In 2013 paste het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn bestemmingsplan aan om de ontwikkeling van nieuwe woningen te vergemakkelijken en zo te anticiperen op de verwachte bevolkingstoename in de nabije toekomst. Dit ging gepaard met de creatie van een nieuw type zone: de ‘OGSO’. De nieuwe regelgeving stimuleert de realisatie van gemengde projecten met woningen en productieactiviteiten in gebieden die vroeger uitsluitend bestemd waren voor stedelijke industrie. Een schoolvoorbeeld van zo'n stedelijk upcyclingproject is North City (una|a).
North City bevindt zich in het noorden van Brussel, in de buurt van het station van Haren en de Haachtsesteenweg, een historische verkeersas die Brussel verbindt met de nabijgelegen gemeenten in het noordoosten. De site wordt omarmd door een semi-industrieel bouwblok en grenst slechts met een kleine kopgevel aan de Middelweg, een straat waarvan de stedelijkheid moeilijk tot uiting komt, ondanks recente vernieuwingswerken en de realisatie van twee aanpalende middelgrote woningbouwprojecten.
De site bood in het verleden plaats aan het voormalige logistieke hoofdkwartier van de winkelketen ‘Prémaman’, een magazijncomplex van 25.000 m² met kantoorruimte, tal van laadkades en een grote buitenparking. Het bestaande gebouw is een grote monoliet die volledig afgesloten is van de omgeving, waar nauwelijks groen aanwezig is. Het magazijn bestaat uit een industrieel betonskelet met een hoofdoverspanning van 20 meter en een secundaire overspanning van 12 meter. Aan de noordwestelijke zijde omvat het terrein een lagergelegen niveau en aan de zuidoostelijke zijde biedt het plaats aan een kantoorgebouw met twee verdiepingen, dat aan de voorkant van het magazijn ligt.
Het North City-project beoogt de bouw van een multifunctioneel complex met betaalbare woningen, een stedelijk industriepark met winkels, werkplaatsen en showrooms en een bedrijfsgebouw voor start-ups (incubator) met kantoor- en productiefaciliteiten, aangevuld met publieke binnen- en buitenruimtes. Het doel van het project is de site te ontsluiten en te verbinden met de omgeving, een groot deel van de bestaande structuur te hergebruiken en te ‘upcyclen’, aangename buiten- en publieke ruimtes te creëren die een positieve interactie tussen de verschillende functies van de herontwikkeling tot stand brengen en uit te groeien tot een katalysator voor de verdere herwaardering van de omringende wijk.
Verkwikkende stedelijkheid
Het wooncomplex met 123 appartementen wordt ingeplant op het zuidoostelijke gedeelte van de site. Het directe contact met de straat versterkt de stedelijkheid van de Middelweg en draagt bij tot de informele sociale controle in de openbare ruimte. Het complex bestaat uit drie hoofdvolumes die in een open bloktypologie gegroepeerd zijn rond een centrale gemeenschappelijke tuin. De onderlinge afstand tussen de volumes biedt zicht op de tuin vanaf de Middelweg en de straten van het bedrijventerrein. Hierdoor neemt het groen integraal deel aan de creatie van een stedelijke sfeer.
Het eerste volume strekt zich uit langs de zuidoostelijke rand van het terrein. Het begint met vier bouwlagen langs de Middelweg, waar het aansluit bij de schaal van het appartementsgebouw aan de overkant van de straat, en eindigt met zeven bouwlagen in het centrum van het blok, waar het een samenhangend geheel vormt met de andere volumes rond de gemeenschappelijke tuin. Het tweede volume telt eveneens zeven verdiepingen en is verzonken in de straat om plaats te maken voor een klein stedelijk plein dat als een centrale ontmoetingsplek voor de buurt zal fungeren. Het plein maakt ook het industrieterrein zichtbaar, waardoor dit laatste mee zal profiteren van de stedelijke dynamiek in de wijk. Het derde volume heeft een gelijkaardige hoogte en bevindt zich op de westelijke hoek van de site, waar het de gevarieerde stedelijke perspectieven die in het project gecreëerd worden verder accentueert.
Aan de kant van het plein zijn de gelijkvloerse verdiepingen van de residentiële gebouwen voorbehouden voor buurtfuncties: twee kleine units die bestemd zijn voor lokale diensten en een polyvalente ruimte die zich leent tot de organisatie van gemeenschappelijke activiteiten voor de bewoners of de rest van de buurt, in samenwerking met lokale organisaties. Continue aanpassing aan de voortdurend veranderende lokale omstandigheden is een van de pijlers van stedelijke integratie. Om toekomstige herbestemmingen in functie van de verdere evolutie van de wijk mogelijk te maken, zijn de draagstructuren van de gelijkvloerse verdiepingen van de appartementsblokken opgebouwd uit een betonnen balk- en kolomsysteem, zodat ze een flexibele ruimtelijke indeling toelaten.
"Het doel van het project is de site te ontsluiten en te verbinden met de omgeving, een groot deel van de bestaande structuur te hergebruiken en te ‘upcyclen’, aangename buiten- en publieke ruimtes te creëren en uit te groeien tot een katalysator voor de verdere herwaardering van de omringende wijk."
Het industriepark als stedelijke verbinder
Het industrieterrein en de incubator hergebruiken een groot deel van de bestaande structuur en het bestaande dak. Er worden enkele selectieve sloopactiviteiten uitgevoerd om de nodige circulatieruimte te creëren en toegang te kunnen bieden tot de verschillende units. Rond de herbruikbare structuur wordt een combinatie van nieuwe gevels en nieuwe volumes aangebracht die de architecturale identiteit van de site volledig herdefiniëren.
De binnenstraten van het industrieterrein vormen een vierhoek, waarvan drie hoeken zich openstellen voor de omgeving. Aan de oostzijde wordt er aansluiting gezocht met het nieuwe plein en de Middelweg. Aan de noordzijde wordt een esplanade voor de incubator aangelegd, die verlengd wordt met openluchttrappen die een voetgangersverbinding tussen de site en het treinstation van Haren creëren. Aan de westzijde is tevens een verbinding met het naburige industrieterrein Bassin Collecteur voorzien. Er wordt ook een landschapsterras aangelegd dat een fraai uitzicht zal bieden op de Zennevallei.
Deze interventies maken dat het gesloten monolithische geheel evolueert naar een open weefsel dat de naburige sites met elkaar verbindt en het gebruik van ‘zachte vervoersmiddelen’ stimuleert, zeker voor verplaatsingen tussen de buurt en het treinstation van Haren. Net als in het woongedeelte wordt er bijzondere aandacht besteed aan de valorisatie van strategisch gepositioneerde open ruimtes met de aantrekkelijkste functies en architecturale typologieën. Tegenover de appartementen en de gemeenschappelijke tuin springen toonzalen met daarbovenop administratieve ruimtes in het oog dankzij hun open, architectonische gevel. Op de noordelijke hoek begeleidt de business incubator de voetgangersverbinding naar het station met een gelijkaardige levendige, open architectuur.
Expressief ontwerp garandeert boeiend stedelijk landschap
De gevels van de appartementen worden op het gelijkvloers afgewerkt met een warme beige kalksteenbekleding en op de verdiepingen met een sobere witte cementpleister. Variaties in de raamcomposities en de plaatsing van balkons en borstweringen koppelen de rustgevende soberheid van de materialen aan een aangename levendigheid. Het langgerekte lagere blok aan de zuidoostelijke zijde van de site bestaat uit een onregelmatige opeenvolging van zadeldaken. Het silhouet dat daaruit resulteert, verwijst naar de loodstypologie van de traditionele industriële gebouwen waarmee de Brusselaars zo vertrouwd zijn en richt zich met zijn dynamische profiel naar de Haachtsesteenweg.
De gevels van de magazijnen, die de expressie van de appartementsgebouwen weerspiegelen met hun industriële materialisatie, bestaan uit prefabbetonpanelen met een beige geribbelde plint en een hoger gedeelte met een natuurlijke gladde afwerking. De dakranden van de gevels volgen de lichtjes alternerende dakhellingen en wekken de binnenstraten van het industrieterrein tot leven met hun zachte vormgeving. De gevels van de showrooms en het kantoorgedeelte van de incubator bestaan uit volledig beglaasde gordijngevels, die waar nodig uitgerust worden met verticale, witte, geperforeerde zonweringslamellen. Deze laatste worden schijnbaar willekeurig geplaatst om een levendige buitenschil te creëren die geanimeerd wordt door een intrigerend spel van licht en schaduw.
Terwijl alle magazijnen uitgerust worden met koepels en dakramen, worden de noordwestelijke gevels van de werkplaatsen van de incubator ook bekleed met doorschijnend polycarbonaat en volledig beglaasde raampartijen, waardoor de natuurlijke lichtinval gemaximaliseerd wordt. Deze architecturale variatie illustreert het gemengde karakter van de nieuwe functies en creëert een levendig stedelijk landschap dat het project op een eerlijke en innemende manier verbindt met de stedelijke omgeving.
"De architecturale variatie illustreert het gemengde karakter van de nieuwe functies en creëert een levendig stedelijk landschap dat het project op een eerlijke en innemende manier verbindt met de stedelijke omgeving."
Landschapsinrichting ten dienste van de gemeenschap en het milieu
De landschapsarchitectuur vormde een essentieel onderdeel van het project zodra de eerste krijtlijnen van het project zichtbaar werden. Dit heeft zich vertaald in verschillende strategieën. In het industriepark worden enkele zones met een beperkte footprint, maar een grote visuele impact onder handen genomen via enkele welgemikte ingrepen. De interventies bootsen de geest van stedelijke ‘pocket parks’ na en bieden zowel rust- en ontmoetingsplaatsen als visuele stimulansen binnen de sterk verharde omgeving, waardoor de positieve effecten van het groen op de beleving van de gebruikers worden gemaximaliseerd. Banken en picknicktafels nodigen uit tot verpozing en informele ontmoetingen.
In de westelijke hoek van de site wordt een zone met ondiepe verlagingen aangelegd om regenwaterinfiltratie mogelijk te maken. De natuurlijke infiltratiestrategie wordt verder uitgewerkt via het gebruik van waterdoorlatende grasverhardingen voor de parkeerplaatsen en overgedimensioneerde geperforeerde rioolbuizen die het opgevangen regenwater van de daken bufferen en infiltreren. Langs de noordoostelijke rand van het terrein zal dichtere beplanting dienstdoen als een prettige groenbuffer voor de percelen die aan de Middelweg grenzen. Omdat de wijk verder herontwikkeld moet worden, garandeert deze voorzorgsmaatregel een maximale programmatorische flexibiliteit voor de toekomstige ontwikkeling van deze terreinen, inclusief de mogelijkheid om verschillende woningtypes te realiseren.
Het hart van de woonzone is voorbehouden voor een gemeenschappelijke tuin. Alle appartementen zijn uitsluitend toegankelijk vanuit de tuin, waardoor de bewoners de kans krijgen om elkaar te ontmoeten en te genieten van de groene omgeving. De gebouwen creëren de nodige schaal en structuur. Dit maakt dat de tuin zal uitgroeien tot een visueel verzorgde en functionele ontmoetingsplaats, een plek waar de bewoners in alle veiligheid en comfort kunnen deelnemen aan individuele of gemeenschappelijke activiteiten, waar alle generaties met elkaar in contact komen en waar ze zich een gewaardeerd deel van de bredere gemeenschap voelen. Deze inclusiviteit wordt nog versterkt door collectieve voorzieningen zoals een speeltuin, een moestuin en een multifunctionele ruimte op het kruispunt van de tuin en het plein.
Tussen de gebouwen en de rand van de site krijgt het landschap opnieuw een primaire ecologische functie, die tevens bijdraagt tot de visuele attractiviteit van de omgeving. Een wadi verzamelt het regenwater en laat het ter plaatse infiltreren. In deze zone worden planten en bomen geplaatst die aangepast zijn aan vochtige omstandigheden en die bijdragen tot het ontstaan van een rijke biodiversiteit op de site. In combinatie met de aanleg van groendaken zorgt de landschapsinrichting ervoor dat de site evolueert tot een rijk stedelijk ecosysteem. Sterker nog: het project levert een positieve, herstellende bijdrage. De ecologische ambities van het project blijken ook uit de aanwezigheid van fotovoltaïsche panelen, die geïnstalleerd worden op de bewaarde betonnen balken die een van de straten van het industriepark overspannen. Zo voorzien ze niet alleen stroom voor de buitenverlichting, maar typeren ze meteen ook het straatbeeld.