STEEN & BEEN. Boemerang (Filip Canfyn)

Onze huiscolumnist Filip Canfyn toont aan dat Suske en Wiske gelinkt kunnen worden aan een studie van het Onderszoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA - KULeuven). Zijn brugje wordt wel tragikomisch.

Theofiel Boemerang maakt in 1959 (een voor mij relevant jaar …) zijn debuut in ‘Suske en Wiske’, als een zelfverklaarde zakenman met veel praatjes. Hij goedkoopt grote hoeveelheden van bijvoorbeeld stofzuigers en verpatst die wat duurder, onder het motto “kleine percentjes maken rijke ventjes”. Zijn ziekelijk winstbejag bezorgt hem niet zozeer echte centjes maar vooral een kwalijke reputatie.

Deze stripfiguur uit mijn jeugd kwam voorbij in mijn hoofd na het lezen van de conclusies van een HIVA-onderzoek rond de hoegrootheid van onderaanneming op onze bouwwerven. Dat er gemiddeld 16 onderaannemers en zelfs tot 188 stuks ingeschakeld worden verwondert uiteraard niet, dat die huurlingen in grote mate uit het buitenland komen evenmin. Wat ook niet zou mogen verrassen is de vaststelling dat de keten tussen hoofdaannemer en feitelijke uitvoerder tot zeven niveaus kan tellen. Ook al vermoedenbevestigend is het feit ‘hoe lager in de keten, hoe hoger het aandeel buitenlandse onderaannemers’.

Met andere woorden, onderaannemers worden eigenlijk ‘onderaan-gevers’ en tot zes ‘bovenaan-nemers’ verrijken zich met percentjes op die goedkope want buitenlandse werkkrachten. Dat Boemerang-effect kan zich uiteraard wel eens keren…

Deel dit artikel:
Onze partners