"De vierentwintig uren na het gedwongen ontslag van de Vlaamse Bouwmeester bleken hectisch," stelt Canfyn. Ook hij kreeg een journalist aan de lijn die vastberaden hengelde naar Canfyns reactie op het ontslag. Canfyn pende het 'bijnawaargebeurd' gesprek neer.
"De vierentwintig uren na het gedwongen ontslag van de Vlaamse Bouwmeester bleken hectisch. Iedereen werd in snelheid genomen en de krantenkolommen moesten mordicus gevuld worden. Journalistiek vandaag beperkt zich graag tot het bellen van een klein kransje van vermeende juiste mensen en tot het afdrukken van hun uitspraken als quotes van X of Y ofwel van ‘een ingewijde’, als X of Y anoniem willen geboekstaafd worden.
In die sfeer heb ik onderstaand gesprek gevoerd aan de telefoon. Ik noem het gesprek ‘bijnawaargebeurd’, primo, omdat ik de conversatie niet opgenomen heb en dus mijn hand niet in het vuur kan steken voor de woordelijke correctheid, secundo, omdat het interview ruim een kwartier duurde en niet alle gespreksstof achteraf even relevant bleef. Ik heb dus geknipt om evidente redenen. De journalist van de krant heeft in elk geval niets van mijn (ant)woorden gebruikt.
- Hallo. Filip Canfyn.
- Goeiemorgen, Filip. Z van Huppelepup.
- Goeiemorgen, Z. Over de Bouwmeester, zeker?
- Inderdaad. Wat denk jij over het gedwongen ontslag van Peter Swinnen?
- Niets. Ik moet daar geen uitspraken over doen.
- Vreemd want je bent toch altijd kritisch geweest voor de betrokken Bouwmeester.
- Juist en ik heb dat nooit onder stoelen of banken gestoken, ook niet naar hem toe. Echter, dat betrof kritiek op de inhoud van het werk van de Bouwmeester, terwijl de context van het ontslag blijkbaar kritiek op de manier van werken van de Bouwmeester betreft. Over die manier weet ik niets en daar moet ik dan ook geen uitspraken over doen.
- De beschuldiging van belangenvermenging kan je toch niet onverschillig laten.
- Ik weet daar niets over en ik heb geen enkele aanwijzing om te moeten menen dat dit zat aan te komen.
- Het is wel een slag voor het Bouwmeesterschap.
- Zonder twijfel. Het kwaad is nu helemaal geschied, wat er later ook nog rechtgezet wordt. Dit diskrediet zal de perceptie blijven bezwaren.
- Dit komt de NVA goed uit. Zie je hier iets meer achter?
- Ik heb geen enkele aanwijzing om hier een georchestreerde machinatie van te maken.
- En Patrick Janssens, die zou betrokken zijn …
- Dat maakt het nieuws blijkbaar alleen maar smeuïger …
- Dus dat komt de NVA goed uit …
- Luister eens, de politiek heeft nooit echt van de Bouwmeester gehouden. De man werd telkens gedoogd. bOb had een natuurlijk charisma en een indrukwekkende track record, dus daar werd méér naar geluisterd. Marcel had een academisch charisma en een uitstekende staat van dienst, dus daar werd ook méér naar geluisterd. Peter was spijtig genoeg een jonkie zonder charisma noch oeuvre en die kan wat makkelijker aan de kant geschoven worden door de politiek en niet door de NVA alleen. Trouwens, we mogen niet vergeten dat een Bouwmeester zich nooit wou of kon moeien met één van de belangrijkste publieke bouwwerven: de sociale huisvesting, het kneusje van de Vlaamse regering.
- Hoe zullen de architecten reageren?
- Zoals altijd en zoals zes maanden geleden, toen bekend werd dat de Bouwmeester een college van vijf experten zou worden. Wie zelf ambities had om de volgende Bouwmeester te worden heeft een petitietekst geschreven, wie hoopte opdrachten van de Bouwmeester te krijgen heeft geroepen dat het een schande was, wie meende anderen te moeten vertegenwoordigen heeft koud en warm geblazen en de overgrote meerderheid is snel teruggekeerd naar zijn orde van de dag.
- Heb je echt geen mening over het gedwongen ontslag van de Bouwmeester?
- Wat ik te zeggen heb over de Bouwmeester staat in mijn column ‘Bouwmeester, hij begint weer’ op Architectura.be, waaruit je vrijelijk mag citeren en de rest vraag je maar aan bOb, Marcel, Olivier, Kristiaan en Wivina.
- Nog een goeiemorgen.
De volgende dag lees ik in de krant dat de ex-Bouwmeester zich uitgeschakeld voelt door politieke spelletjes. “Men heeft zes maanden gezocht naar één haar in de boter en men is nu blij dat de ambetanterik weg is.” Er valt een ongemakkelijke stilte in de pers. En de Albanezen werden een dag eerder onnodig beledigd."