Onze huiscolumnist Filip Canfyn las meer dan geboeid het monumentale boek van Christophe Busch, ‘De duivel in elk van ons – Van holocaust tot terrorisme: hoe gewone mensen in staat zijn tot buitengewoon kwaad’ (Borgerhoff & Lamberigts, 2023). Op meer dan 800 bladzijden (een dikke aanrader dus) brengt de auteur verslag uit van zijn jarenlange ‘daderonderzoek’. Op het einde maakt Busch relevante opmerkingen over natuurrampen én mensenrampen.
Het duidelijke verschil tussen een natuurramp (een aardbeving bijvoorbeeld) en een mensenramp (de Holocaust bijvoorbeeld) vervaagt want nu worden natuurrampen ook mensenrampen. Natuurrampen kunnen inderdaad ook veroorzaakt worden door menselijk gedrag: denken we maar aan de wereldwijde impact van de klimaatopwarming, die zonder twijfel antropogeen is. De weeral actuele term ‘genocide’, de vernietiging van mensen door mensen, kan dan verworden tot ‘ecocide’, de vernietiging van het ecosysteem door mensen, die kan leiden tot een globale genocide, tot zelfvernietiging. Zo ver zijn we natuurlijk nog niet maar het doet toch denken …
Busch verwijst in dit verband naar het metaforische Paaseiland-verhaal over ecologische zelfvernietiging, een verhaal, dat echter te mooi (en te lelijk) blijkt om waar te zijn.
Het geïsoleerde Paaseiland wordt op Paaszondag in 1722 ‘ontdekt’ door de Nederlander Jacob Roggeveen. Die raakt zwaar onder de indruk van de moai, de reuzenhoofden, die tot 9 meter hoog rechtstaan. Zijn wedervaren maakt, vooral in de 20e eeuw, van het eiland een bedevaartplaats voor antropologen en avonturiers (zoals de illustere Thor Heyerdahl), die achteraf veel boeken willen verkopen met straffe verhalen. Over twee stammen, de Langoren en de Kortoren, die de strijd om de grootste moai uitvechten in een gruwelijke burgeroorlog mét kannibalisme. In 2005 verschijnt de definitieve versie van de eminente geograaf Jared Diamond. Hij beschrijft in ‘Collapse’ hoe de productie en het vervoer van de al maar forsere beelden steeds meer mankracht, voedsel en vooral hout opeisen. Het eiland wordt ontbost, de bodem erodeert en de landbouw valt stil. De burgeroorlog wordt de finale van de zelfmoord van een samenleving, van een mensenramp, van een ecocide op een afgelegen eiland, dat niet ontvlucht kan worden. Het Paaseiland wordt zo de metafoor voor de toekomstige mensenramp alias ecocide op aarde, waaraan ook niet ontsnapt kan worden.
‘Collapse’ krijgt kritiek. Een andere, opnieuw antropogene theorie zaait twijfel: niet ontbossing maar slavernij is de oorzaak. In 1862 landt immers het eerste slavenschip en van de 4.200 Paaseilanders wordt op korte tijd 1/3 meegevoerd naar Peru. Velen sterven snel, door ontbering of ziekte. Internationaal protest leidt tot het repatriëren van de overlevenden, die tijdens de boottocht massaal bezwijken aan een epidemie. Slechts 15 bevrijde slaven keren lijfelijk terug, samen met een pokkenvirus. In 1877 blijven nog 110 Paaseilanders over. Zonder burgeroorlog, hongersnood of kannibalisme.
Moraal van deze twee verhalen over antropogene natuurrampen of mensenrampen? Het negationistisch argument dat de mens altijd een oplossing bedenkt om te overleven bij de dreiging van een ecologische catastrofe (zoals ontbossing of een virus) kent duidelijk zijn limiet. En de dooddoener ‘si non e vero e ben trovato’ moet zelfs een klimaatontkenner doen blozen.