Onze huiscolumnist Filip Canfyn vecht al jaren voor betaalbaar wonen en krijgt een onverwachte strijdmakker: de kakelverse burgemeester van een mondaine kuststad. De achterliggende redenering van de bakkerszoon in kwestie wordt wel zéér ‘klasserig’.
In 1977 geeft Kritak ‘Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn’ uit, het standaardwerk van Jaak Brepoels over de geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging sinds 1830. Stamboeksocialist Brepoels, van 1995 tot 2012 schepen in Leuven, onder meer bevoegd voor huisvesting, ziet ironisch genoeg tijdens zijn bestuursperiode dat Leuven uitgroeit tot de duurste centrumstad van Vlaanderen. De Pietermannen moeten nu veel verder weg betaalbaar wonen gaan zoeken.
Op 1 juli van dit jaar meldt het stadsbestuur van Knokke-Heist werk te zullen maken van betaalbaar wonen want een bevraging wijst uit dat jonge gezinnen de kuststad moeten verlaten wegens véél te duur. De mediaanprijs van iets of wat woning bedraagt immers 675.000 €.
Op 3 juli staat in volkskrant HLN, onder de kop ‘Knokke-Heist heeft werkvolk nodig’, een interview met de lokale burgemeester, die volmondig stelt: ”Wij blijven mikken op het bemiddelde segment van de bevolking. Maar we moeten er wel voor zorgen dat de gewone man hier opnieuw wil wonen en werken.” Wat verder wordt hij nog duidelijker: “Wie als projectontwikkelaar hier iets wil doen, moet ook iets bijbrengen aan de gemeente. Ik wil bijvoorbeeld dat er opnieuw betaalbare woningen op de markt komen. We moeten nu iets doen of we schrijven ons eigen doodvonnis. Er is werk genoeg – in de horeca, in het ziekenhuis, in handelszaken – maar vaak willen mensen hier niet komen werken, omdat ze zich hier geen huis kunnen permitteren. Dan verdwijnen alle bakkers en beenhouwers, en uiteindelijk blijven ook de toeristen of tweedeverblijvers weg. Ja, Knokke heeft werkvolk nodig.”
Ik heb het woord ‘werkvolk’ al eeuwen niet meer gehoord en al zeker niet uit de mond van iemand met maatschappelijke verantwoordelijkheid. Werkvolk, dat klinkt als domestiques, koersknechten in dienst van een kopman. Als betaalbaar wonen maar een issue wordt zodra het bemiddelde segment en zijn spreekbuizen schrik krijgen dat de winkelrekken niet meer gevuld en de bedpannen niet meer geledigd worden, dat de cocktails niet meer geschud en de hotellakens niet meer gesteven worden, dan hoeft het voor mij ook niet meer. In Grand-Hornu, tussen Doornik en Bergen, ligt zo’n wijk voor werkvolk, gebouwd door het patronaat. Toen bestond er nog werkvolk, dat werkvolkerig behandeld werd: betaalbaar mogen wonen om twaalf uur per dag zijn nestel te kunnen afdraaien. Ik spreek over 1816. Twee eeuwen geleden. Knokke, het Qatar aan de Noordzee? (En mag ik nu ook niet meer binnen in Scharpoord?)