Vergane glorie of waardevol historisch erfgoed? De meningen zijn verdeeld, maar feit is dat oude stationsgebouwen vaak een uniek karakter hebben. Zeker als de grandeur van weleer in ere hersteld wordt, zoals de voorbije twee jaar gebeurde in Laken. Dankzij een grondige, vakkundige restauratie en renovatie kreeg het negentiende-eeuwse stationsgebouw in neorenaissancestijl een hedendaagse socioculturele invulling, inclusief een zwevende aanbouw en de aanleg van twee gezellige pleintjes die het geheel opnieuw in de omliggende publieke ruimte verankeren. B-architecten en Architectenbureau Vanhecke & Suls sloegen voor dit project de handen in elkaar.
Het stationsgebouw van Laken dateert van 1879. Het beschermde volume met mansardedak flankeert onder meer de zogeheten Dender-Waaslijn tussen Brussel en Gent. In 1982 verloor het complex zijn oorspronkelijke functie aan de verderop gelegen treinhalte Bockstael, waarna het tussen 2008 en 2011 een eerste keer verbouwd werd tot een cultureel centrum met een voorlopige binneninrichting (Maison de la Création). In 2014 werd de loopbrug naar de perrons gesloopt en in 2015 werd er een restauratieplan ingediend om het geheel definitief om te vormen tot een sociocultureel gemeenschapshuis. “Onze opdracht was tweeledig: de oude glorie van het station in ere herstellen en het verloederde gebouw een open, toegankelijk en hedendaagse inrichting en uitstraling geven. Een complexe evenwichtsoefening, zeker omdat ons ontwerp ook een antwoord moest bieden op complexe vraagstukken inzake akoestiek, veiligheid, energie-efficiëntie, enzovoort”, vertelt Karol Grygolec, projectleider bij B-architecten. “We hebben nauw samengewerkt met Architectenbureau Vanhecke & Suls, dat verantwoordelijk was voor de restauratie van het dak en de gevels. Waar het kon, zijn de ramen hersteld en aan de binnenzijde aangevuld met voorzetramen (in functie van de thermische performantie), terwijl de nieuwe ramen gebaseerd zijn op de originele exemplaren en uitgerust zijn met ‘getrokken’ monumentenglas.”
Herinterpretatie van de geschiedenis
De architecten splitsten het vierlagige gebouw op in verschillende zones. “De berging op niveau -1 is – met respect voor de bestaande structuren en via minimale ingrepen – omgetoverd tot een atelier voor metaalbewerking en andere ‘zwaardere’ artistieke disciplines. We hebben er ook een tussenverdieping gecreëerd voor de sanitaire ruimtes”, legt Karol Grygolec uit. “Het gelijkvloers herbergt drie verschillende functies: een polyvalente theaterzaal met artiestenloge, een café met gezellig terras aan de straatkant en een zuidelijk georiënteerde wintertuin, waarvoor we aan de spoorzijde een aanbouw hebben toegevoegd. Deze zwevende uitbreiding (het spoor bevindt zich ter hoogte van niveau -1) vergroot het ruimtegevoel op het gelijkvloers, biedt een mooi uitzicht op de passerende treinen en verwijst met haar riant beglaasde staalstructuur naar de monumentale luifel die het station van Laken in het begin van de 20e eeuw sierde – een hedendaagse herinterpretatie van de geschiedenis, zeg maar. De eerste verdieping is voorbehouden voor de kantoor- en vergaderruimtes. De zolder werd vroeger niet gebruikt, maar huisvest voortaan ateliers voor beeldende kunst, dans en muziek. De verticale circulatie tussen de verschillende verdiepingen verloopt via een lift en een fraaie stalen trap, die rond de liftkoker is gebouwd.”
Sfeervolle materialisatie
Het gerestaureerde en gerenoveerde stationsgebouw is opgevat als een huis met verschillende kamers, waar telkens een andere sfeer heerst. Dit vertaalt zich onder meer in de specifieke materialisatie. “Waar de ateliers een industrieel tintje hebben – onder meer dankzij de polybetonvloeren, robuuste baksteenwanden en nieuwe strekmetaalelementen – heeft de zwarte theaterzaal op het gelijkvloers een veel intiemer karakter, zorgt de visgraatparket op de kantoorverdieping voor een warmere uitstraling en staat de witte gietvloer in de zolderateliers symbool voor creativiteit en een open geest. Voorts hebben we de industriële pracht van het oorspronkelijke station opnieuw proberen op te roepen door veelvuldig gebruik te maken van staal. Dit komt onder meer tot uiting in de staalplaatvloer en het geperforeerde staalplafond van de wintertuin, de staalplaatwanden en -deuren op de sanitaire tussenverdieping en allerlei karakteristieke detailleringen die in heel het gebouw terugkeren. Ook de directe omgeving is geïntegreerd in het concept. Zo zijn er twee pleintjes aangelegd – eentje in het verlengde van het café met terras (aan de straatkant) en eentje op niveau -1 (langs het spoor) – die met elkaar verbonden zijn via een betonnen trap. Ze zijn omringd door het nodige groen en zullen op termijn aansluiten op de andere publieke ruimtes die de komende jaren langs het spoor zullen ontstaan.”
Helemaal terug in de tijd
De restauratie- en renovatie-ingrepen zijn uitgevoerd door de divisie Restauratie en Herbestemmingen van Renotec, dat het gebouw van dak tot kelder onder handen nam – tot en met de gordijnen en een gedeelte van het vast meubilair. Een behoorlijk intensieve klus, zo blijkt: “We hebben het interieur van de zolder haast volledig moeten strippen, want de duiven hadden er vrij spel. We hebben de vloer versterkt, het dak geïsoleerd, de muren opnieuw bepleisterd en de ramen vernieuwd (naar origineel model)”, vertelt projectleider Michiel Knaepkens. “Net zoals in alle andere restauratieprojecten die we uitvoeren, hebben we met het grootst mogelijke respect voor het verleden gewerkt. Bij deze herbestemming gingen we helemaal terug in de tijd. Zo merkten we dat de gevel in het verleden al lokaal hersteld was met beton, waarna we in samenspraak met de bouwheer beslist hebben om het metselwerk opnieuw in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Bovendien zagen we aan de beplankingen in de houtstructuur dat het gebouw vroeger extra dakramen bevatte. We hebben dan ook enkele bijkomende ovalen ramen (of zogeheten ‘ossenogen’) aangebracht in het roevendak met zinkbekleding, dat het gebouw zijn typische ‘Parijse’ look geeft.”
Herbestemming met technische uitdagingen
Om de reconversie van het station van Laken tot een goed einde te brengen, moest Renotec enkele technische huzarenstukjes afleveren. “Zo moesten we een lift integreren om het gebouw rolstoeltoegankelijk te maken. We braken hiervoor de volledige trappenhal af en berekenden de exacte afmetingen met een 3D-scanner. De liftkoker is via een opening in het dak geplaatst, dus dat was millimeterwerk. Ook de stalen trap is op dezelfde manier geïnstalleerd”, licht Michiel Knaepkens toe. “Een tweede uitdaging was de realisatie van de zwevende wintertuin, waarvoor we noodgedwongen in het vaarwater van het spoor moesten opereren. Aangezien het duur en complex is om bovenleidingen te laten uitschakelen door Infrabel, hadden we amper vijf weekends de tijd om die uitbouw volledig klaar te krijgen – van afbraak van de bestaande structuur tot opbouw en afwerking van de wintertuin. De constructie was gelukkig grotendeels geprefabriceerd, waardoor we ons op de werf konden concentreren op de montage en de afwerking. Het resultaat mag er wezen! Het was een zeer leerrijk en interessant project, dat echt teamwork vereiste.” Een mening die ook Karol Grygolec van B-architecten volmondig deelt: “Het is fijn dat niet enkel wij, maar ook Renotec alles uit de kast wilde halen om het project maximaal te doen slagen – ondanks alle uitdagingen en moeilijkheden die dergelijke complexe restauratiedossiers met zich meebrengen. We kunnen dan ook spreken van een zeer geslaagde realisatie!”
Dit artikel is eerder verschenen in Bouwen aan Vlaanderen.