Steen&Been (column Filip Canfyn): De taal van de aannemer

Op regelmatige basis kruipt huiscolumnist Filip Canfyn in zijn pen voor Architectura.be en onderwerpt hij het architecturale/actuele reilen en zeilen aan een kritische blik in zijn column Steen&Been. Sinds enige tijd vertoeft hij terug regelmatig op werven. ""Als ik een cynische of venijnige bui heb durf ik wel eens zeggen dat er de laatste twintig jaar maar twee dingen veranderd zijn in wat wij, professionelen, gemeenzaam ‘den bouw’ noemen. Inderdaad, slechts twee dingen, om niet te zeggen àmper twee dingen."

"Een, de software om een uitvoeringsplanning te maken is ongelooflijk verbeterd maar ook zo complex geworden dat de planning zelf nog altijd even moeilijk gevolgd wordt. Twee, het aantal talen op een werf is ongelooflijk geëxplodeerd maar ook zo complex geworden dat de uitvoering zelf nog altijd even goed in de soep kan draaien.

De onmiskenbare uitbreiding van het aantal talen en dus nationaliteiten op werven in gans Vlaanderen, waarbij sommige nationaliteiten de bovenhand houden, is zonder meer een gevolg van de Europese ontgrenzing, van de mondiale globalisering en van het simpele feit dat nationaliteit en verloning veelal een één-op-één-relatie hebben, zodat inderdaad sommige nationaliteiten de bovenhand mogen houden. Een mens zou al geloven dat de bouwsector aan deze situatie wat kan verdienen en dat een aannemer wel multinationaal moét denken, omdat de andere aannemers het ook en nog veel erger doen.

Verkeerd! De sector voelt zich ongelukkig met deze babylonische veeltaligheid op de werven. Er wordt sporadisch geprotesteerd door spreekbuizen van de verenigde inlandse bouwbedrijven tegen de oneerlijke concurrentie van buitenlandse spookfirma’s die zich goedkoop laten inhuren als onderaannemers maar hun botten vegen aan de sociale wetgeving en hun arme arbeiders uitbuiten. Die fraudegangsters maken onze volkseigen onderaannemers, onze familiale bedrijfjes, onze hardwerkende Vlamingen kapot en bestelen de staat zonder scrupules.

Vreemd! Ik kan samen met velen getuigen dat buitenlandse werkkrachten veeltallig op àlle werven rondlopen, als personeel van onderaannemers of als onderaannemers zelf van grote en grotere bouwbedrijven. Ik kan zelfs getuigen dat het aantal talen en vreemde arbeiders evenredig is met de schaal van de bouwwerf en het zakencijfer van de hoofdaannemer. Ik moet dus veronderstellen dat al die ijverige anderstaligen niét behoren tot de categorie van spookfirma’s en kluitbelazeraars. De bouwsector kan niet anders dan clean zijn als zo hard geroepen wordt tegen bedrog.

Weeral verkeerd! Onze federale regering, meer nog, onze Kris Peeters hemzelve, uitgeroepen tot hoeder van de economie, vindt dat het nu wel welletjes geweest is en dat de bouwbedrijven moeten geresponsabiliseerd worden (De Morgen, 05/06/15). Wie (al die talen) niet horen wil moet maar voelen, volgens Peeters: hij wil daarom dat fraude sneller gesanctioneerd wordt.

Weeral vreemd! Alsof fraude, die blijkbaar toch bestaat, nu niét gesanctioneerd zou worden. Helaas, het huidige controlesysteem lekt als een vergiet maar die lekkage mag niet verwonderen. Inderdaad, als vandaag vastgesteld wordt dat een hoofdaannemer met malafide bedrijven werkt, krijgt meneer de hoofdaannemer veertien dagen de tijd ofwel om die ontduikende nestbevuiler van zijn werf te bannen ofwel om die sjoemelende valsspeler ervan te overtuigen zich in orde te stellen. Moet er nog cement zijn? Pas bij de tweede vaststelling, die in die omstandigheden eigenlijk weinig waarschijnlijk wordt, kunnen er sancties getroffen worden. Wablief? Wie is nu nog verbaasd over al die talen op werven? Je moet al een beotiër zijn om niét te werken met goedkope arbeidskrachten: de regelgeving vraagt om dit grijswerk. Wie dit niet doorziet is zoals de naïeveling, die niet begrijpt dat, als de staat op frituren belastingen heft volgens het volume verbruikt vet, je niet moet verwachten dat je frietjes in regelmatig ververste olie hun korstje krijgen: de regelgeving vraagt om dit bruin bakken.

En verdorie toch, wéér is de bouwsector niet gelukkig. De rotte appels uit de mand, de concurrentie weer eerlijker, de mortelkuip uitgekuist, denken we samen met Peeters maar de sector applaudiseert niet voor de maatregelen om sneller te sanctioneren. Waarom? Ik citeer de spreekbuis van de dag: “Uit schrik voor nog meer papierwinkel”. Wat?

Na zo’n uitsmijter heb ik geen zin meer om een slotakkoord aan mijn column te breien. Ik zwijg even in alle talen."

Deel dit artikel:
Onze partners