Onze huiscolumnist Filip Canfyn heeft zich zo nog zo voorgenomen het bouwverlof uit te wuiven met mijmeringen over de warmte van zandige stranden en de frisheid van kekke cocktails, maar hét vakantienieuws steekt hier een dikke stok voor. Stok van stokpaard.
55 Filipijnse en Bengaalse lassers, die zes op zeven voor 650 € per maand werken, worden van een bouwwerf en uit hun krot gehaald. Bouwheer Borealis wist van niets, aannemer IREM-Ponticelli wist van niets, een minister van Justitie wist van niets en een minister van Werk wist van niets maar zal nu toch de andere honderden buitenlandse arbeiders op dezelfde werf in Kallo laten doorlichten.
Cut the crap! Dit is ziende blindheid. Welke opdrachtgever, overheid, aannemer of architect durft nog te beweren van niets te weten? Iedereen, die op een werf komt, weet het: hoe donkerder de huid, hoe vreemder de taal, hoe groter de kans dat de arbeider in kwestie daar voor een hongerloon werkt. En nog een werfwet: hoe groter de werf, hoe meer van die arbeiders, hoe lager hun pree en hoe ranziger hun onderkomen. Hierover blijven zwijgen verschuift langzaamaan van schuldig verzuim naar laffe collaboratie. Uitbuiting kan niet getolereerd worden binnen een beschaving die naam waardig.
En die hypocrisie! Iemand met een donkere huid en een vreemde taal, die buiten slaapt aan het Klein Kasteeltje, wordt weggezet als een economische vluchteling, als een profiteur, als een opportunist. Iemand met een donkere huid en een vreemde taal, die buiten werkt op een bouwwerf, wordt ingezet als economische slaaf, als profijtbron, als opportuniteit. Allebei dromen van een betere toekomst maar worden behandeld als wegwerpmensen.
Mag ik tot slot een suggestie doen? Als straks die slaapdorpen voor de Oosterweelarbeiders in Antwerpen open gaan lijkt het mij niet onverstandig aan de poort een permanent kantoortje van de Sociale Inspectie te bemannen.