11 Vlaamse en Brusselse culturele organisaties uit de architectuursector bundelden onlangs de krachten voor een ambitienota die het belang van architectuurcultuur als vliegwiel voor maatschappelijk innovatie onderstreept. Huiscolumnist Filip Canfyn doorbladerde de nota en zit met enkele bedenkingen: "Ambitienota, word alsjeblief meer dan een goedbedoeld pleidooi pro domo, meer dan een raak geformuleerde bedeltocht, meer dan een lokroep voor het beleid, dat het nu al moeilijk heeft met cultuur en zeker met architectuurcultuur."
"Ik heb uiteraard met een familieverpakking enthousiasme de kakelverse ambitienota “Architectuurcultuur is vliegwiel voor innovatie” op deze website gelezen. Nogal wiedes, ik maak deel uit van de Algemene Vergadering van Archipel, één van de initiatiefnemers, naast A+, Architectura, VAI en vele anderen, en ik beschik dus van huize uit over veel sympathie voor dit initiatief en de initiatiefnemers. Voor alle duidelijkheid: ik heb niet meegedacht noch meegeschreven.
De ambitienota vertrekt vanuit de observatie van een spreidstand tussen de huidige capaciteit van de architectuurcultuur, die geremd wordt door een beperkte financiering, en de potentiële capaciteit, gezien de uitdagende ruimtelijke thema’s en de groeiende invloed van die architectuurcultuur. Terecht wordt dan ook opgeroepen tot een collectief en dus sterker optreden, dat begeleid moet worden met een betrouwbaardere betoelaging. So far, so good.
Ik krijg het moeilijker als de nota het eigen maatschappelijk engagement aanhaalt, dat “toenemend” genoemd wordt. Er wordt, wars van enige zelfkritiek, verwezen naar het door de architectuurcultuur behandelen van problemen als het betaalbaar wonen, de demografische druk op het (stads)landschap, het zorgvraagstuk en de plek van minder gepriviligieerde groepen in de samenleving. Sorry. Als er nu sectoren bestaan, die véél te weinig aandacht krijgen vanuit de brede architectuur- en architectenwereld, architectuurcultuur of niet, dan zijn het net dié sectoren, die de ambitienota citeert. Vrijblijvendheid zegeviert ontegensprekelijk over engagement en ik ben al blij dat er niet over de ecologische bezorgdheid gesproken wordt, het prototype van window dressing voor hogere inkomens.
Ik krijg het nog moeilijker als verwezen wordt naar de eigen kritische reflectie over vragen als “welke waarden vinden we belangrijk?” en “hoe voorkomen we dat architectuur gereduceerd wordt tot de de optelsom van toenemende regelgeving?”. Sorry. Deze spreidstand moet blijkbaar wat camoufleren: aan de ene zijde van het spectrum mis ik alvast elke essentiële bijdrage over waarden, die verder gaan dan bijvoorbeeld ontwerpkwaliteit, en aan de andere zijde kan ik mij mateloos ergeren aan het Calimero-gemekker van het wereldje over regulatuur en, bij uitbreiding, over elke inmenging van niet-architecten. Waar moet ik hier enig maatschappelijk engagement in vinden?
Architectuurcultuur, je legt zelf de vinger op de wonde. Laat jezelf dan ook weer relevant, samenlevingsgericht en betrokken worden. Ga inderdaad voor dat engagement en die waarden. Stel inderdaad die juiste vragen en zoek naar die antwoorden, die het verschil maken. Waar en hoe wonen alle mensen morgen en niet alleen je klanten? Hoe maak je bouwen en wonen weer haalbaar voor iedereen en niet alleen maar betaalbaar voor je klanten? Wanneer neem je weer het voortouw op de barricaden van het sociale weefsel? Alvaro Siza en vrienden begonnen na de Anjerrevolutie in Portugal, toen alles weer mogelijk werd in een verkrampt land, onmiddellijk met het ontwerpen en bouwen van sociale woningen voor de minder gepriviligieerden. Waarom ben je die voorbeelden vergeten? Dit is toch architectuurcultuur pur sang?
Ambitienota, word alsjeblief meer dan een goedbedoeld pleidooi pro domo, meer dan een raak geformuleerde bedeltocht, meer dan een lokroep voor het beleid, dat het nu al moeilijk heeft met cultuur en zeker met architectuurcultuur. Geef het beleid een goede reden om het moeilijk te hebben.
Ambitienota, begin een warme kruisvaart voor een reële kennis- en visie-ontwikkeling rond thema’s met een hoge maatschappelijke urgentie, zoals inderdaad dat woonvraagstuk, die mobiliteitstress, die gebrekkige productieve stad of die nefaste suburbanisatie. Desnoods ten koste van die betoelaging maar alleszins ten voordele van betekenis, nut en beter slapen ’s nachts.
Mag ik tenslotte nog een prijs uitreiken voor een prettige splitsingsfout op bladzijde 3 van de ambitienota? In plaats van “beleids-makers” staat er immers “beleid-smakers”. Een ultieme spreidstand."