Onze huiscolumnist Filip Canfyn blijft al zappend wel eens hangen bij National Geographic en zeker bij de reeks ‘Massive Engineering Mistakes’. Deze portie guilty pleasure vergroot zijn besef van nederigheid: de mens verliest uiteindelijk als hij de natuur te veel naar zijn hand en op zijn plaats wil zetten. Het verhaal van Consonno bewijst tragisch deze evidentie.
Consonno, dat al sinds de tiende eeuw in de heuvels van Lombardije ligt, wordt in 1962 volledig opgekocht door ontwikkelaar Mario Bagno (1901-1995). Hij jaagt de bewoners weg, gooit het dorp plat en begint als een gek te bouwen aan zijn Las Vegas. Hij wil de Milanese jetset hun centen zien spenderen in een casino, een luxehotel, een ballroom, winkels en, restaurants. Hij wil de happy few verleiden met excentrieke, eclectische architectuur en met een uitzonderlijk panorama. Voor de slogan ‘In Consonno is de hemel blauwer’ laat hij honderden bomen kappen en ganse rotsheuvels bombarderen. Ontelbare bruiloften en weekendfeestjes lijken hem gelijk te geven.
"Is dit een metafoor voor de toekomst van onduurzaam maar duur vastgoed? Of moet Durbuy zich gewaarschuwd voelen?"
Moeder Natuur laat in 1966 en 1967 met twee kleine aardverschuivingen al eens voelen wat ze denkt van deze aanslag op haar integriteit maar Bagno bouwt en verwoest voort, vanuit een beaat geloof in zijn Cittá dei Balocchi of Toys Town. De kassa kan rinkelen tot 1976, wanneer een echt grote aardverschuiving de plezierstad onbereikbaar maakt, op slot doet en snel verandert in een spookstad, overwoekerd, bijna verslonden door kruid en onkruid.
Deze ruïne van de beschaving krijgt nog sporadisch bezoek van ravers, graffitisti en banale vandalen en wordt in 2016 de cynische locatie van het wereldkampioenschap verstoppertje spelen. Is dit een metafoor voor de toekomst van onduurzaam maar duur vastgoed? Of moet Durbuy zich gewaarschuwd voelen?