Spouwhaken voor metselwerk

Bij het ontwerp van een spouwmuur, de keuze van de materialen en hun uitvoering, dient er bijzondere aandacht besteed te worden aan de spouwhaken, ook wel ‘spouwankers’ genoemd. Ter aanvulling van het artikel ‘Invloed van de EPB op het metselwerk’ (zie de WTCB-Dossiers 2011/4.5), heeft het WTCB een studie gevoerd naar de spouwhaken en hun mechanische gedrag in het bijzonder.


We willen er allereerst aan herinneren dat het gebruik van spouwhaken in combinatie met doorheen het isolatiemateriaal bevestigde pluggen – naar onze mening – het voordeel biedt dat ze tijdens hun plaatsing geen risico op een beschadiging van de stijve isolatieplaten met zich meebrengen.

Bepaalde op de Belgische markt verkrijgbare gegalvaniseerde haken zijn voorzien van een zinklaag van om en bij de 60 g/m², hetzij een dikte van 8,5 µm, wat overeenkomt met het materiaal dat in de norm NBN EN 845-1 het referentienummer 20 krijgt. De Eurocode 6 raadt het gebruik van dit type ankers echter af in buitentoepassingen (blootstellingsklassen MX2 tot MX5) en beveelt een minimale zinklaag van 710 g/m², hetzij een dikte van 100 µm, aan (materialen met de referentienummers 8, 9 of 10) voor buitenomgevingen (blootstellingsklassen MX2 en MX3) die niet ‘zilt’ (MX4) of chemisch agressief zijn (MX5).Spouwhaken met een dunnere zinklaag mogen slechts in voornoemde omstandigheden gebruikt worden wanneer men hiertoe de expliciete toestemming van de fabrikant heeft. De zink­laag mag echter nooit dunner zijn dan 105 g/m² of 15 µm.

Hoewel de experimentele studie van de mechanische prestaties niet exhaustief was, heeft ze bevestigd dat het risico op uitknikken bij de door ons op druk beproefde haken in spouwen met een aanzienlijke breedte (± 210 mm) reëel was. De opgetekende druksterktewaarden lagen hierbij gevoelig lager dan de treksterktewaarden.

Bij de stalen haken met een kunststof plug die in het metselwerk geboord werden na het optrekken ervan werd er niet alleen een bezwijking vastgesteld door het uitknikken, maar ook door de doorboring van het uiteinde van de plug door de metalen staaf. Hierbij lagen de waarden van de kniksterkte en de weerstand tegen doorboring echter hoger dan de treksterktewaarden. Deze laatste worden beïnvloed door de perforaties in de metselstenen en blijven – althans volgens onze proefresultaten – kleiner dan de sterktewaarden van een in de mortel ingewerkte haak.

De op de markt beschikbare spouwhaken moeten dus steeds gekarakteriseerd worden door het referentienummer van het materiaal (zie lijst in de norm NBN EN 845-1) en gekozen worden in functie van de blootstellingsklasse van het metselwerk (zie de Eurocode 6, deel 2) die het risico op de corrosie van de haak bepaalt. Bovendien moet hun prestatieverklaring melding maken van de trek- en druksterkte, conform de norm NBN EN 845-1, zodat men het aantal haken dat nodig is om weerstand te kunnen bieden aan de windbelasting, juist kan bepalen (minstens vijf per m²).

 

Lees het volledige artikel op de website van het WTCB. 

Deel dit artikel:
Onze partners