Vlaams minister van Omgeving Joke Schauwvliege (CD&V) wil een M-score in het leven roepen, een mobiliteitsscore voor woningen. Een initiatief dat ook onze huiscolumnist Filip Cafyn ter ore is gekomen. "Een politicus, die de burger wil stimuleren om, en ik citeer, in kernversterkende gebieden te gaan wonen als oplossing voor de verkeerscongestie? Een politicus, die wonen enerzijds en werken en winkelen anderzijds opnieuw wil verbinden met elkaar en dichter brengen bij elkaar? Ik kan mijn oren niet geloven. Yes!"
"Ze hebben mijn stokpaardje bereden. Zelfs wild en onbezonnen bereden!
Al jaren en zeker in mijn laatste boek “Het syndroom van verkavelingsvlaanderen” betoog ik dat onze door macht en markt gepropageerde principes van stedenbouw en grondgebruik en ons door macht en markt gestuurde woonpatroon en –gedrag zonder meer desastreus zijn voor ruimte, energie en mobiliteit. Het levert mij weliswaar schouderklopjes op maar ondertussen gaat het feest van dat verkavelingsvlaanderen lustig verder.
Tenzij … Een bevoegd minister (de naam doet er eigenlijk niet toe) laat op 15 juni 2015 een proefballonnetje op, zoals zovele ministers met behoefte aan aandacht, en lanceert vlug een ideetje: “Zouden we woningen niet een M- of mobiliteit-score geven?” Ik hoor het in Brussel donderen. Wat? Een politicus, die aandacht vraagt voor de bereikbaarheid, het aanbod aan openbaar vervoer, de nabijheid van scholen en winkels, … als parameters voor de keuze van een woning en vooral van een woninglocatie? Een politicus, die de burger wil stimuleren om, en ik citeer, in kernversterkende gebieden te gaan wonen als oplossing voor de verkeerscongestie? Een politicus, die wonen enerzijds en werken en winkelen anderzijds opnieuw wil verbinden met elkaar en dichter brengen bij elkaar? Ik kan mijn oren niet geloven. Yes!
Ik ben de enige ongelovige niet. Er zijn er nog maar om andere redenen.
Vanuit politieke, lees neoliberale hoek en vanuit het vastgoedkamp wordt volgens De Standaard etterig geroepen: “Regelneverij! Betutteling! Compleet overbodig! Kafka!” Men laakt luidop deze vermeende aanslag op de zaligmakende keuzevrijheid van de hardwerkende Vlaming terwijl men de gevolgen van die keuzevrijheid liever vlakaf negationeert. En dan beginnen maskers snel af te vallen.
Men focust op “nog een attest meer”, op “nog meer administratieve bemoeienis” om de kern van de zaak te verdoezelen. Men spreekt schande van nog een overheidsvinger meer in de pap bovenop het energieprestatiecertificaat, de elektriciteitskeuring, het bodemattest, … Niemand maakt de overweging dat al deze toetsen nodig blijken omdat woningen wel eens niét in orde zijn met hun energieprestatie, hun elektriciteitsinstallatie, hun bodemtoestand en dat mobiliteit wel eens in hetzelfde bedje ziek zou kunnen zijn. Meer nog, wie kan Pascal De Decker ongelijk geven als hij zegt dat, als een kwaliteitslabel voor een auto verdedigbaar is, het dan zeker ook voor een woning verdedigbaar is?
Men veroordeelt met klem de vermeende aanval op de bedrijfswagen, alias de salarisauto, uitgevonden om te besparen op loonkosten. Deze fiscale clementiekar, die jaarlijks 4 miljard gederfde staatsinkomsten vertegenwoordigt, is voor de gebruikers op zijn minst een voor de hand liggend excuus om lekker suburbaan te gaan wonen maar moet kost wat kost als heilige koe van de middenklasse nog meer beschermd worden dan de berggorilla. Kristiaan Borret merkt terecht de hypocrisie in het mobiliteitsdebat op: “De NMBS is altijd het zwarte gat, waarin overheidsgeld verdwijnt, maar men heeft nooit dezelfde reactie op de nog veel overvloedigere subsidiëring van het autoverkeer.”
Men poneert met veel misbaar dat de mensen zelf wel weten wat de mobiliteitsgevolgen van hun woonkeuze zijn. Komaan zeg. Ofwel is dit een leugentje voor bestwil, omdat de zak met drogredenen en valse argumenten leeg is, ofwel is dit een Nobelprijswaardige proeve van domheid en blindheid samen. Iedereen staat elke dag in de file dankzij dat weten van dé mensen, een file, waarin men zelf altijd staat maar waarvan men zelf nooit de oorzaak is.
En dan moet de lobbymotor nog aanslaan.
Een makelaar wuift de M-score snel weg omdat die toch geen onmiddellijk effect op de verkoopprijs zal hebben, volgens hem. Een rurale spreekbuis erkent dat het slecht gaat met de ruimtelijke ordening maar is als de dood voor de betaalbaarheidsgevolgen van een M-score voor de bewoner van het platteland. Beiden hebben dus dezelfde schrik: een woning met een slechte energiebalans brengt nu al minder op als die slechte punten zwart op wit staan, een woning met een slechte mobiliteitsbalans zal wellicht deze trend volgen als een koper niet anders kan dan de mobiliteitskosten op te lijsten. De hoofdeconoom van een grote bank verliest dan ook de pedalen als hij beweert dat de M-score al bestaat “want de M-score is de marktprijs”. De brave man moet dan toch eens uitleggen waarom woningen in de buxusgordel rond Antwerpen duurder zijn dan vergelijkbare woningen in Antwerpen en waarom woningen in de rand rond Brussel goedkoper zijn dan vergelijkbare woningen in Brussel, terwijl beide steden dezelfde hoge suburbane middenklassevlucht kennen, die elke dag de ringen rond dezelfde steden doen dichtslibben? De marktprijs heeft vandaag niks met mobiliteit te maken omdat mobiliteit vandaag géén parameter is of enkel bekeken wordt vanuit de afstand tussen de eigen carport en de oprit van de snelweg.
De enige terechte kritiek, die ik lees, is bovenal bescheiden: “We kennen nu al zo lang het probleem van wonen versus mobiliteit, een M-score zal niet meer voldoende zijn als oplossing.”
Kortom, de M-score heeft geleid tot een schaamteloos non-debat.
Het commentaarstuk van Bart Eeckhout (De Morgen, 16/06/15) vat zeer goed de onverzettelijkheid van verkavelingsvlaanderen en de bijhorende politiek samen: “Wat het recht op vrije wapendracht is voor de Amerikaan is blijkbaar het recht om vrij de eigen woon- en leefruimte in te richten voor de Vlaming. Het is een sentiment dat boven elk redelijk argument staat, boven elk inzicht in de mogelijke desastreuze gevolgen van die ongebreidelde vrijheid. (…) Politici laten zich vangen aan de tactische kortzichtigheid van huisje, tuintje, bedrijfswagentje. (…) Verandering? Deze politici willen helemaal niets veranderen. Hun motto is dat van de oude kinderheld Tita Tovenaar: “Dan doe ik dit, en alles staat stil.”
In dezelfde week van de M-score komt een immowebsite op de proppen, die kandidaat-kopers vertelt hoe het staat in die of die wijk met het gemiddelde peil van inkomen, opleiding en diversiteit. Wie wil weten waar de steuntrekkers, de diplomalozen en de Noordafrikanen niét wonen kan dus op zijn wenken bediend worden, om het eens platvloers uit te drukken. Ik wacht, na de theatrale storm tegen de M-score, op analoge publieke en vooral politieke verontwaardiging. Nougatbollen! Nada! En waarom niet? Omdat het geen attest is waarschijnlijk. En omdat het volgens kritiekloze kenners louter gaat over het koppelen van beschikbare, legale gegevens aan elkaar en aan adressen. Hoe hypocrieter kan het nog worden? Je mag gegevens koppelen aan wonen, zoveel je maar wil, zonder je zorgen te maken over de conclusies, die kunnen getrokken worden, zolang maar graag gelezen wordt wat gesuggereerd wordt! Waarschuwen voor de M van minder centen, scholing en blankheid mag, waarschuwen voor de M van minder mobiliteit is uit den boze.
In dezelfde week van de M-score rijd ik een Vlaams dorp binnen, dat ik de schuilnaam ‘Hol van Pluto’ geef, om een middagboterham te kopen. Ik sla een praatje met de slager, uitbater van de laatste winkel in de kern van het dorp. Ik leer dat de krantenwinkel dicht gaat wegens geen klanten meer en dat de basisschool in de problemen zit omdat kinderen ergens tussen wonen en werken in het onderwijs gedropt worden. De man staat intussen succesvol achter een tien meter lange koeltoog: 80% van zijn aanbod bestaat uit klaargemaakte spijzen, de mayonaise, tomatensaus en mediterrane titels vieren hoogtij, het is zoeken naar gehakt, worst en boerenpaté. Zijn klanten zijn nu tweeverdieners, die vooral tegen de avond als duiven binnenvallen om mondvoorraad voor de microgolfoven in te slaan. Hoe zou hùn M-score zijn?
Tot slot en als stok in het hoenderhok: wat zouden architecten er van denken om géén huizen meer te ontwerpen, die een slechte M-score verdienen? Ook als het alleenstaande villa’s zijn voor mensen met hoge budgetten en meerdere auto’s? Hoor ik daar “mmm …”?"