Huiscolumnist bezocht onlangs de expo L'Archipel de la maison, een tentoonstelling over de Japanse woning. De tentoonstelling was goed, maar Canfyn roemt vooral de catalogus. "Het is zeldzaam dat een architectuurboek zo interessant, verhelderend en relevant blijkt. Het is verplicht voer voor bewuste architecten."
Onlangs een fijne maar zwoele donderdagavond meegemaakt in de binnentuin van het Gentse Designmuseum, samen met ruim 100 architecten, Chileense wijn en welgekomen hapjes. Archipel nodigde uit voor een nocturne-bezoek (mét deskundige intro) aan “L’Archipel de la maison”, een expo over de Japanse woning van de laatste honderd jaar, die samengesteld werd door drie architecten en één fotograaf en die rondreist langs Frankrijk, Zwitserland, België en Nederland.
De tentoonstelling is goed, ondanks de onbarmhartig zweterige kelderruimte.
De catalogus is echter supergoed en verantwoordt op zich reeds een bezoek aan het Designmuseum voor 19 juni 2016. Goede tekeningen, goede foto’s, goede teksten. Het is zeldzaam dat een architectuurboek zo interessant, verhelderend en relevant blijkt. Dat “L’archipel de la maison” van Véronique Hours, Fabien Mauduit, Manuel Tardits en Jérémie Souteyrat (Le Lézard Noir, 2015) nog eens vergezeld wordt door een Archipel-cahier, dat alle teksten in het Nederlands (en het Engels) vertaalt, is uiteraard mooi meegenomen.
De ziel van de expo kan met één zin uit de catalogus samengevat worden: “De Japanse woning intrigeert maar roept ook vragen op rond bewoonbaarheid.” De casestudies van 14 20ste eeuwse woningen en 20 hedendaagse woningen illustreren expliciet deze spanning tussen bewondering en verwondering maar tonen eveneens aan hoe wonen in Japan een centraal architectuurthema vormt, dat het pure woonprogramma overstijgt en ook plaats maakt voor stijloefening, experiment, identiteit, visie, … Ontwerpen in een land, waar de grond 80% van de woningprijs bepaalt en waar gemiddeld 100 woon-m² bestemd worden voor huishoudens tot vijf personen, balanceert dan weer, voor Europese ogen althans, op de slappe koord tussen compactheid en onleefbaarheid.
Ik ben blij dankzij expo en vooral catalogus kennis gemaakt te hebben met Komazawa House (2011) van Go Haseqawa, 64 m² voor een koppel met kind, volledig in hout, inclusief een transparante lattenvloer. Met Boundary House (2012) van Atelier Tekuto, 99 m² voor drie volwassenen, alles gelijkvloers met 16 bovenlichten. Met Window House (2013) van Yasutaka Yoshimura Architects, 30 m², parkeerplaats inbegrepen, als toevluchtsoord voor een hardwerkende man, die zich wel eens wil afzonderen van zijn gezin. Het reuzenraam met een ultiem zicht op zee maakt van deze minieme woning alias man cave inderdaad een fantastische guilty pleasure.
Ga voor 19 juni die supercatalogus kopen. Het is verplicht voer voor bewuste architecten. En voor nieuwsgierige architectuurstudenten. En voor verstandige architectuurdocenten, die willen aanleren waar de grenzen van zinvol, intelligent en creatief ontwerpen kunnen liggen.