Onze huiscolumnist Filip Canfyn staat stil bij de vijftigste verjaardag van de Sydney Opera House en bij de droevige hoofdrol van Jorn Utzon, de architect van dit toch-wel-icoon.
Als nobele onbekende Deen wint Jorn Utzon (1918-2008) in 1957 de internationale architectuurwedstrijd voor de Sydney Opera House, waarvoor 233 inzendingen genoteerd worden. Hij doet dat met een magisch volume, dat opvalt door hemelshoge schelpschalen, krachtig gebold als scheepszeilen in de wind, plastisch geboetseerd als meeuwenvleugels in de branding. Papa Utzon werkt als ingenieur op een werf, die grote boten maakt. Kleine Jorn raakt geïntrigeerd door het stoere vakmanschap, dat zelfs het hardste staal kan plooien, en zijn besef groeit dat niets onmogelijk is. Sydney krijgt onbewust een ode aan die vaderlijke levensles, die winden en getijden trotseert.
De unanieme toekenning van de eerste prijs, 5.000 £ en de opdracht, doet Utzon onmiddellijk in een mediastorm belanden. Daarom blijft hij de eerste jaren veilig in Denemarken om daar zijn lopende opdrachten waardig af te ronden en verwoed te tekenen aan de toekomstige city mark down under. In 1963 verhuist hij dan toch met zijn vrouw en drie kinderen naar Australië om weeral keihard te werken, samen met zijn team van ingehuurde lokale jonge architecten. Alles loopt lekker, tot het door Utzon overschrijden van budget en timing in 1965 een verkiezingsthema wordt en de oppositie doet winnen. De Deen wordt niet meer betaald en moet in 1966 vertrekken. Hij gaat terug naar Denemarken en zal nooit meer een voet op Australische bodem zetten.
Utzon wordt uiteraard vervangen. Het gebouw is voor twee derden af en alleen nog de binneninrichting moet aangepakt worden.
De Sydney Opera House wordt in 1973 feestelijk geopend door Queen Elisabeth maar de eerste architect krijgt geen uitnodiging en verdwijnt eigenlijk in de anonimiteit. Bijna. In 2003 krijgt hij de Pritzker Prize op vijfentachtigjarige leeftijd. En Australië blijkt ook al niet meer zo rancuneus: zijn kantoor mag de uitbreiding van de Opera House ontwerpen en vooral de binneninrichting, die vijfendertig jaar eerder door een vervanger is aangepakt, naar Utzons hand zetten. Voor de heropening in 2006, weeral door Queen Elisabeth, wordt hij dit keer wél uitgenodigd maar hij moet doodziek afbellen vanuit Mallorca, waar hij zich teruggetrokken heeft. In 2007 wordt de muziekkathedraal van Utzon uitgeroepen tot Unesco-werelderfgoed, zodat hij één van de eerste nog levende architecten wordt, aan wie die eer te beurt valt. Een jaar later sterft hij stil in zijn Kopenhagen.