Het bouwverlof lonkt. Huiscolumnist Filip Canfyn wil voor het zomerreces nog enkele awards uitdelen. "Mag ik, voor de zomer echt begint te kreunen onder de opwarming van de aarde, nog snel twee prijzen uitreiken? Recht uit het hart want welverdiend?"
Nummer één. De Grote Prijs van de Troosteloze Onkunde. Aan alle vastgoedpromotoren en andere kwibussen, die stationsgebouwen onder handen nemen.
Wie de aanstootgevende leegheid in de shoppingzone richting Kievitplein kent, relativeert de grandeur van Antwerpen-Centraal. Maar ja, de juiste belangen zullen wel gediend worden door deze overtollige nieuwbouw. Erger nog, wie de pijnlijke tristesse van de Hortagalerij kent, weent bittere tranen voor Brussel-Centraal. Een topligging tussen station en Grote Markt, een ontwerp van Horta himself uit de jaren vijftig, een vintage dubbele roltrap, na een grondige renovatie heropend in 2007. Vandaag is het daar weer piepedood, de roltrap rolt niet meer, geen enkele winkel raakt verhuurd, op een obscuur museum voor stripfiguren in miniatuur na. Wie knoeit hier zo? Wie knoeit met alle grote stations? Wie heeft uitgevonden dat alle charismatische stationsbuffetten moeten ophoepelen, om plaats te maken voor Starbucks, Panos en andere prefabketen? Wie vindt het prettig dat wij als één van de weinige landen in Europa er niet in slagen van onze stations bruisende hubs voor werken en transport te maken, die adrenaline geven aan een stad? Wie verdient zijn wellicht dikke boterham met enkel te onthouden dat veel passage en shopping een interessant koppel vormen maar ook met te vergeten dat het niet volstaat om glazen vitrines te voorzien?
De Grote Prijs van de Troosteloze Onkunde beloont de schaamteloze winnaars met een nadenkverblijf, niet in Antwerpen-Centraal, noch in Brussel-Centraal, maar in Leuven-Centraal. Achter gesloten deuren.
Nummer twéé. De Grote Prijs van de Wacko Façade. Aan ORG Permanent Modernity uit Brussel voor hun Politiecommisariaat in Brakel.
Ik rijd wel eens met de auto tussen pakweg Ninove en Oudenaarde en zo bots ik onlangs op een gebouw, dat plagerig in je gezicht lacht. Wat is dàt? Het straatbeeld wordt eigenlijk gevormd door drie componenten. Primo, een imposante trap met hellend vlak richting de ingang. Zo wordt langs een bescheiden provinciale weg reeds een stevig statement gemaakt. Secundo, een ingenieus spel van strak omrande metselwerkvlakken en glaspartijen, zoals dozen maar outside the box. Last but not least, dertien kariatiden op het gelijkvloers. En welke kariatiden! 3,60 meter hoge kunststoffen flikken met een kepie op hun hoofden, die het gebouw letterlijk boven de parking tillen. De architecten, die de opdracht aan een Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester danken, noemen zelf deze hoogglanzende agenten “androgyn”. Niemand denkt hier alvast aan die ongevaarlijke plastieken reuzenkonijnen maar wel aan strakke leatherboys met een overdosis aan macho-looks, die zo uit de fantasie van Jean-Paul Gaultier, zelfs van Jean Genet kunnen gesprongen zijn. En dat alles uitgerekend voor een politiecommisariaat. In Brakel. Il faut le faire.
De Grote Prijs van de Wacko Façade bestaat dan ook uit een ritje te paard in gezelschap van het lokale, van vader op zoon erfbare gemeentebestuur. Iedereen van top tot teen in skai. Op vraag van dierenvrienden.