken in U-vorm die als pad dienden voor de arbeiders die daardoor ter plekke de betonnen plafondplaat konden storten.
Een opening in een dragende muur verklaart de benodigde bouwvergunning, maar eigenlijk ging het over werken aan de binnenkant. Het idee was om te bouwen zonder aan de bestaande elementen te raken. Er zijn dus ook geen klachten gekomen, langs de ene kant omdat de werken weinig storende geluiden met zich meebrachten en zeker en vast ook omdat de werken vooral het comfort van de buurt verhoogden. De activiteiten van het buurtcentrum bleven doorgaan tijdens de werken. De machines reden via de Vanderlindenstraat aan de achterkant van de site binnen."
Maatregelen ter verbetering van de akoestiek
H.F.: “Het bureau heeft voortgebouwd op een al bestaande kennis van akoestiek en daarom geopteerd om in de hele zaal rondom gordijnen op te hangen, wat toelaat de stemming naar eigen wens aan te passen. Bij een klassiek concert blijven ze open om meer nagalm te hebben, bij een lezing trekken we het gordijn toe om het geluid te absorberen. Dat systeem is manueel en heeft geen onderhoud nodig. Daarenboven staat het ook toe om de achtergrond aan te passen.”
Tegen het plafond kwamen eenvoudige akoestische tegels van Rockfon. De uitsparingen en kabels lopen over de wand en komen langs de houten op maakt gemaakte akoestische cassettes. Deze isoleren en werden aan de buitenkant van de zaal geplaatst. Om de doos te omhullen werd rotswol geplaatst achter de houten omheining van de gang. H.F.: “Afgezien van de akoestieke prestaties zijn de gebruikte materialen gekozen om hun esthetische uitdrukkingskracht. Vanaf het begin van het ontwerp dachten we met het bureau na om simpele elementen te gebruiken die een zo groot mogelijke esthetische, structurele, functionele en budgettaire efficiënte van het project konden bereiken.” Het resultaat is een synthese van techniek en veel aandacht voor detail.