Staande naad: een goede bevestiging van de dakbedekking en de dakvloer

De bevestiging van metalen dakbedekkingen werd reeds besproken in de WTCB-Dossiers 2012/4.6. In dat artikel lag de nadruk op het type en het aantal bevestigingsklangen dat in de staande naad voorzien moet worden om te vermijden dat de dakbedekking door de wind zou omhoogkomen en vervormen. Dit artikel spitst zich op zijn beurt toe op de keuze van de houten dakvloer en de verbinding ervan met de draagstructuur.

Een goede bevestiging van de dakvloer aan de draagstructuur is immers van groot belang bij stormweer, vermits men vastgesteld heeft dat het in het merendeel van de schadegevallen bij daken met metalen dakbedekkingen niet alleen de dakbedekking is die losgekomen is, maar wel het geheel dakbedekking/dakvloer.

 

Bebording of panelen?

De dakvloer van dakbedekkingen met een staande naad bestaat doorgaans uit hout in de vorm van een bebording of panelen (zie WTCB-Digest nr. 11).

Het gebruik van een opengewerkte, langs de onderzijde geventileerde bebording bouwt voort op de traditie en wordt vaak toegepast bij alle types metalen dakbedekkingen. Deze werkwijze komt voort uit de bouwgewoontes die men aantreft bij het gebruik van zink: om het risico op corrosie te vermijden, moeten beide zijden van traditioneel (ongecoat) zink immers in contact gebracht worden met de omgevingslucht zodat er zich een beschermende patina kan vormen.

Teneinde de schuifklangen, die in de regel 110 mm lang zijn, op één enkele plank te kunnen plaatsen, zijn de bebordingen doorgaans 24 mm dik en 125 mm breed (zie afbeelding). Soms worden er ook bebordingen met kleinere afmetingen toegepast, al zijn deze voorbehouden voor bijzondere gevallen (dakvoet, boogdaken, smalle bevestigingsklangen die eigen zijn aan bepaalde fabrikanten ...).

Bij warme daken kan men voor de andere types metalen dakbanen (gecoat zink, koper, gecoat staal, aluminium) eveneens opteren voor een plaatsing op panelen. Het gaat hier vaak om OSB/3-panelen die bestemd zijn voor een toepassing in daken. Deze panelen zijn minstens 15 of 18 mm dik, al naargelang de bevestigingsklangen geschroefd, dan wel genageld zijn. Gelet op het feit dat het risico op een bevochtiging van de panelen nooit volledig uitgesloten kan worden (onweer tijdens de plaatsing, condensatie in de dakopbouw ...), strekt het tot aanbeveling om de bevestigingsklangen vast te zetten met schroeven. Proeven in een klimaatkamer hebben immers aangetoond dat in een OSB-paneel genagelde klangen die onderworpen worden aan bevochtigings- en drogingscycli meer dan de helft van hun afschuif- en uittrekweerstand kunnen verliezen.

 

In de meeste vastgestelde schadegevallen is het geheel dakbedekking/dakvloer losgekomen.

 

Bevestiging van de dakvloer op de draagstructuur

De dakvloer moet vlak en ononderbroken zijn en met de grootste zorg uitgevoerd worden, ongeacht of hij uit een bebording of panelen bestaat. Verder moet hij door middel van stalen nagels met een platte kop of stalen schroeven met een verzonken kop op de draagstructuur bevestigd worden.

Hoewel nagels courant gebruikt worden omwille van hun snelle uitvoering, geniet de bevestiging met schroeven de voorkeur. Bij eenzelfde diameter en lengte vertonen schroeven immers een uittrek­weerstand die 5 tot 8 keer groter is dan deze van al dan niet geringde nagels.

 

Lees dit artikel verder op de website van het WTCB>>

Bron: WTCB
Deel dit artikel:
Onze partners