"Wonen gaat over huisvesting en over vastgoed. Over alle twee. Er wordt wel eens vergeten dat het ook over huisvesting gaat", poneert huiscolumnist Filip Canfyn. "Huisvesting is trouwens een door onze grondwet gegarandeerd basisrecht, terwijl vastgoed meer een met onze markteconomie verbonden voorrecht is. En een voorrecht kan wel eens voorrang krijgen op een basisrecht. Omdat het een voorrecht is."
Daarom gaat er bijvoorbeeld meer aandacht naar (ver)kopen dan naar (ver)huren. Daarom krijgt een KUL-econoom mediaruimte voor een onderzoek naar al dan niet prijsverhogende woningelementen. Adres in een dreef? +6%. Wijnkelder? +8%. Langere oprit? +5%. Wie van die criteria wakker ligt heeft het niet over huisvesting maar over vastgoed. Bushalte in de buurt? +0%. (Wie een bus moet gebruiken zit hier dus in de verkeerde prijsklasse.) Kleiner dan de huizen in de wijk? +4%. (Sukkelaars moeten bijbetalen om tussen de grote jongens te mogen wonen.) Naast een landingsbaan? -36%. (Wie minder geld heeft mag doof worden.)
Nog zo’n voorrechttopic is de eis van een notoir promotor, die wegens lokale stedenbouwkundige regelgeving per nieuwbouwappartement minstens één inpandige parkeerplaats moet voorzien, om die plicht af te schaffen. Steeds meer kandidaat-kopers zouden geen parkeerplaats meer willen. En waarom? Omdat ze met de elektrische fiets rijden en auto’s delen, althans volgens die promotor. Dit is een leugentje pro domo en dus een vastgoedantwoord. Er komen immers alle dagen maar auto’s bij. Wie ook de huisvestingskant van de zaak bekijkt stelt vast dat promotoren zo veel geld vragen voor hun appartementen dat modale mensen, die huisvesting zoeken, geen budget meer over hebben voor een parkeerplaats. Meer nog, elke promotor verkoopt zijn appartementen toch zonder garage om alvast die hoge verkooppijs te incasseren, louter en alleen omdat het hem niet kan verdommen dat zijn klanten dan maar hun auto in de publieke ruimte stallen. Publieke ruimte is huisvesting, private ruimte is vastgoed.
Natuurlijk komt ook (ver)huren wel eens in het nieuws. Met een aankondiging van een UG-onderzoek naar het gedrag van makelaars en eigenaars bijvoorbeeld. Eén vraag wordt gesteld. Als Frans Peeters wil huren en aan de telefoon een ja krijgt voor een bezoek aan een appartement, krijgt Achmed Boukrach na hetzelfde telefoontje ook zo’n uitnodiging? De onderzoekers vermoeden dat dit niet zo is, dat de naam van een kandidaat-huurder een grote rol speelt, en ze hebben reeds vastgesteld dat deze discriminatie afneemt als dergelijke testen vooraf aangekondigd worden. De excuses van de sector om dit onderzoek af te schieten bleken trouwens genanter dan de discriminatie zelf. Conclusie: ook wie alleen huisvesting zoekt moet zich schikken naar de vastgoedwetten. Kost wat kost. Vroeger had ik een cafékennis met een specialisatie geneeskunde om u tegen te zeggen maar die ondanks zijn hoog inkomen geen huisvesting kon vinden om te huren. Hij sprak sappig Westvlaams, dronk Rodenbach maar had spijtig genoeg een zwarte huidskleur. Zijn naam was nochtans Frans Peeters, dankzij zijn ouders, die hem drie maanden oud adopteerden vanuit Kongo. Hij zal altijd vodden hebben met huisvesting huren maar tevens steeds welkom zijn om vastgoed te kopen. Zelfs zonder een garage en met een wijnkelder.