Onze huiscolumnist Filip Canfyn maakt nog eens tijd voor een historisch architectenverhaal. Het gaat, bijna gewoontegetrouw, over een hanig ruzietje, dit keer tussen een groot architect met een eigen wil en een halve architect met een eigen agenda.
In mijn column ‘Torengeboorte’ heb ik nog verteld over de heisa rond het wegens te modern gehoonde ontwerp van Jan Robert Vanhoenacker voor een wegens te hoog gewraakte wolkenkrabber, die later als de Boerentoren een Antwerpse city mark wordt. De conservatieve tegenstanders halen in 1928 alles uit de kast om hun gram te halen en dus ook Auguste Perret, een in Elsene geboren aannemer-ingenieur, die in Frankrijk uitgroeit tot dé expert in gewapend beton. De Frans-Belgische gastvedette schiet publiekelijk, in naam van zijn sponsors, de vermeende bedreiging voor een oude stadswijk af (maar zal twintig jaar later, als architect nota bene, in Amiens zelf een 104 meter hoog exemplaar neerpoten op een boogscheut van de gothische kathedraal). Gelukkig wordt het ontwerp van Vanhoenacker nog ultiem gered door een comité van wijzen, in casu door Victor Horta, Hendrik Petrus Berlage en Henri Van de Velde.
Neemt die laatste wraak voor een botsing van bijna 20 jaar eerder? Die anekdote lees ik in het opnieuw-meesterwerk ‘Gare du Nord’ van Eric Min, die schrijft dat Van de Velde in 1910 een contract krijgt voor het ontwerp van de Théatre des Champs-Elysées in Parijs, goed voor bijna 3.000 zitjes. Hij bedenkt een lichte staalstructuur met veel glas voor dit eerste art deco-gebouw van de Lichtstad. De aannemer, Auguste Perret, wil mordicus een skelet in gewapend beton uitvoeren en laat Van de Velde degraderen tot raadgevend architect, van wie hij de concepten overneemt of verkwanselt.
Op de website van het Institut Auguste Perret staat een andere waarheid. Van de Velde zou van in het begin slechts raadgever zijn terwijl een zekere Roger Bouvard als architect optreedt. Van de Velde zelf stelt voor beton te gebruiken en Perret als aannemer in te huren. Die beweert dat het ontwerp in beton onuitvoerbaar is en begint ‘noodgedwongen’ te sleutelen aan de plans. De pers bericht over het dispuut en het publiek kiest voor Perret. Vaarwel Van de Velde. Die vereffent in Antwerpen de openstaande rekening.
Heerlijk toch, zulke architectenvetes en zulke andere waarheden. En zeggen dat er toen nog geen zakenadvokaten aan te pas kwamen …