Steen&Been (column Filip Canfyn): (s)Ukkel

"Een villa uit de jaren dertig, Le Puy Fleuri' van architect Emile Missu, staat in de Churchilllaan in Ukkel maar vooral in de weg van lucratieve appartementendozen," steekt columnist Filip Canfyn van wal. "Een afbraak wordt niet vergund en daarom doet de promotor een bouwaanvraag, waarbij de villa letterlijk doormidden wordt gesneden en alleen het voorste deel, enkele meters dik, behouden blijft. Daar kleeft men dan een blok van acht lagen achter en ernaast komen nog eens zes lagen vastgoed. Van belachelijk brutaal façadisme in 3D gesproken."

Brussel zit, nee, ligt in de hoek waar de klappen vallen. Een rollercoaster van feiten en verklaringen trok over de stad, pijn verbroederde met angst en onbegrip, wie beter zweeg deed dat niet, het verschil tussen radicaal en ridicuul bleef een paar klinkers. Je zal maar tot vierkant draaiende hoofdstad van een bedreigde wereld gedegradeerd worden.

Drie weken later blijft vooral één zin in mijn hoofd hangen. Ik weet niet meer waar ik ze las of wie ze formuleerde maar ze schoot raak: “In Molenbeek dromen ze van Syrië, in Ukkel van Panama.” De schizofrenie van een stad, die voor de helft straatarm is, voor de andere helft bemiddeld branché en daarom twijfelt tussen kruidvat of reservaat, die dubbele stedelijke tong kan niet beter verwoord worden.

En die Ukkel-allusie deed mij dan weer denken aan een artikel in “Brussel Deze Week” van een paar dagen voor de aanslagen. Het ging over een andere aanslag, alle verhoudingen in acht genomen. Een villa uit de jaren dertig, “Le Puy Fleuri” van architect Emile Missu, staat in de Churchilllaan in Ukkel maar vooral in de weg van lucratieve appartementendozen. De villa raakt maar niet beschermd, ondanks een laatste poging in 2013, maar wordt gerespecteerd als restant van een roemruchtig eclectisch bourgeoisverleden van een laan, die nu gekoloniseerd wordt door banale flats. Een afbraak wordt niet vergund en daarom doet de promotor een bouwaanvraag, waarbij de villa letterlijk doormidden wordt gesneden en alleen het voorste deel, enkele meters dik, behouden blijft. Daar kleeft men dan een blok van acht lagen achter en ernaast komen nog eens zes lagen vastgoed. Van belachelijk brutaal façadisme in 3D gesproken.

Architect van deze morbide grap is zijne hoogheid Marc Corbiau. Marc is, om het héél eufemistisch te stellen, een moeilijke en koppige mens (ik heb nog met hem moeten werken), die echter uiterst geliefd is in een bepaald segment van de immobiliënwereld. Corbiau is immers een ‘brand’, een merk, dat verkoopt. Hij is de koning van de luxe-architectuur, van de villa’s en de penthouses in Knokke en in Brussel, sorry, Ukkel. Hij is de chouchou van een cliënteel, dat niet alleen een Corbiau moet hebben maar ook een Burberry, een Dom Pérignon en een Porsche. Waar Corbiau zijn duivels ontbindt maar zijn handtekening onder zet, daar is het kassa kassa geblazen en dan verdraagt men veel van dit sujet, dat niet vies is van een overmaat aan pretentie en wereldvreemdheid.

Laat ons voor Brussel bidden dat dit staaltje van harteloos kapitaalkrachtig je-m’en-foutisme geen vergunning krijgt. Laat ons voor Brussel bidden dan zo’n met-geld-kan-alles-cynisme geen voorbode wordt van een geradicaliseerd egoïsme van een kaste stadsgebruikers, die zich veel beter voelen dan die … (ik bespaar je de lelijke woorden, die in die kringen gebezigd worden). Laat ons voor Brussel bidden dat een verdwaalde bliksemstraal keihard neerkomt op het al even verdwaalde hoofd van die onwaardige architect, van die beschamende burger. Pek en veren voldoen niet in tijden van oorlog.

 

PS

Het allerlaatste nummer van “Brussel Deze Week” verschijnt op 13 april 2016. Weer een zwarte dag voor Brussel. Marc Didden zal nu helemaal ontroostbaar worden. Er komt wel een alternatief, “Bruzz”, maar beter en degelijker kan nog moeilijk. Een beetje zoals Brussel zelf. 

Deel dit artikel:
Onze partners